Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op de in dit verband geldende onderrichtingen bij de opmaak van budgetten en meerjarenplannen;
Gelet op het advies van de FOD Economie van 4 september 2009 aangaande het ontwerp van reglement m.b.t. ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein;
Overwegende dat de organisatie van en het toezicht op de markten voor de gemeente aanzienlijke kosten teweegbrengt;
Overwegende dat het redelijk en verantwoord is dat de gemeente met de invoering van dit belastingreglement een deel van deze kosten wenst te financieren;
Om de wekelijkse markten een stimulans te geven, is het evenwel gepast om een vermindering toe te staan aan de marktkramers die onmiddellijk voor een volledig jaar betalen, omdat zij de continuïteit van de wekelijkse markten mee verzekeren;
Op de voordracht van college van burgemeester en schepenen;
De artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer specifiek de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326 t.e.m. 335;
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
De wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, en latere wijzigingen;
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2022-2026 op MJP000845.
Er wordt met ingang van 1 januari 2023 voor een termijn die eindigt op 31 december 2025, ten voordele van de stad Beringen, een belasting geheven op de standplaatsen op de markten, openbare plaatsen, wegen en gemeente-eigendommen, ten laste van de natuurlijke en rechtspersonen die op deze standplaatsen ambulante activiteiten uitoefenen.
Het besluit van 30 december 2019 wordt vanaf 1 januari 2023 opgeheven.
De belasting dient vooraf betaald en wordt vastgesteld als volgt:
- Voor de vaste marktkramers: 1,50 euro per lopende meter ingenomen standplaats met een minimum van 9 euro per standplaats, voor elke ambulante activiteit; dit geldt eveneens voor standwerkers.
- Voor de losse marktkramers: 3 euro per lopende meter ingenomen standplaats met een minimum van 18 euro per standplaats, voor elke ambulante activiteit; dit geldt eveneens voor de losse standwerkers.
- Voor de standplaatsen van ambulante handel langs de openbare weg op openbaar domein: 3 euro per lopende meter ingenomen standplaats met een minimum van 24 euro per standplaats.
Iedere begonnen meter wordt voor een volle meter aangerekend.
De kramen die de normale diepte van 4 meter overschrijden op gelijk welke breedte, betalen een supplement van 50% op de ganse frontlengte.
De betaling dient te gebeuren per kwartaal of per jaar.
Er wordt een vermindering toegestaan van 10% voor de jaarlijkse betaling van 1 januari tot en met 31 december van het aanslagjaar.
De voorafbetaalde belasting wordt in geen geval terugbetaald, behalve in de volgende gevallen:
a. Opschorting van het abonnement door de titularis, om reden van:
- ongeschiktheid om de activiteit uit te oefenen gedurende tenminste één maand, hetzij door ziekte of ongeval en op grond van een medisch attest, hetzij ingeval van overmacht op een verantwoorde wijze bewezen (vb. in afwachting van de herstelling of vervanging van een door brand vernielde verkoopsuitrusting);
- in de andere gevallen door het gemeentelijk marktreglement toegelaten en volgens haar voorziene modaliteiten (vb. om sociale redenen);
b. Beëindiging door de rechthebbenden bij overlijden van de titularis die zijn activiteit voor eigen rekening uitoefende.
De standgelden voor de lokale handelaars en verenigingen voor de bloemenverkoop op de begraafplaatsen tijdens de Allerheiligenperiode wordt als volgt vastgelegd: 6 euro per lopende meter ingenomen standplaats per verkoopdag.
Iedere begonnen meter wordt voor een volle meter aangerekend. Uiterlijk 10 dagen na toewijzing van de standplaats, dient het standgeld overgeschreven te zijn op rekening van de stad Beringen.
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.