Terug
Gepubliceerd op 23/12/2021

2021_GEM_00301 - Belasting op leegstaande woningen en gebouwen, aanslagjaren 2022-2025

Gemeenteraad
ma 20/12/2021 - 21:00 Trouw- en raadzaal Stadhuis, Collegestraat 1, 3580 Beringen en MS Teams
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Belastingreglement, type Kohierbelasting. Dit reglement treedt in werking op 01/01/2022 en eindigt op 31/12/2025
  • Bijkomende aanslagvoet: Nee

Samenstelling

Aanwezig

Wouter Vandermeeren, voorzitter; Thomas Vints, burgemeester; Werner Janssen, schepen; Jean Vanhees, schepen; An Moons, schepen; Patrick Witters, schepen; Jessie De Weyer, schepen; Tijs Lemmens, schepen; Ann-Sofie Vanoverstijns, schepen; Bert Schoofs, raadslid; Dave Schops, raadslid; Gilbert Lambrechts, raadslid; Rita Keunen, raadslid; Mark Bex, raadslid; Hilal Yalçin, raadslid; Lowie Tielens, raadslid; Hilaire Poels, raadslid; Abdulkadir Yilmaz, raadslid; Ömer Ünlü, raadslid; Liesbeth Borejko, raadslid; Guido Feyen, raadslid; Siegfried Van Braband, raadslid; Betty Buijs, raadslid; Youssef El Ballata, raadslid; Bilgin Bekdemir, raadslid; Hanim Karacan, raadslid; Gosha Rosinska-Peeters, raadslid; Marieke Meelberghs, raadslid; Stijn Truyens, raadslid; Kelly Meykens, raadslid; Meral Ozcan, raadslid; Kobe Snyers, raadslid; Erik Gilissen, raadslid; Serge Daniëls; Luc Vrijdaghs, algemeen directeur

Verontschuldigd

Anne Cuypers, raadslid

Secretaris

Luc Vrijdaghs, algemeen directeur

Voorzitter

Wouter Vandermeeren, voorzitter

Stemming op het agendapunt

2021_GEM_00301 - Belasting op leegstaande woningen en gebouwen, aanslagjaren 2022-2025

Aanwezig

Wouter Vandermeeren, Thomas Vints, Werner Janssen, Jean Vanhees, An Moons, Patrick Witters, Jessie De Weyer, Tijs Lemmens, Ann-Sofie Vanoverstijns, Bert Schoofs, Dave Schops, Gilbert Lambrechts, Rita Keunen, Mark Bex, Hilal Yalçin, Lowie Tielens, Hilaire Poels, Abdulkadir Yilmaz, Ömer Ünlü, Liesbeth Borejko, Guido Feyen, Siegfried Van Braband, Betty Buijs, Youssef El Ballata, Bilgin Bekdemir, Hanim Karacan, Gosha Rosinska-Peeters, Marieke Meelberghs, Stijn Truyens, Kelly Meykens, Meral Ozcan, Kobe Snyers, Erik Gilissen, Serge Daniëls, Luc Vrijdaghs
Stemmen voor 28
Jean Vanhees, Bert Schoofs, Siegfried Van Braband, Bilgin Bekdemir, Werner Janssen, Abdulkadir Yilmaz, Thomas Vints, Hilal Yalçin, Tijs Lemmens, Liesbeth Borejko, Meral Ozcan, Gilbert Lambrechts, Patrick Witters, Mark Bex, Youssef El Ballata, Betty Buijs, An Moons, Gosha Rosinska-Peeters, Kobe Snyers, Kelly Meykens, Ann-Sofie Vanoverstijns, Marieke Meelberghs, Stijn Truyens, Hilaire Poels, Dave Schops, Hanim Karacan, Jessie De Weyer, Wouter Vandermeeren
Stemmen tegen 3
Lowie Tielens, Erik Gilissen, Rita Keunen
Onthoudingen 2
Ömer Ünlü, Serge Daniëls
Blanco stemmen 1
Guido Feyen
Ongeldige stemmen 0
2021_GEM_00301 - Belasting op leegstaande woningen en gebouwen, aanslagjaren 2022-2025 2021_GEM_00301 - Belasting op leegstaande woningen en gebouwen, aanslagjaren 2022-2025

Motivering

Argumentatie

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op de in dit verband geldende onderrichtingen bij de opmaak van budgetten en meerjarenplannen;
Overwegende dat het uitvoeringsbesluit van 11 september 2020 houdende de Vlaamse Codex Wonen de gemeente aanstelt als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid;
Overwegend het besluit van de Vlaamse regering betreffende lokaal woonbeleid van 16 november 2018, artikel 13, 3°;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 9 september 2019 betreffende de subsidieaanvraag IGS HBTL – expertisecel lokaal woonbeleid in Ham, Beringen, Tessenderlo en Leopoldsburg;
Gelet op het reglement betreffende het register leegstaande woningen en gebouwen, goedgekeurd op de gemeenteraad van 20 december 2021, en de latere wijzigingen;
Overwegende dat het wenselijk is dat op het grondgebied van de gemeente beschikbare woningen en gebouwen ook optimaal benut worden;
Overwegende dat in het kader van leegstaande eigendommen van de stad Beringen, belastingplichtige en schuldeiser eenzelfde fiscale entiteit zijn, zullen deze eigendommen worden opgenomen in het leegstandsregister zonder dat er een daadwerkelijke heffing zal plaats vinden;
Overwegende dat op basis van Vlaamse Codex Wonen van 2021 gemeenten een register van leegstaande woningen en gebouwen kunnen bijhouden;
Overwegende de noodzaak om de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de stad te voorkomen en te bestrijden;
Overwegende dat de strijd tegen de leegstaande woningen en gebouwen onder meer een effect zal hebben als de opname van dergelijke gebouwen en woningen in een leegstandsregister ook daadwerkelijk leidt tot een belasting;
Overwegende de vrijstellingen van belasting die in dit reglement zijn opgenomen, omdat die het best aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente;
Overwegende dat, naast het fiscale hoofddoel van de belasting, deze beoogt te streven naar een kwalitatief woonpatrimonium;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;

Juridische grond

De artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer specifiek de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326 t.e.m. 335;
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
Artikel 2.2.6 van het Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, en volgende wijzigingen;
De Vlaamse Codex Wonen van 2021, zijnde de gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020;
Het Decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur: De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Er wordt met ingang van 1 januari 2022 voor een termijn die eindigt op 31 december 2025, ten voordele van de stad Beringen, een belasting geheven op leegstaande woningen en gebouwen.
Het besluit van 30 december 2019 wordt vanaf 1 januari 2022 opgeheven.

Artikel 2

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit reglement gelden onder meer de begripsomschrijvingen van het Decreet van 17 september 2020 betreffende de Vlaamse Codex Wonen en verdere wijzigingen, dat in dit reglement ‘Vlaamse Codex Wonen’ wordt genoemd.

In dit reglement wordt verstaan onder:

administratie: de stedelijke administratieve eenheid die door het stadsbestuur wordt belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister.

beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen.

beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven;

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

c) een elektronisch aangetekend schrijven.

gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. [Artikel 1.3, §1 , eerste lid 14°, Vlaamse Codex Wonen]

woning: een goed, vermeld in Artikel 1.3, §1 , eerste lid 66° van de Vlaamse Codex Wonen (elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande).

kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt. [Artikel 1.3, §1 , eerste lid 25°, Vlaamse Codex Wonen]

leegstaand gebouw: Een gebouw wordt als leegstaand beschouwd indien meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.
De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2,2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning als die voldoet aan de bouwfysische vereisten. [Artikel 2.10, §1 , Vlaamse Codex Wonen]

leegstaande woning: Een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met:
1/ hetzij de woonfunctie;
2/ hetzij elke andere bij gemeentelijke verordening omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich mee brengt. [Artikel 2.10, §2 , Vlaamse Codex Wonen]

leegstand bij nieuwbouw: een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen 7 jaar na de aangifte van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie. [Artikel 2.10, §3 , Vlaamse Codex Wonen]

10° leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in art 2.9 van Vlaamse Codex Wonen van 2021;

11° opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning in het leegstandsregister wordt opgenomen.

12° renovatienota: een nota die bestaat uit:

-       een gedetailleerd overzicht van welke stedenbouwkundig niet-vergunningsplichtige werken worden uitgevoerd;

-       een gedetailleerd tijdschema waarin de fasering van de werken wordt toegelicht en wordt aangegeven binnen welke periode de werken zullen worden uitgevoerd;

-       een gedetailleerd bestek of kopie van de offertes of facturen waaruit blijkt dat de werken uitgevoerd zijn of uitgevoerd zullen worden;

-       een plan of schets en enkele foto’s van de bestaande toestand van het te renoveren gedeelte;

-       Indien van toepassing een akkoord van de mede-eigenaars.

13° verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt.

14° zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom;

b) het recht van opstal of van erfpacht;

c) het vruchtgebruik.

15° zorgwoning of zorgwonen: woonvorm waarbij de zorgbehoevende persoon inwoont bij aanverwanten of derde ter ondersteuning van de zorgbehoefte en voldoet aan de definitie terzake uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (art. 4.1.1, 18°).

Artikel 3

Deze gemeentebelasting wordt gevestigd op woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister.
De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

Artikel 4

Belastingplichtige

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde over het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op de verjaardag van de opnamedatum.
Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

§3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. De instrumenterende ambtenaar stelt de administratie binnen twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe zakelijk gerechtigde.

Artikel 5

Tarief van de activeringsbelasting

De belasting bedraagt voor het eerste aanslagjaar:

-       € 1200 voor een leegstaand gebouw
-       € 1200 voor een leegstaande woning
-       € 300 voor een leegstaande kamer

De belasting bedraagt voor het tweede aanslagjaar:

-       € 1800 voor een leegstaand gebouw
-       € 1800 voor een leegstaande woning
-       € 450 voor een leegstaande kamer

De belasting bedraagt voor het derde aanslagjaar:

-       € 2700 voor een leegstaand gebouw
-       € 2700 voor een leegstaande woning
-       € 675 voor een leegstaande kamer

De belasting bedraagt voor het vierde en elk volgend aanslagjaar:

-       € 4050 voor een leegstaand gebouw
-       € 4050 voor een leegstaande woning
-       € 1012,5 voor een leegstaande kamer

Het aantal termijnen van twaalf maanden, zoals omschreven in artikel 3, dat aan de basis ligt van de tariefbepaling voor een gebouw of woning dat in het leegstandsregister staat, wordt herrekend bij volledige overdracht van het zakelijk recht. Met dien verstande dat de eerste heffing zal plaatsvinden op de verjaardag van de opnamedatum, aan het tarief voor het eerste aanslagjaar.

Artikel 6

Vrijstellingen van leegstandsbelasting

§1. Een vrijstelling van de leegstandsbelasting kan via beveiligde zending aangevraagd worden bij de administratie. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals vermeld in dit reglement, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen. Een vrijstelling wordt telkens voor een periode van één jaar toegekend. Indien er volgens het reglement voor meerdere jaren een vrijstelling kan toegekend worden, met de vrijstelling elk jaar opnieuw aangevraagd worden. De aanvraag dient telkens te worden ingediend voor het verstrijken van de verjaardag van de opnamedatum.

§ 2. De vrijstellingsaanvraag vermeldt minstens:

  • de identiteit en het adres van de indiener;
  • minstens het volledige adres van het gebouw of de woning;
  • de vrijstellingsgrond en de nodige bewijsstukken voor deze aanvraag.

De vrijstellingsaanvraag kan enkel ingediend worden door de zakelijk gerechtigde of zijn vertegenwoordiger, behalve wanneer anders vermeld in dit reglement.

§3. Van de leegstandsbelasting zijn vrijgesteld:

1° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, een serviceflat betrekt of valt onder de definitie zorg-wonen voor een periode van max. 24 maanden vanaf opname in het leegstandsregister.

2° de belastingplichtige die reeds 6 maanden in een psychiatrische  instelling verblijft op datum van heffing, mits voorleggen van een bewijs van een erkende instelling voor een periode gedurende max. 24 maanden volgende op de opname in het leegstandsregister.

3° de belastingplichtige die actieve medewerking verleent aan projecten ter bestrijding van leegstand, goedgekeurd door de Stad Beringen. De vrijstelling geldt voor de periode van en onder de voorwaarden van het goedgekeurde project.

4° wanneer de leegstand het gevolg is van overmacht, d.w.z. te wijten is aan redenen buiten de wil van de zakelijk gerechtigde van wie redelijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de leegstand.

§4. Een vrijstelling wordt verleend als het gebouw of de woning:

1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

3° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp. Deze vrijstelling kan maximaal drie keer verleend worden in de 36 maanden volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

4° gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning of renovatienota voor stabiliteitswerken, sloopwerkzaamheden of werken die redelijkerwijs gebruik of bewoning onmogelijk maken. Deze vrijstelling kan maximaal twee keer verleend worden in de 24 maanden volgend op het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning of de goedkeuring van de vrijstelling op basis van renovatienota.
Voor de tweede aanvraag maakt de zakelijk gerechtigde bewijsmateriaal m.b.t. de verbouwing en/of renovatie over aan de administratie. Deze vrijstellingsgrond kan slechts 1 maal ingeroepen worden door een zakelijk gerechtigde. Bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning kan deze vrijstellingsgrond opnieuw éénmalig ingeroepen worden.

5° Voor het slopen, verbouwen of renoveren van 5 of meer woningen en/of gebouwen om economische efficiëntieredenen is het mogelijk een vrijstelling aan te vragen. De geïnventariseerde woning of het geïnventariseerde gebouw maakt deel uit van de sloop-, verbouw- of renovatieplannen. Dit kan op voorwaarde dat er een planning voorgelegd wordt en erover gerapporteerd wordt op het lokaal woonoverleg. Indien de belastingplichtige geen deel uitmaakt van het lokaal woonoverleg, zal hij voor dit punt jaarlijks uitgenodigd worden tot de oplevering van het desbetreffende project. Het lokaal woonoverleg formuleert bijgevolg een advies voor het college van burgemeester en schepenen over de vrijstelling voor het betreffende belastingjaar.

6° Krachtens decreet beschermd als monument of krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap: deze vrijstelling kan vier keer verleend worden in een aaneengesloten periode van 48 maanden onder voorwaarde dat de zakelijk gerechtigden actief aan de restauratie werken. Vanaf de tweede aanvraag onder deze vrijstelling voegt de zakelijk gerechtigde bewijsmateriaal toe.

7° een bodemsaneringsproject lopende/in uitvoering heeft, ingediend bij OVAM, ment dien verstande dat: 
•    het bodemsaneringsproject de woning/het gebouw zelf intern treft;
•    of het bodemsaneringsproject het kadastraal perceel treft waarop de woning of het gebouw zich bevindt, waarbij de bewoonbaarheid van de woning onmogelijk gemaakt wordt;
•    er een attest ter zake van OVAM moet voorgelegd worden ter staving;
•    deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 36 maanden, volgend op de datum van de beslissing van OVAM inzake het beschrijvend Bodemonderzoek.

Artikel 7

Administratieve geldboete

Een administratieve geldboete van 250 euro wordt opgelegd in geval van:

- De weigering om mee te werken aan een fiscale controle;

- De weigering om boeken of bescheiden voor te leggen.

Deze boete kan ook opgelegd worden aan een derde, niet-belastingplichtige.
De administratieve geldboete wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
De administratieve geldboete moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 8

Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 9

Bezwaar

De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Artikel 10

Overgangsmaatregelen

Vrijstellingen van onbeperkte duur die aan de belastingplichtige werden toegekend op basis van voorgaande reglementen, komen te vervallen binnen dit reglement. De belastingplichtige kan genieten van een overgangsperiode van 1 jaar na ingangsdatum van het reglement. Indien de belastingplichtige na dit jaar opnieuw gebruik wenst te maken van een vrijstelling dient deze hiervoor een nieuwe aanvraag tot vrijstelling in te dienen bij administratie.
De belastingplichtige die over een vrijstelling van onbeperkte duur beschikt, die komt te vervallen, zal per informatieve brief worden ingelicht over de wijzigingen van het reglement en de overgangsmaatregelen.

Artikel 11

Bekendmaking

Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.