Terug
Gepubliceerd op 27/10/2021

2021_RMW_00046 - Verkiezing en eedaflegging voorzitter BCSD - 2021/46 - Goedkeuring

raad voor maatschappelijk welzijn
ma 18/10/2021 - 21:00 Trouw- en raadzaal Stadhuis, Collegestraat 1, 3580 Beringen
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Wouter Vandermeeren, voorzitter; Thomas Vints, voorzitter vast bureau; Werner Janssen, lid vast bureau; Jean Vanhees, lid vast bureau; An Moons, lid vast bureau; Patrick Witters, lid vast bureau; Jessie De Weyer, lid vast bureau; Tijs Lemmens, lid vast bureau; Hilal Yalçin, voorzitter BCSD; Anne Cuypers, raadslid; Bert Schoofs, raadslid; Gilbert Lambrechts, raadslid; Rita Keunen, raadslid; Mark Bex, raadslid; Lowie Tielens, raadslid; Hilaire Poels, raadslid; Abdulkadir Yilmaz, raadslid; Ömer Ünlü, raadslid; Liesbeth Borejko, raadslid; Guido Feyen, raadslid; Siegfried Van Braband, raadslid; Betty Buijs, raadslid; Youssef El Ballata, raadslid; Bilgin Bekdemir, raadslid; Ann-Sofie Vanoverstijns, raadslid; Hanim Karacan, raadslid; Gosha Rosinska-Peeters, raadslid; Marieke Meelberghs, raadslid; Stijn Truyens, raadslid; Kelly Meykens, raadslid; Meral Ozcan, raadslid; Kobe Snyers, raadslid; Serge Daniëls, raadslid; Luc Vrijdaghs, algemeen directeur

Verontschuldigd

Dave Schops, raadslid; Erik Gilissen, raadslid

Secretaris

Luc Vrijdaghs, algemeen directeur

Voorzitter

Wouter Vandermeeren, voorzitter
2021_RMW_00046 - Verkiezing en eedaflegging voorzitter BCSD - 2021/46 - Goedkeuring 2021_RMW_00046 - Verkiezing en eedaflegging voorzitter BCSD - 2021/46 - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

Overwegende dat mevr. Hilal Yalçin door de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 januari 2019 werd verkozen verklaard tot voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, met ingang van 7 januari 2021 tot 31 december 2024. 

Overwegende dat mevr. Hilal Yalçin de decretaal voorziene eed heeft afgelegd in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn tijdens diezelfde vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 januari 2019.

Overwegende dat mevr. Hilal Yalçin na haar verkiezing tot voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst nog geen lid was van het college van burgemeester en schepenen, zodat zij vanaf deze eedaflegging van rechtswege werd toegevoegd als schepen aan het college van burgemeester en schepenen, als laatste in rang; dat zij hierdoor, conform art. 79 Decreet Lokaal Bestuur, ook van rechtswege lid is geworden van het vast bureau.

Overwegende dat mevr. Hilal Yalçin, per brief van 17 september 2021, heeft verzocht om akte te willen nemen van haar verhindering als voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst én lid van het vast bureau ingevolge haar uitoefening van een parlementair mandaat met ingang vanaf 19 oktober 2021, en dit voor zolang zij haar mandaat als Vlaams Parlementslid zal uitoefenen.

Overwegende dat mevr. Hilal Yalçin op 27 september 2021 de eed heeft afgelegd in het Vlaams Parlement als Vlaams Volksvertegenwoordiger.

Overwegende dat het bijzonder comité voor de sociale dienst in zitting van 4 oktober 2021, overeenkomstig artikel 102, 2de lid, 2° Decreet Lokaal Bestuur, akte heeft genomen van de verhindering van mevr. Hilal Yalçin als voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, met ingang vanaf 19 oktober 2021 en dit voor zolang zij haar mandaat als Vlaams parlementslid zal uitoefenen.

Overwegende dat de gemeenteraad in zitting van 18 oktober 2021, overeenkomstig art. 47, 3° Decreet Lokaal Bestuur, akte heeft genomen van de verhindering van mevr. Hilal Yalçin als schepen van Zorg, Welzijn, Samenleven en Burgerzaken, met ingang vanaf 19 oktober 2021 en dit voor zolang zij haar mandaat als Vlaams parlementslid zal uitoefenen.

Overwegende dat de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 18 oktober 2021, akte heeft genomen van de verhindering van mevr. Hilal Yalçin als voorzitter van het bijzonder' comité voor de sociale dienst en als lid van het vast bureau, met ingang vanaf 19 oktober 2021 en dit voor zolang zij haar mandaat als Vlaams parlementslid zal uitoefenen.

Overwegende dat art. 106, §1 Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn akte neemt van de verhindering van de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

Overwegende dat art. 80 jo. art. 47, 3° Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn akte neemt van de verhindering van het lid van het vast bureau dat het mandaat uitoefent van federaal, Vlaams of Europees parlementslid, als het lid van het vast bureau daar schriftelijk om verzoekt. In voorkomend geval geldt de verhindering zolang het lid van het vast bureau het mandaat van federaal, Vlaams of Europees parlementslid uitoefent.

Overwegende dat art. 106, §1 Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat ingeval de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst als verhinderd wordt beschouwd, op de eerstvolgende vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn een nieuwe voorzitter wordt verkozen overeenkomstig art. 90 Decreet Lokaal Bestuur.

Overwegende dat een akte van voordracht van kandidaat-voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst op naam van Ann-Sofie Vanoverstijns werd overhandigd aan de algemeen directeur, uiterlijk acht dagen voor deze eerstvolgende vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Overwegende dat de algemeen directeur de akte van voordracht van kandidaat-voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst ter zitting overhandigd heeft aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Overwegende dat de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld dat de akte van voordracht van kandidaat-voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst werd ondertekend door meer dan de helft van de raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn en door een meerderheid van de raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat werden verkozen.

Overwegende dat de akte van voordracht van kandidaat-voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst aldus ontvankelijk is.

Overwegende dat de voorgedragen kandidaat-voorzitter, Ann-Sofie Vanoverstijns, moet worden verkozen verklaard als voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, voor de duurtijd van de verhindering van mevr. Hilal Yalçin, en kan uitgenodigd worden tot de eedaflegging in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Overwegende dat Ann-Sofie Vanoverstijns geen voorzitter of lid van het vast bureau is, en bij benoeming tot voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst van rechtswege zal worden toegevoegd als schepen aan het college van burgemeester en schepenen, als laatste in rang; dat zij hierdoor, conform art. 79 Decreet Lokaal Bestuur, ook van rechtswege lid zal worden van het vast bureau.

Dat de eedaflegging van mevr. Ann-Sofie Vanoverstijns in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn ook geldt als eedaflegging voor het mandaat als toegevoegd schepen en lid van het vast bureau.

Juridische grond

artikel 47, 3° Decreet Lokaal Bestuur
artikel 80 Decreet Lokaal Bestuur
artikel 90 Decreet Lokaal Bestuur
artikel 102, 2de lid, 2° Decreet Lokaal Bestuur
artikel 106, §1 Decreet Lokaal Bestuur

Besluit

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist:

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt akte van de ontvankelijke akte van voordracht voor de vervanging van mevr. Hilal Yalçin gedurende de duurtijd van haar verhindering en verklaart mevr. Ann-Sofie Vanoverstijns verkozen als voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst voor de duurtijd van de verhindering van mevr. Hilal Yalçin.

Artikel 2

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt akte van de eedaflegging van mevr. Ann-Sofie Vanoverstijns, die tevens van rechtswege zal worden toegevoegd als schepen aan het college van burgemeester en schepenen en lid van het vast bureau, voor de duurtijd van de verhindering van mevr. Hilal Yalçin.