Overwegende dat de invordering van fiscale ontvangsten, retributies en andere niet-fiscale ontvangsten gepaard gaat met diverse kosten (personeelskosten en administratiekosten) voor het verzenden van aanmaningen en ingebrekestellingen (aangetekend);
Overwegende dat voor de terugvordering van deze kosten in de belasting- en retributiereglementen niets voorzien is;
Overwegende dat het billijk zou zijn dat deze kosten op de nalatige schuldenaars zouden kunnen verhaald worden;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 173 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40 §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Artikel 1024 van het Gerechtelijk Wetboek;
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2022-2026 op MJP001794.
Met ingang van 1 januari 2023 wordt, ten voordele van de stad Beringen, een retributie aangerekend voor de kosten voor het verzenden van laatste aangetekende aanmaningen (administratie- en aantekenkosten) en kosten voor verdere gedwongen uitvoering aangaande de invordering van fiscale ontvangsten, retributies en andere niet-fiscale ontvangsten.
Het besluit van 30 december 2019 wordt vanaf 1 januari 2023 opgeheven.
De retributie is verschuldigd door de nalatige schuldenaar.
Het tarief van de retributie voor de verzending van de laatste aangetekende aanmaning bedraagt 20 euro.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Gedwongen uitvoering
Indien na betekening van een fiscaal/niet-fiscaal dwangschrift de debiteur nog steeds in gebreke blijft, kan de financieel directeur volgende stappen nemen in gedwongen uitvoering en invordering. Hiervoor wordt telkens de overeenstemmende kost opgegeven. Deze kost wordt aangerekend bovenop de eventuele gerechtskosten en gerechtsdeurwaarderskosten en reële kosten die op grond van de wettelijke regelingen worden doorgerekend aan de debiteur.1) Derdenbeslag: het beslag wordt aangetekend verzonden aan een derde, schuldenaar van de debiteur en tevens aangezegd aan de debiteur zelf: 50 euro
2) Het nemen van een hypothecaire inschrijving indien de debiteur een onroerend goed bezit, hieraan gaan uitgebreide opzoekingen vooraf: de effectief betaalde kost aan het kantoor rechtszekerheid (hypotheekkantoor) wordt doorgerekend, vermeerderd met 50 euro administratieve kosten per hypothecaire inschrijving.
3) Uitvoerend beslag op onroerend goed:
- administratieve en juridische procedurevoorbereiding (per onroerend goed): 1.750 euro. Deze retributie is verschuldigd zodra de door de stad aangestelde deurwaarder aan de debiteur een akte houdende het 'bevel voorafgaand aan het uitvoerend beslag op onroerend goed' heeft betekend.
- administratieve en juridische procedurevoorbereiding aanstelling notaris: 1.250 euro. Deze retributie is verschuldigd zodra de stad de dagvaarding daartoe betekent.
4) Procedure uit onverdeeldheid treden al dan niet in combinatie met uitvoerend onroerend beslag: Ingeval er diverse mede-eigenaars samen met de debiteur zijn, moet een procedure gevoerd worden om uit de onverdeeldheid te treden: 2.000 euro van zodra de stad de dagvaarding daartoe aan de mede-eigenaars betekent, voor zover als gevolg daarvan de effectieve verdeling wordt opgelegd in een vonnis dat kracht van gewijsde heeft.
5) Procedure tot aanstelling van een curator over een onbeheerde nalatenschap wanneer er geen gekende erfgenamen zijn, maar wel een nalatenschap van waaruit een vordering kan voldaan worden: 1.500 euro van zodra het namens de stad opgemaakte verzoekschrift tot aanstelling van een curator werd neergelegd, voor zover dat verzoekschrift uitmondt in de effectieve aanstelling van een curator.
6) Procedure van indeplaatsstelling (per onroerend goed): 1.000 euro. Deze retributie is verschuldigd van zodra het namens de stad opgemaakte verzoekschrift om in de plaats te worden gesteld werd ingediend, voor zover de stad effectief in de plaats wordt gesteld van de beslagleggende schuldeiser die in gebreke bleef.