De notulen van de vorige vergadering worden voor aanvang van de zitting van heden ter goedkeuring voorgelegd.
De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 14 november 2022 worden goedgekeurd.
De agenda voor de algemene vergadering van 21 december 2022 dient dan ook aan de gemeenteraad voorgelegd te worden. Deze agenda bevat de volgende agendapunten.
Te ontwikkelen activiteiten en strategie voor het volgende boekjaar.
Budget 2023.
Meerjarenplanning.
Varia.
De gemeenteraad ging eerder reeds over tot aanduiding van zijn vertegenwoordiger VINTS Thomas voor de algemene vergaderingen van VitaS.
Artikelen 40 en 432 van het Decreet lokaal bestuur;
Op basis van de bekomen documenten en de toelichtende nota worden de agendapunten van de algemene vergadering van VitaS van 21 december 2022 goedgekeurd.
De vertegenwoordiger van de gemeente wordt gemandateerd om op de algemene vergadering van VitaS van 21 december 2022 te handelen en te beslissen conform dit besluit.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van onderhavig besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan VitaS.
Prijs
Gezien het huidig economisch klimaat en op basis van de vastgestelde facilitaire en administratieve complexiteit voor het aanrekenen van een waarborg voor de buitenhuwelijken, wordt voorgesteld om de waarborg aan te passen naar een definitieve aanrekening van 125 euro (retributie) voor het gebruik van de buitenlocatie voor het huwelijk. Het bedrag wordt aangerekend bij aanmelding van het huwelijk.
Indien het koppel, uiterlijk 6 weken voor de huwelijksdatum de locatie wijzigt naar het Stadhuis wordt 75 euro teruggestort. Het koppel betaalt dan 50 euro, zoals een standaard huwelijk op het Stadhuis. De terugbetaling is niet van toepassing indien het koppel op minder dan 6 weken van het huwelijk de locatie wijzigt naar het Stadhuis, dit omwille van praktische overwegingen.
Sleutel en controle
Indien het koppel wenst gebruik te maken van de stroomkast, kan de sleutel op de dienst toerisme 1 uur voor de ceremonie afgehaald worden. Bij afhaling 1 uur voor de ceremonie: afhalen van de sleutel bij dienst toerisme, als garantie wordt een eID afgegeven en er wordt getekend voor ontvangst. Maximum 2 uur na de ceremonie: moeten ze de sleutel terug binnenleveren. Er wordt getekend voor ontvangst en de eID wordt terug overhandigd.
De controle van het domein gebeurt aan de hand van de 3 foto's die moeten getoond worden op de dienst toerisme, op het moment dat de sleutel terug wordt binnengebracht. De foto's moeten getrokken worden vanuit minstens 3 verschillende invalshoeken, zodat de medewerker van dienst toerisme een goed beeld kan vormen.
Bij verlies of laattijdig inleveren van de sleutel, wordt conform het sleutelreglement 25 euro aangerekend (zie bijlage).
Tijdstip
Op dit moment kan er op woensdag, vrijdag en zaterdag gehuwd worden op het Kioskplein. Er wordt maximum 1 buitenhuwelijk per dag ingepland. Op hetzelfde tijdstip kan er niet getrouwd worden in het Stadhuis, omdat het koppel tot de dag voordien de locatie kan wijzigen omwille van slecht weer.
Om praktische redenen stellen we voor om enkel op zaterdag, als laatste huwelijk, een buitenhuwelijk te organiseren. Concreet betekent dit dat er dan om 12 uur op zaterdag een buitenhuwelijk kan doorgaan. De andere dagen niet meer.
De gemeenteraad gaat akkoord met de aanpassing van de gebruiksovereenkomst van huwelijken.
- Artikel 4 Waarborg wordt vervangen door prijs van 125 euro.
- Artikel 10. Gebruik van stroomkast: De sleutel voor de stroomkast kan 1 uur voor de ceremonie afgehaald worden op de dienst toerisme ( Koolmijnlaan 203, 3582 Beringen) en wordt ten laatste 2 uur na de ceremonie terug ingeleverd. Er wordt een identiteitskaart ter garantie afgegeven. Bij inlevering van de sleutel kan deze teruggekregen worden. Bij verlies of laattijdig inleveren van de sleutel wordt 25 euro aangerekend.
- Artikel11. Controle domein: De controle dat het Kioskplein wordt opgeruimd, gebeurt aan de hand van de foto's die getoond worden bij het terug inleveren van de sleutel op de dienst toerisme. Er dienen minstens 3 foto’s getoond te worden van het domein, getrokken vanuit verschillende invalshoeken.
Bij het voorzien van mobilhomeparkings voor overnachting, dient de stad aanvullend te voorzien in duidelijke richtlijnen voor het gebruik ervan, alsook in de voorwaarden waaraan logerende mobilhometoeristen zich dienen te houden.
Besproken met juridische dienst. Reglement werd nagekeken en voldoet voor deze parkeerplaatsen.
Verder is de huidige GAS-wetgeving uiteraard gewoon van toepassing, conform voor de verkeersregels die van toepassing blijven. Dit reglement is aanvullend.
Geen opmerkingen.
De gemeenteraad gaat akkoord met het gebruikersreglement 'kampeerautoparkings Beringen' zoals opgenomen in bijlage. Dit reglement is van toepassing vanaf 1 februari 2023.
Overwegende dat de gemeente diverse administratieve stukken aflevert;
Overwegende dat de aflevering van administratieve stukken voor de gemeente een kostelijke aangelegenheid is;
Overwegende dat het verantwoord is om een retributiereglement in te voeren, waarbij een aantal billijke tarieven worden vastgelegd om de kosten van de geleverde prestaties te vergoeden;
Overwegende dat de gebruiker hiervan individueel het voordeel geniet en het aldus verantwoord is om van deze gebruiker een billijke vergoeding te vragen;
Overwegende dat het in bepaalde gevallen aangewezen is een gematigd tarief te voorzien of een vrijstelling van onderhavige retributie te verlenen, omwille van sociale redenen;
Overwegende dat het afleveren van een conformiteitsattest voor een niet-zelfstandige woning een hogere werklast betekent dan voor een zelfstandige woning worden er verschillende tarieven gehanteerd;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 173 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40 §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
VCW, art. 3.7, §2, tweede lid: De Vlaamse Regering stelt de vergoeding voor de behandeling van een aanvraag tot afgifte van het conformiteitsattest door de gewestelijk ambtenaar vast;
BVCW Artikel 3.9.
De vergoeding om een aanvraag van een conformiteitsattest door de burgemeester te laten behandelen, wordt vastgesteld door de gemeenteraad en bedraagt maximaal:
1° 90 euro voor een zelfstandige woning;
2° 90 euro voor een kamerwoning, verhoogd met 15 euro per kamer, met een maximum van 1.775 euro per gebouw.
Met ingang van 1 januari 2023 wordt, ten voordele van de stad Beringen, een retributie aangerekend voor de aflevering van administratieve stukken.
Het besluit van 30 december 2019 wordt vanaf 1 januari 2023 opgeheven.
De retributie is verschuldigd door de aanvrager van het administratief stuk.
De retributie bedraagt:
* Documenten
Fotokopie zwart-wit van formaat A4 |
0,25 euro |
Fotokopie zwart-wit van formaat A3 |
0,50 euro |
Fotokopie in kleur van formaat A4 |
1,50 euro |
Fotokopie in kleur van formaat A3 |
1,75 euro |
Adressen van bouwheren, per adres |
0,50 euro |
Jaarverslag van de gemeente |
10 euro |
Gemeentebudget |
10 euro |
Meerjarenplan |
10 euro |
Werfbord |
2 euro |
* Dienst Bevolking
Dringende oproep van een personeelslid buiten de diensturen voor het afleveren van documenten: een forfaitair bedrag van 85 euro per geval.
* Dienst Gronden
- Voor de opstart van een dossier tot aankoop van, verkoop aan de stad of bekomen van een opstal- of erfpachtrecht of huurrecht van de stad, moet de kostprijs van het schattingsverslag betaald worden door de aanvrager. Het verslag wordt pas aangevraagd na betaling van de factuur. Indien een opmeting noodzakelijk is, zijn deze kosten ook voor de aanvrager.
- Voor de opstart van een dossier gratis grondafstand, moet de kostprijs van het bodemattest betaald worden door de aanvrager. Het attest wordt pas aangevraagd na betaling van de factuur. Indien een opmeting noodzakelijk is, zijn deze kosten ook voor de aanvrager.
* Dienst Wonen
De retributie is op het ogenblik van aanvraag van het conformiteitsattest door de aanvrager verschuldigd.
De retributie voor het conformiteitsattest is eveneens verschuldigd indien het conformiteitsattest niet uitgereikt werd binnen de wettelijke termijn en indien het conformiteitsattest niet uitgereikt werd omwille van een non-conformiteit.
De retributie van het conformiteitsattest wordt als volgt vastgesteld:
* Voor de aanvraag van een conformiteitsattest voor een zelfstandige woning: 70 euro
* Voor de aanvraag van een conformiteitsattest voor een niet-zelfstandige woning:
- gebouw: 90 euro
- per kamer: 15 euro
De betaling dient te gebeuren:
- Voor het opzoeken, het samenstellen en het afleveren van administratieve stukken en inlichtingen: bij de aanvraag.
- Voor het leveren van diensten:
* Indien onmiddellijk berekenbaar: bij het verstrekken van de dienst;
* In het andere geval: na ontvangst van de desbetreffende factuur.
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de factuur.
Bij niet-minnelijke regeling van de verschuldigde retributie zal de inning geschieden met alle geëigende rechtsmiddelen.
In geval van laattijdige betaling van de retributie worden de wettelijke nalatigheidsintresten aangerekend vanaf de vervaldag.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Overwegende dat de parkeerrotatie op plaatsen waar een beperking van de parkeertijd gereglementeerd is, moet bevorderd worden;
Overwegende dat de verhoging van de parkeermogelijkheden ook nieuwe mogelijkheden vereist voor de controle op de beperking van de parkeerduur op de voorgeschreven plaatsen;
Overwegende dat het aanleggen en verbeteren van de parkeermogelijkheden voor de gemeente aanzienlijke kosten met zich meebrengt;
Overwegende dat het aanleggen en onderhouden van een ondergrondse parking aanzienlijke kosten met zich meebrengt;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 173 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40 §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Het decreet van 9 juli 2010 houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven, waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren;
Het ministerieel besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart;
Het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap;
Met ingang van 1 januari 2023 wordt, ten voordele van de stad Beringen, een retributie aangerekend op het parkeren in een blauwe zone en in de ondergrondse parking van het stadhuis.
Deze retributie op het parkeren in een blauwe zone wordt gevestigd voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg waar dat parkeren toegelaten is volgens de blauwe zone reglementering en niet verboden is door de Wegcode (KB 01/12/1975).
Onder openbare weg verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden.
Onder met een openbare weg gelijkgestelde plaats verstaat men de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4, sub 2, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten.
Het besluit van 18 oktober 2021 wordt vanaf 1 januari 2023 opgeheven.
De retributie op het parkeren in een blauwe zone wordt als volgt vastgesteld:
De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar achter de voorruit van het voertuig of, als er geen voorruit is op het voorste gedeelte van het voertuig, plaatsen van één (1) en slechts één (1) reglementaire parkeerschijf, overeenkomstig artikel 27.1.1 van het Koninklijk Besluit van 01-12-1975. Behalve wanneer bijzondere voorwaarden zijn aangebracht op de signalisatie, is het gebruik van de schijf voorgeschreven van maandag tem zaterdag en dit telkens van 9.00 uur tot 18.00 uur, uitgezonderd op zon- en feestdagen en 11 juli.
De retributie is niet verschuldigd voor de voertuigen waarvoor een bewonerskaart werd afgeleverd (kostprijs 50 euro per jaar, in geval van verlies, gestolen of beschadiging kan er een duplicaat aangevraagd worden voor de kostprijs van 25 euro) en deze zichtbaar is aangebracht achter de voorruit van het voertuig, of indien er geen voorruit aanwezig is op het voorste gedeelte van het voertuig.
De retributie is niet verschuldigd voor de voertuigen waarvoor een digitale bewonerskaart werd afgeleverd (kostprijs 50 euro per jaar).
De retributie is niet verschuldigd tijdens de uitoefening en voor de duur van een opdracht voor de gelegitimeerde voertuigen van:
- de gemeente- en OCMW-diensten van stad Beringen
- de brandweer, ambulance- en m.u.g.-diensten
- de politie
- AWV
- Nutsmaatschappijen oa Fluvius, Proximus, De Watergroep, ...
Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is gratis. Het statuut van "persoon met een handicap" wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het ministrieel besluit van 7 mei 1999.
De retributie op het parkeren in een blauwe zone is verschuldigd door de houder van de nummerplaat van het voertuig.
De retributie is verschuldigd zodra het voertuig de tijd heeft overschreden die gratis is en is betaalbaar door overschrijving overeenkomstig de richtlijnen vermeld op het parkeerticket, dat door de bevoegde parkeerwachter op het voertuig werd aangebracht.
Als de één (1) en slechts één (1) reglementaire parkeerschijf niet of niet voldoende zichtbaar achter de voorruit van het voertuig, of als er geen voorruit is op het voorste gedeelte van het voertuig, is geplaatst of in geval de gebruiker de pijl niet op het streepje plaatst dat volgt op het tijdstip van aankomst of indien de gebruiker de aanduidingen wijzigt zonder dat het voertuig de parkeerplaats heeft verlaten, wordt de gebruiker steeds geacht te kiezen voor de betaling van de in artikel 2 vermelde retributie.
Bij toepassing van het in artikel 2 vermelde forfait, brengt de bevoegde parkeerwachter een parkeerticket aan op de voorruit van het voertuig, of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.
Indien de betaling niet gebeurt binnen de voorziene termijn op het parkeerticket (voor het parkeren in een blauwe zone), ontvangt de houder van de nummerplaat van het voertuig een eerste aanmaning.
Bij niet betaling na de eerste aanmaning, wordt bij het verzenden van een tweede aangetekende aanmaning een bijkomende administratie- en aantekenkost aangerekend zoals vermeld in het retributiereglement op het verhalen van kosten voor het verzenden van herinneringen voor laattijdige betalingen van retributies en andere niet-fiscale ontvangsten.
Bij niet-betaling binnen de termijn, voorzien in de aangetekende aanmaning, wordt het dossier in handen gegeven van een gerechtsdeurwaarder; de kosten hiervan vallen volledig ten laste van de schuldenaar.
Bij laattijdige betaling worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake rijksbelastingen op de inkomsten.
De retributie voor het parkeren in de de ondergrondse parking van het stadhuis op maandag tot en met zaterdag, telkens van 9.00 uur tot 18.00 uur, wordt als volgt vastgesteld:
De retributie is niet verschuldigd tijdens de uitoefening en voor de duur van een opdracht voor de gelegitimeerde voertuigen van:
- de gemeente- en OCMW-diensten van stad Beringen
- leden van het college van burgemeester en schepenen van stad Beringen
De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar achter de voorruit van het voertuig of, als er geen voorruit is op het voorste gedeelte van het voertuig, een geldig parkeerticket aan te brengen. Dit parkeerticket kan bemachtigd worden aan de parkeerautomaat.
Indien er geen geldig parkeerbewijs aanwezig is, zal er een retributie uitgeschreven worden voor 25 euro per dag voor elke periode die langer is dan deze die gratis is of geldig is op het parkeerticket. De retributie op het parkeren in een betalende zone is verschuldigd door de houder van de nummerplaat van het voertuig. De retributie is verschuldigd zodra het voertuig de tijd heeft overschreden en is betaalbaar door overschrijving overeenkomstig de richtlijnen vermeld op het parkeerticket, dat door de bevoegde parkeerwachter op het voertuig werd aangebracht.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Gelet op het feit dat de stad en de burgers voortdurend geconfronteerd worden met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied;
Gelet op het feit dat deze nutsvoorzieningen werkzaamheden vergen langs de gemeentelijke wegen en aldus een impact hebben op het openbaar domein;
Gelet op de goedkeuring door de stad van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden;
Gelet op het feit dat deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten;
Gelet op het feit dat er op het vlak van het onderhoud en de herstellingen ook geregeld dringende werken moeten worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat er daarnaast een aantal werken zijn zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein;
Gelet op de actualisatie van de code naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP, ...;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 173 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40 §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Algemeen
Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen omvatten:
- alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen, ...), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten-, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten ...) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof;
- alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg. Deze worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de stad of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de stad.
Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing, of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.
Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025.
Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte voor werken in rijwegen 10,24 euro, voor werken in voetpaden 7,88 euro en voor werken in aardewegen 4,73 euro.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de stad aanwezig aansluitingspunt.
Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als zijn werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,5 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de stad.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Deze retributies zijn verschuldigd voor het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij voor 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de stad.
Inning
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.
Definitief karakter
Dit retributiereglement wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid.
Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
Overwegende dat het leveren van diensten voor de gemeente een kostelijke aangelegenheid is;
Overwegende dat het verantwoord is om een retributiereglement in te voeren, waarbij een aantal billijke tarieven worden vastgelegd om de kosten van de geleverde prestaties te vergoeden;
Overwegende dat de gebruiker hiervan individueel het voordeel geniet en het aldus verantwoord is om van deze gebruiker een billijke vergoeding te vragen;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 173 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40 §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
De ontvangsten zijn voorzien in het budget van 2023-2026, op MJP000920.
Met ingang van 1 januari 2023 wordt, ten voordele van de stad Beringen, een retributie aangerekend voor het aanbieden van diensten door het departement Mens (kinderopvang, woningen voor noodopvang en verhuur infrastructuur door de dienst samenleven).
Het besluit van 27 juni 2022 wordt vanaf 1 januari 2023 opgeheven.
De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de dienst.
De retributie bedraagt:
1) Kinderopvang
Buitenschoolse kinderopvang / Kriebelfabriek
De prijs die je betaalt voor buitenschoolse opvang / kriebelfabriek is gekoppeld aan de verblijfsduur van je kind in de opvang:
|
1 kind in het IBO |
A: Opvang vóór en na schooltijd |
1,10 euro per begonnen half uur |
B: Opvang op schoolvrije dagen (ook vakantiedagen) |
|
- Voor een verblijfsduur meer dan 6u |
11 euro |
- Voor een verblijfsduur tussen 3u en 6u |
6,60 euro |
- Voor een verblijfsduur minder dan 3u |
4,40 euro |
Op woensdagnamiddag betaal je het tarief (A of B), dat voor jou het meest voordelig is. |
Indien er 2 of meer kinderen van eenzelfde gezin gelijktijdig worden opgevangen, is er een vermindering van 25% op het standaard tarief van toepassing.
Supplementaire kosten:
Vervoersonkosten voor een extra (enkele) rit |
0,75 euro |
Uitstap |
kostprijs |
Warme maaltijd in de flexibele opvang |
7 euro |
In bepaalde situaties wordt een financiële compensatie aangerekend:
Je administratief dossier is niet in orde |
5 euro per gereserveerde dag per gezin | ||
Afhalen van je kind na sluitingstijd |
5 euro per kwartier per gezin | ||
Je kind is niet aanwezig op de gereserveerde opvangdag |
Je betaalt de gereserveerde verblijfsduur van je kind. | ||
Je hebt flexibele opvang gereserveerd en je kind is niet aanwezig in de flexibele opvang (na 18u30). |
Je betaalt de verblijfsduur van je kind + de gereserveerde verblijfsduur in de flexibele opvang + de eventueel voorziene warme maaltijd. | ||
Je kind komt naar de opvang zonder reservatie: |
| ||
|
Op schooldagen |
De verblijfsduur van je kind + 5 euro per kind per dag. | |
|
Op vakantiedagen |
De verblijfsduur van je kind + 10 euro per kind per dag. |
Sociaal tarief buitenschoolse kinderopvang en kriebelfabriek:
Elke inwoner van de Stad Beringen heeft het recht om sociaal tarief aan te vragen, zoals bepaald in artikel 30 §2, van het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de subsidievoorwaarden voor buitenschoolse gezinsopvang en groepsopvang. Het sociaal tarief betekent een vermindering van de opvangprijs en de prijs van de warme maaltijd in de flexibele opvang. Het college van burgemeester en schepenen beslist over het al dan niet toekennen van het sociaal tarief op basis van een dossier dat alle relevante aspecten voor een gemotiveerde beslissing bevat. Het sociaal tarief bedraagt 50% van de vastgelegde opvangprijs en de prijs van de warme maaltijd in de flexibele opvang. In zeer uitzonderlijke gevallen kan gratis opvang toegestaan worden of een gratis warme maaltijd in de flexibele opvang. Een toegekend sociaal tarief wordt periodiek geëvalueerd door het college van burgemeester en schepenen. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het op de hoogte brengen van wijzigingen in de financiële toestand van het gezin of gezinssamenstelling.
2) Woningen voor noodopvang
Paardendijk 19 bus 2 te 3582 Beringen:
Huur per dag (gedurende eerste 3 maanden) |
16 euro/dag |
Huur per dag (bij verlenging na 3 maanden) | 20 euro/dag |
Waarborg* |
372 euro |
Sportlaan 20 bus A te 3582 Beringen:
Huur per dag (gedurende eerste 3 maanden) |
16 euro/dag |
Huur per dag (bij verlenging na 3 maanden) | 20 euro/dag |
Energiekosten – periode 1 april t/m 30 september |
4 euro/dag |
Energiekosten – periode 1 oktober t/m 31 maart |
8 euro/dag |
Waarborg* |
372 euro |
*Indien de noodwoning door een dakloze betrokken wordt waarbij het OCMW zou moeten instaan voor het verlenen van de waarborg wordt er geen waarborg aangerekend.
3) Dienst Samenleven
Verhuur infrastructuur
Onderstaande tarieven worden toegepast voor de verhuring van lokalen in het Melkhuisje en de infrastructuur in Regina Mundi (vergaderlokaal, sportzaal en instuifruimte):
Categorie |
1 |
2 |
3 |
4 |
Tarief |
4 euro |
6 euro |
8 euro |
12 euro |
- Verschillende categorieën:
1= verenigingen, lid van een Beringse stedelijke adviesraad, en organisaties gehuisvest in Regina Mundi; dit geldt niet voor de stedelijke diensten;
2= verenigingen, niet-lid van een Beringse stedelijke adviesraad;
3= verenigingen van buiten de gemeente;
4= particulieren
- Boete bij niet naleving van het gebruiksreglement:
overtreding rookverbod, niet opruimen van de ruimte, niet afwassen bestek en glazen, niet sorteren van afval, overtreding inzake gebruik meubilair, ter beschikking gesteld materiaal en technische uitrusting |
15 euro per vastgestelde overtreding vermeerderd met de door de stad gemaakte onkosten |
Niet terugbrengen van sleutels op afgesproken tijdstip |
7,50 euro |
Verlies sleutel |
50 euro |
Beschadiging gebouw en herstelling |
Kostprijs herstelling |
- Tarieven voor gebruik koffie en thee:
* Koffie: 3 euro per koffiepad (melk en suiker inbegrepen)
* Thee: 0,60 euro per 10 theezakjes.
Lego-kamp
10 euro/dag
Sociaal tarief Lego-kamp:
Het sociaal tarief is 80% korting op de hierboven vermelde retributie met een minimum van 1 euro per deelname. Volgende groepen hebben recht op het sociaal tarief:
- Iedereen die recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming via het ziekenfonds (Het klevertje van het ziekenfonds dient als bewijs);
- OCMW-cliënteel;
- Personen die door het lokaal netwerk vrijetijdsparticipaties worden doorverwezen.
MOOOV Workshop
Kostprijs van de workshop
Sociaal tarief MOOOV Workshop:
Het sociaal tarief is 80% korting op de hierboven vermelde retributie met een minimum van 1 euro per deelname. Volgende groepen hebben recht op het sociaal tarief:
- Iedereen die recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming via het ziekenfonds (Het klevertje van het ziekenfonds dient als bewijs);
- OCMW-cliënteel;
- Personen die door het lokaal netwerk vrijetijdsparticipaties worden doorverwezen.
De betaling dient te gebeuren voor het leveren van diensten:
* indien onmiddellijk berekenbaar: bij het verstrekken van de dienst;
* in het andere geval: na ontvangst van de desbetreffende factuur.
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de factuur.
Bij niet-minnelijke regeling van de verschuldigde retributie zal de inning geschieden met alle geëigende rechtsmiddelen.
In geval van laattijdige betaling van de retributie worden de wettelijke nalatigheidsintresten aangerekend vanaf de vervaldag.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op de in dit verband geldende onderrichtingen bij de opmaak van budgetten en meerjarenplannen;
Overwegende dat de handhaving van deze belasting noodzakelijk is om het evenwicht van de gemeentebegroting te verzekeren;
Overwegende dat de Vlaamse Regering verloedering van de leefomgeving door de heffing op ongeschikt of onbewoonbare woningen, gebouwen of kamers wil voorkomen, deze belasting wordt ook wel "krotbelasting" genoemd. Die woningen, gebouwen of kamers komen terecht op een inventaris die opgemaakt en beheerd wordt door Wonen-Vlaanderen (VIVOO). Naast deze belasting kunnen Vlaamse gemeenten opcentiemen heffen op deze Vlaamse heffing. In dat geval moet de houder van het zakelijk recht zowel de opcentiemen als de Vlaamse heffing betalen;
Op de voordracht van college van burgemeester en schepenen;
Artikel 170, §4 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Artikel 464/1, 1°, van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, en latere wijzigingen;
De artikelen 2.1.4.0.2 en 3.1.0.0.4 van het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit, en latere wijzigingen;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
De Vlaamse Codex Wonen van 2021;
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2023-2026 op MJP005132.
Voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 worden ten bate van de stad 100 opcentiemen geheven op de heffing van het Vlaamse Gewest op ongeschikte en onbewoonbare woningen, gebouwen en/of kamers.
De stad doet een beroep op de medewerking van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst voor de inning van deze opcentiemen.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan het Agentschap Vlaamse Belastingdienst.
Gelet op de financiële toestand van de stad;
Gelet op de in dit verband geldende onderrichtingen bij de opmaak van budgetten en meerjarenplannen;
Overwegende dat een tweede verblijf regelmatig bewoond is, waardoor de bewoner mee geniet van de inspanningen die de gemeente voorziet inzake onderhoud van het openbaar domein in het algemeen;
Overwegende dat niet permanent bewoonde eigendommen aanleiding geven tot een grotere zorg voor de veiligheid, het milieu en de openbare ruimte, wat zijn financiële weerslag op het gemeentelijk budget heeft;
Overwegende dat iedereen die op het grondgebied van de gemeente woont of verblijft, maar geen bijdrage levert in de financiering van de gemeentelijke uitgaven via de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting (AGPB), toch enigszins geldelijk moet bijdragen in de gemeentelijke uitgaven;
Overwegende dat met de belasting op tweede verblijven wordt getracht om het residentieel wonen binnen de gemeente te beschermen door het ontmoedigen van tweede verblijven en op deze manier een boeiend en coherent sociaal leven te kunnen uitbouwen;
Overwegende dat de voorzieningen van de lokale overheid aan de toename van de bevolking door het gebruik van tweede verblijven moet worden aangepast en dat door een tweede verblijf voor de gemeente extra kosten ontstaan, zowel op het gebied van de administratie en veiligheid als inzake infrastructuur en afvalbeheersing;
Overwegende dat de stad bovendien wil vermijden dat de belasting op tweede verblijven wordt gebruikt als een ontsnappingsroute voor de leegstandsheffing;
Overwegende dat het om voormelde redenen verantwoord is dat met de invoering van dit belastingreglement een deel van deze kosten worden gefinancierd;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
De artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer specifiek de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326 t.e.m. 335;
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2023-2026 op MJP001932.
Er wordt met ingang van 1 januari 2023 voor een termijn die eindigt op 31 december 2025, ten voordele van de stad Beringen, een belasting geheven op de tweede verblijven, ongeacht het feit of ze al dan niet in de kadastrale legger ingeschreven zijn.
Het besluit van 30 december 2019 wordt vanaf 1 januari 2023 opgeheven.
§1. De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf.
Indien het tweede verblijf verhuurd wordt, is de belasting verschuldigd door de huurder. De eigenaar is hoofdelijk gehouden tot betaling van de belasting.
§2. In geval van vruchtgebruik, recht van opstal, recht van erfpacht of levenslang bewoningsrecht is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker, de opstalhouder, erfpachthouder of de houder van het levenslang bewoningsrecht op 1 januari van het aanslagjaar. De eigenaar is hoofdelijk gehouden tot betaling van de algehele belasting.
§3. In geval van mede-eigendom, is de belasting verschuldigd in verhouding tot het wettelijke eigendomsaandeel. Iedere mede-eigenaar is hoofdelijk gehouden tot betaling van de algehele belastingschuld.
§4. In geval van multi-eigendom, is iedere multi-eigenaar belastingplichtig volgens zijn toegewezen deel.
Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 700 euro per jaar en per tweede verblijf.
De belasting is ondeelbaar en voor het ganse aanslagjaar verschuldigd.
Voor de toepassing van dit reglement wordt onder tweede verblijf verstaan: elke private woongelegenheid waarvan degene die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid op 1 januari van het aanslagjaar niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters, vreemdelingenregister of wachtregister op dit adres; ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans, die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.
Als tweede verblijf worden niet beschouwd:
- lokalen die uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van beroepsactiviteiten;
- garages, tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens.
De hoedanigheid van tweede verblijf wordt op 1 januari van het aanslagjaar beoordeeld.
Onder wooncaravans moet verstaan worden de caravans die technisch niet gemaakt zijn om voortgetrokken te worden, en waarvan het chassis en het type van de wielen het voortslepen niet zouden verdragen.
Met verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens worden alle andere soorten van caravans bedoeld zoals caravans met een enkel stel wielen, de “semi-wooncaravans” met een dubbel stel wielen, de woonwagens en caravans waarmee kermisreizigers rondtrekken.
§ 1. Elke belastingplichtige moet per afzonderlijk tweede verblijf aangifte doen. Het stadsbestuur stelt daartoe aangifteformulieren ter beschikking. De correct ingevulde, gedag- en gehandtekende aangiften moeten uiterlijk op 30 juni van het aanslagjaar toekomen bij de dienst belastingen en invordering van het stadsbestuur.
§ 2. Wanneer alle aangiftegegevens van een tweede verblijf gekend zijn door de dienst belastingen en invordering van het stadsbestuur, kan aan de belastingplichtige daarvoor een voorstel van aangifte worden bezorgd, waarop de aangiftegegevens reeds staan ingevuld.
Een belastingplichtige is vrijgesteld van de in § 1. voorgeschreven aangifteplicht op voorwaarde dat hij/zij een voorstel van aangifte ontving. Deze vrijstelling van aangifteplicht geldt slechts indien de voorgedrukte gegevens op het voorstel van aangifte overeenstemmen met de werkelijkheid.
Indien de belastingplichtige vaststelt dat de voorgedrukte gegevens onjuist en/of onvolledig zijn moet hij/zij het voorstel van aangifte verbeterd terugzenden. De terugzending moet tijdig gebeuren zoals beschreven in § 1.
Het teruggezonden voorstel van aangifte moet duidelijk en volledig alle correcte gegevens vermelden en de nodige verbeteringen moeten worden aangebracht.
§ 3. Het is de belastingplichtige die moet bewijzen dat hij/zij het verbeterde voorstel van aangifte of de aangifte tijdig en correct indiende.
§ 4. Voor elk belast goed waarvoor een belastingplichtige geen aangifteformulier of voorstel van aangifte heeft ontvangen is hij/zij verplicht, uiterlijk op 30 juni van het aanslagjaar, aan de dienst belastingen en invordering van het stadsbestuur de voor aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen, eventueel op het formulier dat daartoe op verzoek zal worden toegezonden.
Bij gebreke aan aangifte, bij niet-tijdige of onnauwkeurige aangifte door de belastingplichtige, wordt de aanslag van ambtswege gevestigd op grond van de beschikbare gegevens en op de wijze bepaald in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Op het bedrag van de ambtshalve ingekohierde belastingen wordt een verhoging toegepast van 20%.
Het bedrag van deze verhoging wordt eveneens ingekohierd.
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Amendement bij het belastingsreglement op leegstaande woningen.
Op de zitting van het CBS van 3 november 2022 kon men een bezwaarschrift lezen van een inwoner van onze Stad betreffende de belasting, zeg maar boete, op leegstaande woningen.
Verleden week heb ik tegen voorzitter Vandermeeren nog gezegd dat elke verandering ontstaat uit een zekere verontwaardiging. U zult mij begrijpen wanneer ik U dit verslag met het, toch wel frappante, bezwaarschrift voorlees :
Het aanslagbiljet werd verzonden aan belastingplichtige op 13 juli 2021 voor het aanslagjaar 2021 waarbij belastingplichtige werd aangeslagen voor een bedrag van 1.200 euro
Er werd een administratieve akte tot vaststelling van leegstand voor het pand gelegen te 3580 Beringen opgemaakt op 29 januari 2020 vermits er sedert 9 december 2018 geen inschrijving meer was in dit pand en er geen aangifte voor een tweede verblijf gedaan werd.
Op 29 januari 2020 werd de eigenaar met een aangetekende brief op de hoogte gebracht van de opname in het leegstandsregister van het pand gelegen te 3580 Beringen.
Op 7 oktober 2020 werd de eigenaar herinnerd aan de opname in het leegstandsregister van het pand en de hierbij horende heffingsplicht van 1.200 euro voor het aanslagjaar 2021. Wegens de Corona-lockdown werd de heffingsdatum met 2 maanden verschoven naar 29 maart 2021. Op de heffingsdatum (29 maart 2021) voor het aanslagjaar 2021 was er geen vrijstelling aangevraagd. Hierdoor is er een belasting op leegstaande woningen en/of gebouwen van 1.200 euro verschuldigd voor het aanslagjaar 2021.
Voor wat de argumenten betreft, wordt er verwezen naar het bovenvermelde bezwaarschrift:
"Ik heb op 13 juli 2021 een aanslagbiljet ontvangen voor het betalen van een bedrag van 1200€ voor een leegstaande woning. Ik vind het zeer spijtig dat ik, ondanks al mijn inspanningen en persoonlijk leed, dit aanslagbiljet ontvangen heb. Ik wil bij deze dan ook graag bezwaar indienen tegen de betaling van deze som. Graag zou ik een vrijstelling wegens overmacht willen aanvragen.
Via dit schrijven wil ik u dan ook het hele verloop toelichten tot op de dag van vandaag. Nadat de laatste huurder, na talloze discussies over achterstallige huur en gebrekkig onderhoud, het huis eindelijk had verlaten was ik genoodzaakt om het te renoveren. Aangezien ook de wetgeving omtrent huurwoningen in tussentijd verandert was, besloten we om grondig te renoveren. Volgende renovatiewerken werden uitgevoerd:
Met veel goede moed en inzet ben ik samen met mijn zoon begonnen aan deze renovatie. Door de week werkte ik alleen en in het weekend probeerde mijn zoon in de mate van het mogelijke te komen helpen. Echter sloeg niet veel later het noodlot toe en werd er bij mij prostaatkanker vastgesteld. Na meerdere onderzoeken en het nemen van een biopsie werd er besloten om op 15/03/2019 een eerste operatie in te plannen. Nadien volgde nog een tweede operatie gevolgd door een lang en moeizaam herstel. Het spreekt voor zich dat gedurende deze hele periode de renovatiewerken tijdelijk gepauzeerd werden.
Midden in mijn herstelperiode sloeg het noodlot echter al opnieuw toe. Deze keer was het mijn vrouw die een zware hersenbloeding had gekregen. De bloeding was zo groot dat de artsen een herstel onmogelijk achtten. Na twee weken op de palliatieve afdeling is ze spijtig genoeg overleden.
Het verlies van mijn vrouw in combinatie met mijn moeizaam herstel van kanker vielen me heel zwaar. Ik kan u verzekeren dat ik door een heel diep dal ben gekropen en het tot op de dag van vandaag nog altijd heel moeilijk heb met het plotse verlies van mijn dierbare vrouw!
Maar we zijn uiteindelijk toch verder moeten gaan met de renovatie van het huis. We ontvingen totaal onverwacht op 29/01/2020 een brief van de stad Beringen. Daarin stond vermeld dat het huis opgenomen werd in het leegstandsregister. We waren compleet verrast door deze communicatie aangezien we ervan uitgingen dat gedurende een renovatie, een huis tijdelijk leeg mocht staan. We zijn na dit schrijven verder blijven gaan met de werken tot in maart 2020 plotseling Corona de hele wereld in zijn greep nam. Omwille van de wereldwijde pandemie hebben we verschillende werkzaamheden nog maar eens moeten uitstellen. We zijn in de tweede helft van de zomer pas verder kunnen gaan met de werken. Ik zag het uiteindelijk, na alles wat ik had meegemaakt, niet meer zitten om het huis te verhuren. In samenspraak met mijn zonen heb ik toen beslist om het huis te gaan verkopen. Dit was opnieuw een moeilijke beslissing aangezien het huis voor mij ook een grote emotionele waarde heeft (=ouderlijk huis). Ik heb de verkoop daarom ook overgelaten aan mijn zonen.
Zij hebben in eerste instantie meerdere makelaars gecontacteerd om een schatting uit te voeren en een contractvoorstel op te stellen. Zij hebben een overeenkomst gesloten met een immo-makelaar voor de verkoop van de woning. In eerste instantie was de inschatting van de makelaar dat de verkoop snel zou verlopen aangezien het huis nu volledig gerenoveerd was. Echter gooide Corona ook hier roet in het eten. Bezoeken mochten lange tijd niet plaatsvinden en huizen zonder tuin dicht bij het centrum van Beringen waren plotseling niet meer aantrekkelijk. Na het drastisch verlagen van de verkoopprijs vonden we uiteindelijk toch een koper. De compromis werd getekend en het voorschot werd betaald begin februari 2021. Met andere woorden we zouden de verkoop nog net voor 29/03/2020 (=uiterste termijn van leegstand) kunnen afronden.
Echter hebben we toen opnieuw tegenslag gehad! De koper bleek, na het uitvoeren van een kredietcheck, niet solvabel en kon dus bijgevolg geen hypothecair krediet opnemen bij de bank. Het voorschot werd terug betaald en de verkoop ging niet door. Kortom we moesten terug helemaal opnieuw beginnen. De social media campagne werd terug opgestart en ook alle annonces moesten terug opnieuw online gepubliceerd worden. Na nog maar eens een verlaging van de verkoopprijs vonden we na lange tijd opnieuw een koper. De dank heeft bevestigd dat deze koper wel een hypothecair krediet kan opnemen en de effectieve verkoop zal plaatsvinden op 20/09/2021 bij Notaris Hendrickx in Beringen.
Ik hoop dat u na het lezen van het hele verloop, begrip kan opbrengen voor mijn situatie en mijn verzoek tot vrijstelling alstublieft wil aanvaarden. Ik ben van mening dat in heel deze periode noch de buren noch de stad Beringen op geen enkel moment hinder hebben ondervonden van de leegstand van het huis. Ik heb echt mijn uiterste best gedaan om het huis degelijk te renoveren en te verkopen binnen de vooropgestelde termijn. Echter hebben meerdere onverwachte gebeurtenissen ervoor gezorgd dat dit spijtig genoeg niet gelukt is. Ik zou het heel erg vinden dat ik, na de gemaakte kosten voor de renovatie en de verkoop van het huis aan een sterk verlaagde prijs, ook nog eens belast wordt met de kosten voor leegstand.
Hopend op begrip en in afwachting van uw reactie verblijf ik.".
Vermits er op 29 maart 2021 geen aanvraag voor vrijstelling van toepassing was, kan er voor het aanslagjaar 2021 geen vrijstelling gegeven worden voor de belasting op leegstaande woningen en/of gebouwen.
Daarnaast vermeldt artikel 3 van het belastingreglement: "Deze gemeentebelasting wordt gevestigd op woningen en/of gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister. De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.".
Er kan ook geen vrijstelling gegeven worden in de belasting op leegstaande woningen en/of gebouwen voor de bijkomende argumenten zoals in het bezwaarschrift vermeld (zoals ernstige ziekte met moeilijk herstel, plots overlijden van zijn echtgenote, moeizaam lopende renovatiewerken, problemen bij de verkoop van de woning, ...).
Rekening houdend met het belastingreglement is deze aanslag voor een bedrag van 1.200 euro terecht gevestigd.
Het bezwaarschrift kan om voormelde redenen niet worden ingewilligd.
Beste collega’s raadsleden,
Wat die inwoner van onze Stad meemaakt, deed me denken aan de beproevingen van Job in het Oud Testament. Het is een tragisch verhaal.
Dit moet ook de ambtenaar die het dossier behandelde hebben gedacht. Hij/zij schrijft immers duidelijk in de 2e laatste alinea : “Rekening houdend met het belastingsreglement is deze aanslag van € 1200,00 terecht gevestigd.”
De ambtenaar heeft m.i.correct gehandeld.
In de zitting van het CBS van 17 november 2022, dus 2 weken later, lag er een wijziging van het reglement op tafel.
De wijziging naar datum goedkeuring omgevingsvergunning i.p.v. uitvoerbaarheid is een verbetering gezien de stroefheid en moeilijke communicatie met de Dienst R.O..
Echter, een socio-maatschappelijke luik wordt in het vernieuwde reglement niet opgenomen.
We hebben op de Sociale Dienst en OCMW meerdere sociaal-assistenten. Deze zijn vertrouwd met alle sociale- en gezondheidsproblemen, reglementen, tegenslagen en toestanden die iemand kunnen parten spelen en een geval van heirkracht kunnen vormen. Een verslag van een sociaal assistente zou zo als basis kunnen dienen voor een verlenging van vrijstelling op de leegstandbelasting en een rechtvaardigere basis vormen.
Voorstel
Toevoegen van een socio-maatschappelijk verslag bij een dossier van leegstand als basis voor verder uitstel met één of meerdere heffingsja(a)r(en).
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op de in dit verband geldende onderrichtingen bij de opmaak van budgetten en meerjarenplannen;
Overwegende dat het uitvoeringsbesluit van 11 september 2020 houdende de Vlaamse Codex Wonen de gemeente aanstelt als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid;
Overwegend het besluit van de Vlaamse regering betreffende lokaal woonbeleid van 16 november 2018, artikel 13, 3°;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 9 september 2019 betreffende de subsidieaanvraag IGS HBTL – expertisecel lokaal woonbeleid in Ham, Beringen, Tessenderlo en Leopoldsburg;
Gelet op het reglement betreffende het register leegstaande woningen en gebouwen, goedgekeurd op de gemeenteraad van 20 december 2021, en de latere wijzigingen;
Overwegende dat het wenselijk is dat op het grondgebied van de gemeente beschikbare woningen en gebouwen ook optimaal benut worden;
Overwegende dat in het kader van leegstaande eigendommen van de stad Beringen, belastingplichtige en schuldeiser eenzelfde fiscale entiteit zijn, zullen deze eigendommen worden opgenomen in het leegstandsregister zonder dat er een daadwerkelijke heffing zal plaats vinden;
Overwegende dat op basis van Vlaamse Codex Wonen van 2021 gemeenten een register van leegstaande woningen en gebouwen kunnen bijhouden;
Overwegende de noodzaak om de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de stad te voorkomen en te bestrijden;
Overwegende dat de strijd tegen de leegstaande woningen en gebouwen onder meer een effect zal hebben als de opname van dergelijke gebouwen en woningen in een leegstandsregister ook daadwerkelijk leidt tot een belasting;
Overwegende de vrijstellingen van belasting die in dit reglement zijn opgenomen, omdat die het best aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente;
Overwegende dat, naast het fiscale hoofddoel van de belasting, deze beoogt te streven naar een kwalitatief woonpatrimonium;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
De artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer specifiek de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326 t.e.m. 335;
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
Artikel 2.2.6 van het Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, en volgende wijzigingen;
De Vlaamse Codex Wonen van 2021, zijnde de gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2023-2025, op MJP001856.
Er wordt met ingang van 1 januari 2023 voor een termijn die eindigt op 31 december 2025, ten voordele van de stad Beringen, een belasting geheven op leegstaande woningen, gebouwen en kamers.
Het besluit van 20 december 2021 wordt vanaf 1 januari 2023 opgeheven.
Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit reglement gelden onder meer de begripsomschrijvingen van het Decreet van 17 september 2020 betreffende de Vlaamse Codex Wonen en verdere wijzigingen, dat in dit reglement ‘Vlaamse Codex Wonen’ wordt genoemd.
In dit reglement wordt verstaan onder:
1° Administratie: de stedelijke administratieve eenheid die door het stadsbestuur wordt belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister.
2° Beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen.
3° Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:
a) een aangetekend schrijven;
b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;
c) een elektronisch aangetekend schrijven.
4° Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. [Artikel 1.3, §1 , eerste lid 14°, Vlaamse Codex Wonen]
5° Aanslagjaar: een aanslagjaar loopt van de verjaardag van de opnamedatum tot de volgende verjaardag.
6° Kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt. [Artikel 1.3, §1 , eerste lid 25°, Vlaamse Codex Wonen]
7° Leegstaand gebouw: Een gebouw wordt als leegstaand beschouwd indien meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.
De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2,2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning als die voldoet aan de bouwfysische vereisten. [Artikel 2.10, §1 , Vlaamse Codex Wonen]
8° Leegstaande woning: Een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met:
1/ hetzij de woonfunctie;
2/ hetzij elke andere bij gemeentelijke verordening omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich mee brengt. [Artikel 2.10, §2 , Vlaamse Codex Wonen]
9° Leegstand bij nieuwbouw: een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen 7 jaar na de aangifte van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie. [Artikel 2.10, §3 , Vlaamse Codex Wonen]
10° Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in art 2.9 van Vlaamse Codex Wonen van 2021;
11° Opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning in het leegstandsregister wordt opgenomen.
12° Renovatienota: een nota die bestaat uit:
- een gedetailleerd overzicht van welke stedenbouwkundig niet-vergunningsplichtige werken worden uitgevoerd;
- een gedetailleerd tijdschema waarin de fasering van de werken wordt toegelicht en wordt aangegeven binnen welke periode de werken zullen worden uitgevoerd;
- een gedetailleerd bestek of kopie van de offertes of facturen waaruit blijkt dat de werken uitgevoerd zijn of uitgevoerd zullen worden;
- een plan of schets en enkele foto’s van de bestaande toestand van het te renoveren gedeelte;
- Indien van toepassing een akkoord van de mede-eigenaars.
13° Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt.
14° Woning: een goed, vermeld in Artikel 1.3, §1 , eerste lid 66° van de Vlaamse Codex Wonen (elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande).
15° Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:
a) de volle eigendom;
b) het recht van opstal of van erfpacht;
c) het vruchtgebruik.
15° Zorgwoning of zorgwonen: woonvorm waarbij de zorgbehoevende persoon inwoont bij aanverwanten of derde ter ondersteuning van de zorgbehoefte en voldoet aan de definitie terzake uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening [art. 4.1.1, 18°].
Deze gemeentebelasting wordt gevestigd op woningen, gebouwen en kamers die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister.
De belasting voor een leegstaande woning, een leegstaand gebouw of een leegstaande kamer is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning, kamer, of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister. Zolang het gebouw, de woning of de kamer niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.
Belastingplichtige
§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde over het leegstaande gebouw of de leegstaande woning of kamer op de verjaardag van de opnamedatum.
Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
§3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. De instrumenterende ambtenaar stelt de administratie binnen twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe zakelijk gerechtigde.
Tarief van de activeringsbelasting
De belasting bedraagt voor het eerste aanslagjaar:
- € 1200 voor een leegstaand gebouw
- € 1200 voor een leegstaande woning
- € 300 voor een leegstaande kamer
De belasting bedraagt voor het tweede aanslagjaar:
- € 2400 voor een leegstaand gebouw
- € 2400 voor een leegstaande woning
- € 600 voor een leegstaande kamer
De belasting bedraagt voor het derde aanslagjaar:
- € 3600 voor een leegstaand gebouw
- € 3600 voor een leegstaande woning
- € 900 voor een leegstaande kamer
De belasting bedraagt voor het vierde aanslagjaar:
- € 4800 voor een leegstaand gebouw
- € 4800 voor een leegstaande woning
- € 1200 voor een leegstaande kamer
De belasting bedraagt voor het vijfde aanslagjaar en de volgende aanslagjaren:
- € 6000 voor een leegstaand gebouw
- € 6000 voor een leegstaande woning
- € 1500 voor een leegstaande kamer
Het aantal termijnen van twaalf maanden, zoals omschreven in artikel 3, dat aan de basis ligt van de tariefbepaling voor een woning, gebouw of kamer dat in het leegstandsregister staat, wordt herrekend bij volledige overdracht van het zakelijk recht. Met dien verstande dat de eerste heffing zal plaatsvinden op de verjaardag van de opnamedatum, aan het tarief voor het eerste aanslagjaar.
Vrijstellingen van leegstandsbelasting
§1. Een vrijstelling van de leegstandsbelasting kan via beveiligde zending aangevraagd worden bij de administratie. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals vermeld in dit reglement, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen. Een vrijstelling wordt telkens voor het lopende aanslagjaar toegekend. Indien er volgens het reglement voor meerdere aanslagjaren een vrijstelling kan toegekend worden, moet de vrijstelling elk aanslagjaar opnieuw aangevraagd worden. De aanvraag dient telkens te worden ingediend voor het verstrijken van de verjaardag van de opnamedatum.
§ 2. De vrijstellingsaanvraag vermeldt minstens:
De vrijstellingsaanvraag kan enkel ingediend worden door de zakelijk gerechtigde of zijn vertegenwoordiger, behalve wanneer anders vermeld in dit reglement.
§3. Van de leegstandsbelasting zijn vrijgesteld:
1° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, een serviceflat betrekt of valt onder de definitie zorgwonen voor een periode van max. 24 maanden vanaf opname in het leegstandsregister.
2° de belastingplichtige die reeds 6 maanden in een psychiatrische instelling verblijft op datum van heffing, mits voorleggen van een bewijs van een erkende instelling voor een periode gedurende max. 24 maanden volgende op de opname in het leegstandsregister.
3° de belastingplichtige die actieve medewerking verleent aan projecten ter bestrijding van leegstand, goedgekeurd door de Stad Beringen. De vrijstelling geldt voor de periode van en onder de voorwaarden van het goedgekeurde project.
4° wanneer de leegstand het gevolg is van overmacht, d.w.z. te wijten is aan redenen buiten de wil van de zakelijk gerechtigde van wie redelijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de leegstand.
§4. Een vrijstelling wordt verleend als het gebouw, de woning of de kamer:
1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;
2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;
3° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp. Deze vrijstelling kan maximaal drie keer verleend worden in de 36 maanden volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;
4° gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning of renovatienota voor stabiliteitswerken, sloopwerkzaamheden of werken die redelijkerwijs gebruik of bewoning onmogelijk maken. Deze vrijstelling kan maximaal twee keer verleend worden in de 24 maanden volgend op de datum van toekenning omgevingsvergunning (= Datum goedkeuring van College van burgemeester en schepenen) of de goedkeuring van de vrijstelling op basis van renovatienota.
Voor de tweede aanvraag maakt de zakelijk gerechtigde bewijsmateriaal m.b.t. de verbouwing en/of renovatie over aan de administratie. Deze vrijstellingsgrond kan slechts 1 maal ingeroepen worden door een zakelijk gerechtigde per pand. Bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw, de woning of de kamer kan deze vrijstellingsgrond opnieuw éénmalig ingeroepen worden.
5° Voor het slopen, verbouwen of renoveren van 5 of meer woningen en/of gebouwen om economische efficiëntieredenen is het mogelijk een vrijstelling aan te vragen. De geïnventariseerde woning of het geïnventariseerde gebouw maakt deel uit van de sloop-, verbouw- of renovatieplannen. Dit kan op voorwaarde dat er een planning voorgelegd wordt en erover gerapporteerd wordt op het lokaal woonoverleg. Indien de belastingplichtige geen deel uitmaakt van het lokaal woonoverleg, zal hij voor dit punt jaarlijks uitgenodigd worden tot de oplevering van het desbetreffende project. Het lokaal woonoverleg formuleert bijgevolg een advies voor het college van burgemeester en schepenen over de vrijstelling voor het betreffende aanslagjaar.
6° Krachtens decreet beschermd als monument of krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap: deze vrijstelling kan vier keer verleend worden in een aaneengesloten periode van 48 maanden onder voorwaarde dat de zakelijk gerechtigden actief aan de restauratie werken. Vanaf de tweede aanvraag onder deze vrijstelling voegt de zakelijk gerechtigde bewijsmateriaal toe.
7° een bodemsaneringsproject lopende/in uitvoering heeft, ingediend bij OVAM, ment dien verstande dat:
• het bodemsaneringsproject de woning/het gebouw zelf intern treft;
• of het bodemsaneringsproject het kadastraal perceel treft waarop de woning of het gebouw zich bevindt, waarbij de bewoonbaarheid van de woning onmogelijk gemaakt wordt;
• er een attest ter zake van OVAM moet voorgelegd worden ter staving;
• deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 36 maanden, volgend op de datum van de beslissing van OVAM inzake het beschrijvend Bodemonderzoek.
Administratieve geldboete
Een administratieve geldboete van 250 euro wordt opgelegd in geval van:
- De weigering om mee te werken aan een fiscale controle;
- De weigering om boeken of bescheiden voor te leggen.
Deze boete kan ook opgelegd worden aan een derde, niet-belastingplichtige.
De administratieve geldboete wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
De administratieve geldboete moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Inkohiering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Bezwaar
De belastingplichtige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Bekendmaking
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op de in dit verband geldende onderrichtingen bij de opmaak van budgetten en meerjarenplannen;
Overwegende dat door de inname van het openbaar domein, het openbaar domein niet wordt gebruikt overeenkomstig zijn bestemming;
Overwegende dat een inname van het openbaar domein op verschillende wijzen kan gebeuren en het daarom noodzakelijk is om deze onder te verdelen in verschillende categorieën;
Overwegende dat de verschillende categorieën van privatieve inname onderworpen worden aan een verschillend belastingtarief, rekening houdende met de wijze waarop en de graad van hinderlijkheid van de inname van het openbaar domein;
Overwegende dat de ingebruikneming van het openbaar domein beperkingen oplegt aan het normale doorgaand verkeer, hinder veroorzaakt en bijkomende kosten met zich meebrengt voor de gemeente;
Overwegende dat de inname op het openbaar domein daarenboven vereist dat er een verhoogd toezicht plaatsvindt;
Overwegende dat de gemeente bovendien ook inkomstenderving ondervindt door de inname van het openbaar domein, wanneer constructies worden geplaatst op de betalende parkeerplaatsen of op parkeerplaatsen gelegen in de blauwe zone;
Overwegend dat het passend is om bepaalde innames van het openbaar domein (oa voor werkzaamheden) vrij te stellen van belasting, gelet op het maatschappelijk doel van de instellingen die het openbaar domein innemen;
Overwegende dat het evident is om evenementen die worden ondersteund door de stad niet te belasten;
Overwegende dat het passend is om een vrijstelling in te voeren voor de ingebruikname van het openbaar domein voor containers die exclusief bedoeld zijn voor asbestophaling vermits het een positief element is dat het asbest verwijderd wordt en dit aansluit op het Vlaams beleid om de verwijdering van asbest te ondersteunen;
Overwegende dat het verantwoord is om met de invoering van dit belastingreglement de kosten te financieren en de overlast zoveel mogelijk te beperken;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
De artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer specifiek de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326 t.e.m. 335;
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Het politiereglement: privatieve ingebruikneming van het openbaar domein van 12 maart 2012, en latere wijzigingen.
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2022-2025 op MJP001812
Er wordt met ingang van 1 januari 2023 voor een termijn die eindigt op 31 december 2025, ten voordele van de stad Beringen, een belasting geheven op de ingebruikneming van het openbaar domein.
Het besluit van 9 maart 2020 wordt vanaf 1 januari 2023 opgeheven.
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die het openbaar domein in gebruik neemt.
De tarieven worden vastgesteld als volgt:
1. Terrassen en/of uitstallen van koopwaar:
a) met scheidingswanden die dagelijks worden verwijderd en zonder vaste constructie: 4 euro/m²/jaar met een minimum van 20 euro
b) met scheidingswanden die niet dagelijks worden verwijderd en/of met een vaste constructie: 8 euro/m²/jaar met een minimum van 40 euro
2. Permanente ingebruiknemingen van het openbaar domein voor automaten, publiciteitsmateriaal, fietsenstallingen, kledingcontainers, ... : 4 euro/m²/jaar met een minimum van 40 euro
3. Tijdelijke ingebruiknemingen van het openbaar domein voor bouwwerven, containers, bouwkranen, hoogtewerkers, materialen, tenten, voertuigen, aanhangwagens, evenementen, ... waarbij de doorgang voor gemotoriseerd verkeer in minstens één richting gevrijwaard wordt:
a) ingebruiknemingen voor een periode van minder dan of gelijk aan 6 maanden: 0,40 euro/m²/dag
b) ingebruiknemingen vanaf de 7de maand: 0,80 euro/m²/dag
4. Huurprijs van een verkeersbord om de ingebruikneming te signaliseren: 25 euro/bord/maand. Iedere begonnen maand wordt als een volledige maand gerekend.
5. Afsluiten van (een deel van) de straat: 100 euro/dag. Hiermee worden de situaties beoogd waarbij de doorgang voor gemotoriseerd verkeer in de betrokken straat onderbroken wordt.
De oppervlakte van inneming zal berekend worden op de meest uitspringende gedeelten van de betreffende inneming van op de grond tot op een hoogte van 2,50 meter. Voor de berekening van de belasting zal elk gedeelte van een vierkante meter als een volledige vierkante meter worden gerekend.
Zijn vrijgesteld van de belasting:
- Werken uitgevoerd voor rekening of in opdracht van openbare besturen
- Het oprichten of verbouwen van woongelegenheden door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of door haar gewestelijke en/of plaatselijke bouwmaatschappijen voor de duur verbonden aan de normale en redelijke vooruitgang der werken
- De éénmalige inneming die beperkt is in duur en binnen de 24 uren wordt opgeruimd. Indien de ingebruikname van het openbaar domein verschillende dagen na mekaar plaats vindt (met tussendoor ontruiming van het openbaar domein), zal dit als een aaneengesloten periode beschouwd worden en is de belasting op ingebruikname openbaar domein verschuldigd. Situaties zoals bedoeld in artikel 3.5 vallen niet onder deze vrijstelling.
- Ingebruiknemingen van het openbaar domein of afsluitingen van (een deel van) de straat door onderwijsinstellingen, zorginstellingen en verenigingen zonder winstoogmerk, die aangesloten zijn bij een stedelijk adviesorgaan en in aanmerking komen voor stedelijke subsidies
- Ingebruiknemingen van het openbaar domein of afsluitingen van (een deel van) de straat voor activiteiten van en in samenwerking met de stad (bv. speelstraten, schoolstraten, buurt- en straatfeesten, activiteiten jeugdverenigingen) en voor activiteiten van verenigingen waarbij de opbrengst van het evenement integraal naar een goed doel gaat
- Ingebruiknemingen van het openbaar domein die exclusief voor asbestophaling bedoeld zijn
§ 1. Elke belastingplichtige moet per afzonderlijke ingebruikname van het openbaar domein zoals bedoeld in artikel 3 van onderhavig reglement een aangifte doen. Het stadsbestuur stelt daartoe aangifteformulieren ter beschikking. De correct ingevulde, gedag- en gehandtekende aangiften moeten voor de in artikel 3.3 bedoelde ingebruiknames uiterlijk op 1 week voor de inname toekomen bij de dienst verkeer van het stadsbestuur en voor de in artikel 3.1 en 3.2 bedoelde ingebruiknames uiterlijk op 30 juni van het aanslagjaar toekomen bij de dienst belastingen en invordering van het stadsbestuur.
§ 2. Wanneer alle aangiftegegevens van een inname gekend zijn door de dienst belastingen en invordering van het stadsbestuur, kan aan de belastingplichtige daarvoor een voorstel van aangifte worden bezorgd, waarop de aangiftegegevens reeds staan ingevuld.
Een belastingplichtige is vrijgesteld van de in § 1 voorgeschreven aangifteplicht op voorwaarde dat hij/zij een voorstel van aangifte ontving. Deze vrijstelling van aangifteplicht geldt slechts indien de voorgedrukte gegevens op het voorstel van aangifte overeenstemmen met de werkelijkheid.
Indien de belastingplichtige vaststelt dat de voorgedrukte gegevens onjuist en/of onvolledig zijn moet hij/zij het voorstel van aangifte verbeterd terugzenden. De terugzending moet tijdig gebeuren zoals beschreven in § 1.
Het teruggezonden voorstel van aangifte moet duidelijk en volledig alle correcte gegevens vermelden en de nodige verbeteringen moeten worden aangebracht.
§ 3. Het is de belastingplichtige die moet bewijzen dat hij/zij het verbeterde voorstel van aangifte of de aangifte tijdig en correct indiende.
§ 4. Voor elke belaste inname waarvoor een belastingplichtige geen aangifteformulier of voorstel van aangifte heeft ontvangen is hij/zij verplicht, binnen de in § 1 gestelde termijn, aan de dienst verkeer of belastingen en invordering van het stadsbestuur de voor aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen, eventueel op het formulier dat daartoe op verzoek zal worden toegezonden.
Bij gebreke aan aangifte, bij niet-tijdige of onnauwkeurige aangifte door de belastingplichtige, wordt de aanslag van ambtswege gevestigd op grond van de beschikbare gegevens en op de wijze bepaald in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Op het bedrag van de ambtshalve ingekohierde belastingen wordt een verhoging toegepast van 20%.
Het bedrag van deze verhoging wordt eveneens ingekohierd.
Een administratieve geldboete van 250 euro wordt opgelegd in geval van:
- De weigering om mee te werken aan een fiscale controle;
- De weigering om boeken of bescheiden voor te leggen.
Deze boete kan ook opgelegd worden aan een derde, niet-belastingplichtige.
De administratieve geldboete wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
De administratieve geldboete moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Overwegende dat het uitlenen van materieel en het leveren van diensten voor de gemeente een kostelijke aangelegenheid is;
Overwegende dat het verantwoord is om een retributiereglement in te voeren, waarbij een aantal billijke tarieven worden vastgelegd om de kosten van de geleverde prestaties te vergoeden;
Overwegende dat de gebruiker hiervan individueel het voordeel geniet en het aldus verantwoord is om van deze gebruiker een billijke vergoeding te vragen;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 173 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40 §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2022-2026 op diverse meerjarenplannen.
Met ingang van 1 januari 2023 wordt, ten voordele van de stad Beringen, een retributie aangerekend voor het uitlenen van materieel en het leveren van diensten door het Beleidsdomein Mens (jeugd en sport, bibliotheek, academie voor muziek, woord en dans).
Het besluit van 14 maart 2022 wordt vanaf 1 januari 2023 opgeheven.
De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de dienst.
De retributie bedraagt:
1) Dienst Jeugd en Sport
Activiteiten
1. Kinderen
A. Vrije tijd
Voor de activiteiten voor kinderen vermeld onder vrije tijd (A1 tot en met A4) kan het sociaal tarief toegepast worden. Het sociaal tarief is 80% korting op de hieronder vermelde retributie met een minimum van 1 euro. Volgende groepen hebben recht op het sociaal tarief:
- Iedereen die recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming via het ziekenfonds (Het klevertje van het ziekenfonds dient als bewijs);
- OCMW-cliënteel;
- Personen die door het lokaal netwerk vrijetijdsparticipaties worden doorverwezen.
A.1 Naschoolse activiteiten (prijzen per uur)
Bewegingsschool 2,5 euro
Kijk Ik Fiets Afhankelijk van bovenlokale afspraken
Start-to-lessenreeksen Afhankelijk van bovenlokale afspraken
A.2 Vakantieaanbod
1/2 dag formule (zonder uitstap) 2,5 euro
Ganse dag formule (zonder uitstap) 5 euro
Uitstap kostprijs
Weekformule kleuters (1/2 dag met uitstap) 25 euro
Weekformule kleuters (ganse dag met uitstap) 50 euro
Weekformule lager onderwijs 50 euro
Summer Kicks Off (secundair onderwijs) Afhankelijk van bovenlokale afspraken
Speelpleinwerking (1/2 dag) 2 euro
Speelpleinwerking (uitstap) kostprijs
Speelpleinfeest 4 euro
Kerstfun (-14 jarigen) 4 euro
A.3 Sinterklaasshow
Kinderen tot 12 jaar gedomicilieerd in Beringen ontvangen een code: 3 euro
Kinderen ouder dan 12 jaar en volwassenen gedomicilieerd in Beringen: 5 euro
Niet-inwoner (kind en volwassene): 8 euro
A.4 Jeugdwelzijnswerk
Wijkoverschrijdende activiteit ism externe partner: 2 euro
B. Schoolaanbod
Kleutersportdagen (1/2 dag) 2 euro
Schoolsportdagen lager onderwijs (1/2 dag) 2 euro
Schoolsportdagen secundair onderwijs (ganse dag) 13 euro
KIA-D-MAX (ganse dag) 4 euro
C. Busvervoer
Binnen Beringen: gratis
Buiten Beringen: 6 euro per persoon
2. Volwassenen
Start to-lessenreeksen (per uur) Afhankelijk van bovenlokale afspraken
Beweeg Je Fit (per beurt) 3 euro
Beweeg Je Fit (12-beurtenkaart) 30 euro
Jogging (Bosloop) Afhankelijk van bovenlokale afspraken
Bikewash
1 euro per beurt
Consumptieprijzen Mijnstadion en 't Sacske/Korspel
Soort drank | Tarief |
Zware bieren (Duvel) | 3 euro |
Zware bieren (Grimbergen, Carlsberg) en wijnen | 2,50 euro |
Bier / frisdranken / soep / warme dranken (koffie, thee) |
2 euro |
Snoep |
1,80 euro |
2) Dienst Bibliotheek
a) Jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage:
Personen jonger dan 18 jaar |
gratis |
Personen vanaf 18 jaar |
5 euro |
Lenen van materialen, van welke aard ook |
gratis |
b) Comfortdiensten:
Reserveren van materialen (incl. verwittigingsbericht) |
1 euro per materiaal |
Lenen bij andere bibliotheken (IBL): |
3 euro 8 euro 3 euro prijs aangerekend door de uitlenende instelling |
Fotokopiëren en printen per bladzijde: - zwart-wit A4 - zwart-wit A3 - kleur A4 - kleur A3 |
0,10 euro 0,20 euro 0,50 euro 1 euro |
Raadpleging internet |
gratis |
Verkoop bibtas | 2 euro |
c) Retributiegeld:
Het laattijdig terugbrengen van materialen: |
|
Bij beschadiging, verlies, diefstal van het materiaal of bij het niet inleveren na ontvangst van de herinneringsnota |
kostprijs materiaal + 2 euro administratiekosten |
3) Academie voor Muziek, Woord en Dans
a) Werkingskosten:
Tarieven, opgelegd door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs, verhoogd met de algemene kosten voor de gemeente:
- de tussenkomst voor de algemene kosten, kopieën en SEMU bedraagt voor de studierichtingen muziek, woord en dans 8 euro per leerling.
- voor elke bijkomende optie in de individuele muzikale vakken in de studierichting muziek en voor elke bijkomende optie in de studierichtingen woord en dans, wordt het totale inschrijvingsgeld van het verminderd tarief van jongeren gevraagd, opgelegd door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs.
b) Uitleengeld voor instrumenten per jaar:
Instrument |
Lagere graad |
Dwarsfluit |
50 euro |
Saxofoon |
50 euro |
Trompet |
50 euro |
Cello |
50 euro |
Hobo |
50 euro |
Hoorn |
50 euro |
Viool |
40 euro |
Bugel |
50 euro |
Klarinet |
50 euro |
Gitaar |
40 euro |
Xylofoon |
50 euro |
Contrabas |
50 euro |
Fagot |
50 euro |
Trombone |
50 euro |
Piccolo |
50 euro |
Voor leerlingen uit de middelbare graad wordt het huurgeld bepaald op het huurgeld van de lagere graad, vermeerderd met:
- middelbare graad, eerste leerjaar: + 15 euro
- middelbare graad, tweede leerjaar: + 30 euro
- middelbare graad, derde leerjaar: + 45 euro
Het uitleengeld voor instrumenten aan kinderen van éénzelfde gezin bedraagt vanaf het tweede kind voor de lagere, middelbare en hogere graad 25,00 euro.
In alle hogere graden en aan leerlingen die een 2de instrument volgen wordt het huurgeld gebracht op het normale huurgeld vermeerderd met 60 euro.
c) Podiumkampen (kennismaking met muziek, theater en dans - ganse dag):
40 euro per kamp
Sociaal tarief:
Volgende groepen hebben recht op het sociaal tarief. Het sociaal tarief is 80% korting op de hierboven vermelde retributie met een minimum van 1 euro per deelname:
- Iedereen die recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming via het ziekenfonds (Het klevertje van het ziekenfonds dient als bewijs);
- OCMW-cliënteel;
- Personen die door het lokaal netwerk vrijetijdsparticipaties worden doorverwezen.
4) Dienst Verkeer
Omschrijving |
Huur |
Waarborg |
Materiaal wegkapitein (armbandje, C3-bord, hesje) |
gratis |
25 euro |
5) Dienst Toerisme, recreatie en evenementen
Omschrijving |
Prijs |
Toegangsbadge slagboom van de vissersweg Paalse Plas |
10 euro |
Toegangsbadge slagboom van de vissersweg Paalse Plas voor personen met een parkeerkaart voor mindervalide |
gratis |
Gemeentelijke vergunning visserij Paalse Plas, inwoner van Beringen |
gratis |
Gemeentelijke vergunning visserij Paalse Plas, kinderen tot en met 17 jaar (1 hengel) |
gratis |
Gemeentelijke vergunning visserij Paalse Plas, niet-inwoner van Beringen (per jaar) |
30 euro |
Registratie niet-leden organiserende clubs en inwoner van Beringen voor deelname aan groepstrainingen zwemmen Paalse Plas | gratis |
Registratie niet-leden organiserende clubs en niet-inwoner van Beringen voor deelname aan groepstrainingen zwemmen Paalse Plas | 30 euro |
Registratie van een vaartuig van een inwoner van Beringen om zich met dit vaartuig op de Paalse Plas te begeven | gratis |
Registratie van een vaartuig van een niet-inwoner van Beringen om zich met dit vaartuig op de Paalse Plas te begeven | 30 euro per vaartuig |
Toegangsprijs voor Speeltuin 't Fonteintje
Niet-Beringse scholen die buiten de openingsuren van Speeltuin 't Fonteintje gebruik wensen te maken moeten vooraf een aanvraag indienen, het bezoek is enkel mogelijk indien dit past in de planning van de domeinbeheerder. De toegangsprijs bedraagt 1 euro per bezoeker (begeleiders niet meegeteld) met een minimum van 50 euro per groep, bij de aanvraag wordt een richtaantal doorgegeven dat zo goed mogelijk de realiteit benadert. De groep kan tot 3 werkdagen vooraf annuleren, bij laattijdige annulatie zal het volledig verschuldigd bedrag gefactureerd worden op basis van het aantal dat doorgegeven werd bij de aanvraag.
6) UITPAS
* Beringenaar (levenslang geldig): 5 euro
* Mensen in armoede uit Beringen: 1 euro
* Jongeren tussen 0-18 jaar: 1 euro
* Niet-Beringenaar: 5 euro
* Tarief voor een UITPAS na verlies: 2 euro
De betaling dient te gebeuren:
- Voor het uitlenen van materieel:
De retributie en de waarborgsom dienen betaald te worden aan de dienst financiën voor de afhaling of levering van de materialen. Deze waarborgsom wordt integraal vrijgegeven bij de inlevering van het gebruikte materieel en dit wanneer het goed in dezelfde toestand verkeert als bij het afhalen.
Eventuele schade en verlies van het materieel zal verhaald worden op de huurder en dit overeenkomstig een door het college van burgemeester en schepenen opgestelde onkostennota.
- Voor het leveren van diensten:
* indien onmiddellijk berekenbaar: bij het verstrekken van de dienst;
* in het andere geval: na ontvangst van de desbetreffende factuur.
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de factuur.
Bij niet-minnelijke regeling van de verschuldigde retributie zal de inning geschieden met alle geëigende rechtsmiddelen.
In geval van laattijdige betaling van de retributie worden de wettelijke nalatigheidsintresten aangerekend vanaf de vervaldag.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op de in dit verband geldende onderrichtingen bij de opmaak van budgetten en meerjarenplannen;
Gelet op het feit dat Limburg.net een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid is, en meer bepaald een opdrachthoudende vereniging zoals bedoeld in artikel 12, §2 ,3° van het decreet van 6 juli 2001 houdende de Intergemeentelijke Samenwerking;
Gelet op het lidmaatschap van de stad Beringen bij Limburg.net;
Gelet dat Limburg.net ertoe heeft besloten om de financiële aspecten van de ophaling en de verwerking van de huishoudelijke en de daarmee vergelijkbare afvalstoffen te optimaliseren voor het werkgebied van Limburg.net;
Gelet dat Limburg.net hiertoe een uniform stelsel van heffingen voor de ophaling en verwerking voorstelt, met inbegrip van een stelsel dat de inning van deze heffingen centraliseert bij Limburg.net, waarbij voorzien is dat een gemeente/stad kan instappen in het systeem van intergemeentelijke inning van de kohierbelasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen, genaamd de ‘directe inning’ (zie beslissing raad van bestuur van Limburg.net van 28-08-2013);
Gelet op de statuten van Limburg.net en in het bijzonder artikel 3 waaruit blijkt dat stad Beringen als deelnemer van Limburg.net, afstand heeft gedaan aan Limburg.net van haar beheers- en reglementeringsrechten inzake het afvalbeheer, de afvalverwijdering en -verwerking en dit binnen het maatschappelijk doel van Limburg.net;
Overwegende dat Stad Beringen met ingang vanaf 1 januari 2014 ingestapt is in het systeem van ‘directe inning’ zoals georganiseerd door Limburg.net;
Overwegende dat Stad Beringen via een apart gemeenteraadsbesluit een Convenant tussen de stad en Limburg.net goedgekeurd heeft waarin de nodige afspraken betreffende de ‘directe inning’ zijn uitgewerkt;
Gelet de convenant zoals afgesloten is tussen stad Beringen en Limburg.net, waarbij stad Beringen zich geëngageerd heeft om binnen stad Beringen het uniform stelsel van heffingen voor de ophaling en verwerking van afval zoals door de raad van bestuur van Limburg.net wordt uitgewerkt, toe te passen;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
De artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer specifiek de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326 t.e.m. 335;
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
Zonder afbreuk te doen aan onderhavig reglement en de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn op de in dit reglement vastgestelde kohierbelasting volgende bepalingen nog van toepassing:
- de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6, 7 en 8 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek voor zover deze bepalingen niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
- het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met uitzondering van artikel 43 tot en met 48.
Gelet op het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid op de artikelen 10 en 26;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), inzonderheid op artikel 5.1.1. en volgende;
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2022-2026 op MJP000884.
Met ingang van 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025, wordt in de stad Beringen volgens de bepalingen van dit reglement een kohierbelasting gevestigd voor de basisdienst van het inzamelen en verwerken van diverse fracties huishoudelijke afvalstoffen.
Het besluit van 20 december 2021 wordt vanaf 1 januari 2023 opgeheven.
Bepalingen eigen aan de uniformiteit van de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen in het bedieningsgebied:
In alle gemeenten in het bedieningsgebied van Limburg.net waar een gelijk reglement als dit reglement is goedgekeurd, geldt als beginsel voor de toepassing van dit reglement, dat de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen ingericht door Limburg.net uniform verloopt en inwisselbaar is voor alle belastingplichtigen van deze gemeenten.
Dit houdt in:
Definities:
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° huishoudelijke afvalstoffen: de afvalstoffen zoals gedefinieerd in artikel 3, 17° van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
2° huisvuil: alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en de gelijkgestelde afvalstoffen die ongesorteerd en conform het afvalreglement in de voorgeschreven recipiënten voor huisvuilophaling worden aangeboden, met uitzondering van de selectief ingezamelde afvalstoffen zoals papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, keuken- en tuinafval, plasticverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons.
3° Limburg.net: de opdrachthoudende vereniging met maatschappelijke zetel te 3500 Hasselt, Gouverneur Verwilghensingel nr. 32, ingeschreven in de kruispuntenbank der ondernemingen onder het nummer 0214.533.712 en waarvan de gemeente aandeelhouder is.
Limburg.net heeft als opdrachthoudende vereniging tot doel de bevoegdheden van de gemeente uit te oefenen die betrekking hebben op het afvalbeheer, de afvalverwijdering en afvalverwerking in de gemeente met uitsluiting van de bevoegdheid tot het vaststellen van retributies of het uitvaardigen van fiscale en politionele maatregelen. Limburg.net treedt in deze bevoegdheden op in plaats van de gemeente.
Limburg.net wordt in dit reglement belast met de inning en de invordering van de in dit reglement vastgestelde kohierbelasting.
4° het bedieningsgebied: het geografische gebied van de gemeentes die hun bevoegdheden inzake afvalbeheer, afvalverwijdering en afvalverwerking aan Limburg.net hebben overgedragen.
5° afvalreglement: de gemeentelijke politieverordening waarin het beheer en de inzamelwijze van de diverse fracties aan huishoudelijke afvalstoffen in de gemeente wordt gereglementeerd.
6° gezin: voor de toepassing van dit reglement worden beschouwd als een gezin:
- hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft in een woongelegenheid
- hetzij de leefgemeenschap van twee of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk éénzelfde woongelegenheid betrekken en er samenleven.
- hetzij de leefgemeenschap van meerdere personen die gewoonlijk in eenzelfde collectieve woongelegenheid verblijven en er samenleven en waarvan de leden volgens het rijkregister in het bevolkings- of vreemdelingenregister aangeduid staan als lid van een gemeenschap (dit zijn de leden van een kloostergemeenschap, militairen die gewoonlijk in een kazerne verblijven of bewoners die gewoonlijk verblijven in een verzorgingsinstelling voor bejaarden of mindervaliden).
Deze collectieve leefgemeenschappen worden voor de toepassing van dit reglement niet als een gezin beschouwd wanneer hun afval voor een belangrijk deel bestaat uit ander afval dan huisvuil.
7° onderneming: elke afzonderlijke activiteitskern of bedrijfsvestiging op het grondgebied van de gemeente van enige natuurlijke persoon, rechtspersoon, feitelijke vereniging of inrichting, die als hoofd en/of bijkomende activiteit een zelfstandig of een vrij beroep uitoefent of een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent dan wel een gemeenschapstaak vervult.
8° ophaalpunt: elk gebouw met een huisnummer of een busnummer waar een gezin of een onderneming is gevestigd of een bijkomend verblijf heeft en waar in opdracht van Limburg.net huishoudelijke afvalstoffen huis-aan-huis worden opgehaald voor zover ze worden aangeboden op de in het afvalreglement gereglementeerde wijze.
9° basisdienst: het geheel van diensten verleend door Limburg.net waarop de gezinnen gevestigd in de gemeente recht hebben in het bedieningsgebied. De basisdienst omvat:
- Voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil wanneer het huisvuil aan het ophaalpunt moet worden aangeboden in de daartoe voorgeschreven plastic zak:
De huis-aan-huisinzameling op reguliere tijdstippen aan het ophaalpunt van het gezin van het huisvuil in plastic zakken en waar per gezin een jaarlijks quotum huisvuil is inbegrepen, berekend in functie van de gezinssamenstelling (toestand 1 januari):
- Voor de huis-aan-huisophaling van de volgens het afvalreglement te sorteren fracties van huishoudelijke afvalstoffen, die gescheiden huis-aan-huis worden ingezameld:
De huis-aan-huisinzameling op reguliere tijdstippen aan het ophaalpunt van het gezin van deze afzonderlijke fracties huishoudelijke afvalstoffen voor zover ze worden aangeboden in het aangepaste recipiënt en ongeacht of er voor het bekomen van dit recipiënt een contantbelasting verschuldigd is.
- Voor het aan huis ophalen op afroep:
De op afroep ophaling aan het ophaalpunt van het gezin van herbruikbare goederen, die conform het afvalreglement ter ophaling worden aangeboden. Onder herbruikbare goederen wordt verstaan de afgedankte huishoudelijke goederen, maar met uitzondering van enig elektrisch of elektronisch apparaat, die op zichzelf geen afvalstof zijn en waarvan de staat voldoende is om ze, eventueel na schoonmaken en een kleine herstelling, te hergebruiken voor hetzelfde doel als dat waarvoor ze waren bedoeld.
- Voor het brengen van huishoudelijke afvalstoffen naar de door Limburg.net beheerde inzamelpunten:
1/ Voor de recyclageparken:
* De toegang tot de recyclageparken in de gemeenten van het bedieningsgebied waar het recyclagepark door Limburg.net wordt uitgebaat, voor de gezinnen die toegang nemen tot het recyclagepark met hun E-Identiteitskaart en voor zover het reglement betreffende de tarieven op aanvoer van afvalstoffen aan de geautomatiseerde recyclageparken van Limburg.net wordt gerespecteerd.
* Het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op de recyclageparken in de gemeenten van het bedieningsgebied waar het recyclagepark door Limburg.net wordt uitgebaat, tot de maximumquota van specifieke fracties van huishoudelijke afvalstoffen volgens het door de raad van bestuur van Limburg.net goedgekeurde reglement betreffende de tarieven op aanvoer van afvalstoffen aan de geautomatiseerde recyclageparken van Limburg.net en voor zover dit reglement wordt gerespecteerd. Ondernemingen genieten deze quota niet, met uitzondering van het afval waarvoor het 0-tarief geldt, waar zij eveneens gerechtigd zijn gratis aan te leveren.
* De pmd-fractie wordt steeds aangeleverd in de voorgeschreven blauwe plastic zak.
2/ Voor de straat- of wijkcontainers:
* Het deponeren van de huishoudelijke afvalstoffen glas of textiel in de daartoe geëigende straat- of wijkcontainers.
De vermelde basisdiensten omvatten telkens de inzameling en de verwerking van de vermelde huishoudelijke afvalstoffen.
10° CARDS: de databank waarin LIMBURG.NET per gezin of per onderneming registreert:
- de relevante identificatiegegevens van het gezin of de onderneming en de referentiepersoon van het betrokken gezin of onderneming.
- alle andere geregistreerde gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen die nuttig zijn voor de toepassing van het belastingsreglement.
- de rekenstaat van het gezin of de onderneming.
11° referentiepersoon: de meerderjarige persoon die in de CARDS-databank als referentiepersoon voor het gezin of de onderneming wordt vermeld. Als de registratie gebeurt:
- voor een gezin wordt van rechtswege de persoon die, volgens de opgave van het rijksregister, als referentiepersoon van het gezin, vermeld staat in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister, ook geregistreerd als de referentiepersoon in CARDS.
- voor een onderneming kan de onderneming de referentiepersoon zijn; zo niet is het een meerderjarige natuurlijke persoon die geacht wordt de onderneming te vertegenwoordigen.
12° rekenstaat: de rekenstaat is de individuele rekening die per gezin of per onderneming in de CARDS-databank wordt bijgehouden en waarop afzonderlijk worden ingeschreven:
- de volgens dit reglement verschuldigde kohierbelasting
- wat de schuld of het quotum is van het gezin of de onderneming.
Bepalingen inzake de CARDS-databank:
Om gebruik te kunnen maken van de dienstverlening voor de inzameling en verwijdering van de aangeboden huishoudelijke afvalstoffen en/of om toegang te krijgen tot de recyclageparken, moeten de gezinnen of de ondernemingen op het grondgebied van de gemeente zich laten registreren in de Limburg.net CARDS-databank. De registratie kan gebeuren bij de bevoegde gemeentedienst. Voor zover de gegevens van het gezin zijn opgenomen in het rijksregister (via het bevolkings- of vreemdelingenregister) is er geen afzonderlijke registratie vereist, maar voert Limburg.net de registratie uit op basis van deze gegevens.
Voor elk gezin of elke onderneming zoals omschreven in artikel 9 van dit reglement is een registratie verplicht en is er maximaal één registratie mogelijk.
Per gezin of per onderneming in het bedieningsgebied wordt er in de databank een CARDS-formulier aangemaakt. Het formulier omvat voor het gezin of de onderneming de vermelding van de referentiepersoon, het adres, een bankrekeningnummer, een detail van de diensten waarvan gebruik kan gemaakt worden, een rekenstaat, het rijksregisternummer of nummer van het vreemdelingenregister van de referentiepersoon, het ondernemingsnummer, het nummer van de E-identiteitskaart en het LIMBURG.NET-klantennummer. Er wordt geregistreerd of het CARDS-formulier wordt aangemaakt voor een gezin of voor een onderneming. Indien de referentiepersoon bereid is deze gegevens te verstrekken, vermeldt het formulier ook één telefoonnummer en een e-mailadres van het gezin of de onderneming.
Op basis van het bedrag van de rekenstaat in de CARDS-databank en in functie van de beschikbare diensten wordt bepaald of er aan de belastingplichtige betalingsuitnodigingen verstuurd worden en of de belastingplichtige in de voorwaarden verkeert om dienstverlening inzake ophaling, inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen te ontvangen.
Wanneer er niet langer beroep wordt gedaan op enige dienst inzake huishoudelijke afvalstoffen en dit gemeld wordt aan Limburg.net sluit Limburg.net de CARDS-registratie voor het gezin of de onderneming. Limburg.net vereffent de rekenstaat van het gezin of de onderneming door invordering van de nog openstaande schulden aan belastingen.
Algemene beginselen:
De verschuldigde kohierbelasting omvat, verrekend per belastingplichtige, alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de huishoudelijke afvalstoffen die aangeboden worden in het kader van de basisdienst, voor zover de afvalstoffen worden aangeboden volgens de bepalingen van het afvalreglement. Deze kosten worden berekend door Limburg.net. Limburg.net brengt deze kostenberekening ter kennis aan de gemeente.
Zonder afbreuk te doen aan onderhavig reglement en de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn op de in dit reglement vastgestelde kohierbelasting volgende bepalingen nog van toepassing:
- de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6, 7 en 8 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek voor zover deze bepalingen niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
- het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met uitzondering van artikel 43 tot en met 48.
De belastingplichtige:
De kohierbelasting is verschuldigd door elk gezin dat op 1 januari van het aanslagjaar volgens de opgave van het rijksregister is ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente of dat zonder in een register te zijn ingeschreven op 1 januari van het aanslagjaar effectief en duurzaam verblijft op het grondgebied van de gemeente, daaronder niet begrepen het gezin dat op het grondgebied van de gemeente een tweede verblijfplaats heeft. De kohierbelasting wordt geheven per gezin en is hoofdelijk verschuldigd door alle meerderjarige leden van het gezin.
Het bedrag van de kohierbelasting wordt berekend in functie van het aantal personen die deel uitmaken van het gezin op 1 januari van het aanslagjaar:
- € 104,59 voor een eenpersoonsgezin
- € 117,09 voor een tweepersoonsgezin
- € 123,34 voor een driepersoonsgezin
- € 129,59 voor een vierpersoonsgezin en meer
In dit bedrag voorziet de gemeente een tussenkomst van 37,09 euro zodat de aangerekende bedragen gelijk zijn aan:
- € 67,50 voor een eenpersoonsgezin
- € 80,00 voor een tweepersoonsgezin
- € 86,25 een driepersoonsgezin
- € 92,50 voor een vierpersoonsgezin en meer
Vrijstellingen en verminderingen:
* Volgende categorieën van personen genieten een vrijstelling op de kohierbelasting:
- De gezinnen die als tijdelijk afwezig kunnen beschouwd worden, maar toch ingeschreven blijven in de gemeente waar zij hun hoofdverblijfplaats hebben, de zogenaamde referentieadressen.
- Personen die in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister ingeschreven zijn als lid van een collectieve gemeenschap.
- Zorgbehoevenden die in een zorgwoning wonen en die als dusdanig geregistreerd staan in het bevolkingsregister.
* Volgende categorieën van personen genieten een vermindering van 25 euro op de kohierbelasting indien ten minste één lid van het gezin van de belastingplichtige op 1 januari van het aanslagjaar het statuut van BVT (Begunstigde op Verhoogde Tegemoetkoming) heeft en bijgevolg valt onder minstens één van de uitgebreide categorieën, die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming zoals gekend bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. De hoedanigheidscodes zowel voor “titularis” als “persoon ten laste” zijn:
001 + 011 Weduwnaars en weduwen, invaliden, gepensioneerden en (volle) wezen
002 + 012 Gerechtigden op bestaansminimum en personen die steun ontvangen van een OCMW die geheel of gedeeltelijk ten laste wordt genomen door de federale staat
003 + 013 Gerechtigden op het gewaarborgd inkomen voor bejaarden of het recht op rentebijslag behouden
004 + 014 Gerechtigden aan wie een tegemoetkoming aan gehandicapten wordt verleend
005 + 015 Kinderen met een handicap
006 + 016 Gerechtigden die tenminste 50 jaar zijn en sedert tenminste één jaar de hoedanigheid van volledige werkloze hebben als bedoeld in de werkloosheidsreglementering
009 + 019 Gerechtigde die uitsluitend samenwoont met één of meerdere kinderen ingeschreven te zijnen laste (éénoudergezin)
010 + 020 De rechthebbenden op een verwarmingstoelage die door het OCMW wordt toegekend
100 Rechthebbenden op het OMNIO-statuut
Indien meerdere gezinsleden recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming, wordt de vermindering slechts 1 keer verrekend.
Sancties bij niet-betaling:
Wanneer de kohierbelasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten uit artikel 14 van het wetboek van minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.
Bij niet-betaling binnen de termijn, voorzien in de tweede aanmaning, wordt het dossier in handen gegeven van een gerechtsdeurwaarder; de kosten hiervan vallen volledig ten laste van de belastingplichtige.
Ondeelbaarheid:
De kohierbelasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar. Met uitzondering van de hieronder uitdrukkelijk voorziene situaties zal het overlijden of het verhuizen uit de gemeente in de loop van het aanslagjaar geen aanleiding geven tot enige belastingvermindering of -teruggave.
Volgende verhuissituaties worden uitdrukkelijk geregeld:
De inkohiering en de inning:
De kohierbelasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier, dat jaarlijks wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 2 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De ingekohierde belasting wordt in naam en voor rekening van de gemeente geïnd door Limburg.net, die daartoe wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Daartoe maakt de gemeentelijke financieel directeur het vastgesteld en uitvoerbaar verklaard kohier over aan Limburg.net, die onverwijld instaat voor het opmaken en het versturen van de aanslagbiljetten aan de belastingplichtigen. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.
Het aanslagbiljet wordt nauwkeurig in overeenstemming met het vastgestelde kohier opgesteld en bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 3 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De kohierbelasting is betaalbaar binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet door Limburg.net.
De mogelijkheid van bezwaar:
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingtoeslag of een administratieve geldboete een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn wordt vermeld.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar.
Het bezwaar heeft geen schorsende werking voor het verschuldigd zijn van de ingekohierde belasting.
Het college van burgemeester en schepenen, of een gemeentelijk personeelslid dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding aan de belastingplichtige en verwittigt onmiddellijk Limburg.net via de CARDS databank.
Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Gelet op het decreet omgevingsvergunning dat vanaf 1 juni 2017 van kracht gaat. Vanaf dan dient de gemeente omgevingsvergunningsaanvragen te behandelen ipv stedenbouwkundige vergunningsaanvragen, verkavelingsaanvragen of milieuvergunningsaanvragen
Overwegende dat het beoordelen en het afleveren van de omgevingsvergunningen voor de gemeente een kostelijke aangelegenheid is;
Overwegende de hoge concentratie aan terreinen voor bedrijvigheid die ertoe leidt dat de gemeente bijzondere inspanningen dient te leveren tot de inrichting van milieudiensten;
Overwegende dat er verschillende tarieven worden voorzien omwille van de stijgende impact op de omgeving van de verschillende soorten aanvragen;
Overwegende dat het verantwoord is om een retributiereglement in te voeren, waarbij een aantal billijke tarieven worden vastgelegd om de kosten van de geleverde prestaties te vergoeden;
Overwegende dat de aanvrager hiervan individueel het voordeel geniet en het aldus verantwoord is om van deze aanvrager een billijke vergoeding te vragen;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 173 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40 §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
De gecoördineerde decreten Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en de latere wijzigingen, meer bepaald artikel 4.2.2;
Het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 16 juli 2010 en latere wijzigingen;
Het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014;
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen;
Titels VI en V Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;
Het BVR van 10 februari 2017 tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning;
Het BVR van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst;
Het BVR van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II);
Het BVR van 16 mei 2014 houdende bijkomende algemene en sectorale milieuvoorwaarden voor GPBV-installaties (VLAREM II);
Het BVR van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen.
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2022-2026 op MJP000815.
Met ingang van 1 januari 2023 wordt, ten voordele van de stad Beringen, een retributie aangerekend voor het aanvragen van een omgevingsvergunning.
Het besluit van 30 december 2019 wordt vanaf 1 januari 2023 opgeheven.
De retributie is verschuldigd door de aanvrager die als eerste geregistreerd werd op het (electronisch) aanvraagformulier van de omgevingsvergunning.
Indien er meerdere aanvragers zijn, is elke aanvrager hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de retributie.
De retributie is eveneens verschuldigd indien de omgevingsvergunning niet gerealiseerd wordt binnen de wettelijke termijn.
1) De retributie bij het indienen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden wordt als volgt vastgesteld:
- Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden: 60 euro
- Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de bijstelling van een verkaveling: 60 euro
Indien het dossier tot in de beslissingsfase geraakt, vervallen de kosten van indiening en worden de kosten voor beslissen toegepast.
2) De retributie voor het beslissen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of voor het bijstellen van een verkaveling
wordt als volgt vastgesteld:
- Met wegenaanleg: 250 euro, verhoogd met 30 euro per lot
- Zonder wegenaanleg: 60 euro, verhoogd met 30 euro per lot
Bovenstaande tarieven worden telkens verhoogd met de kosten van het openbaar onderzoek, de kosten van de in te winnen adviezen en de kosten voor een projectvergadering.
De retributie voor het indienen van een melding:
1) Voor het indienen van een melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit: 20 euro
2) Voor het indienen van een melding van de overdracht van een vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit: 20 euro
1) De retributie bij het indienen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit of kleinhandelsactiviteit of vegetatiewijziging wordt als volgt vastgesteld:
- Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning volgens de vereenvoudigde procedure: 30 euro
- Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning volgens de gewone procedure: 60 euro
Indien het dossier tot in de beslissingsfase geraakt, vervallen de kosten van indiening en worden de kosten voor beslissen toegepast.
2) De retributie voor het beslissen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit of kleinhandelsactiviteit of vegetatiewijziging wordt als volgt vastgesteld:
- Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning volgens de vereenvoudigde procedure: 30 euro
- Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning volgens de gewone procedure: 60 euro waarbij volgende verhogingen dienen toegepast te worden indien relevant:
* Verhoogd met 30 euro per bijkomende woongelegenheid/serviceflat/kamer van een gemeenschapshuis
* Verhoogd met 60 euro per bijkomende volledige schijf van 100 m² te bouwen publiek toegankelijke handels- of horecaruimte boven de 100 m² (bij wijziging van bestemming of verbouwingen worden alleen de bijkomende oppervlakte in aanmerking genomen), of per bijkomende volledige schijf van 500 m² gelijkvloerse bedrijfsoppervlakte boven de 500 m².
Bovenstaande tarieven worden telkens verhoogd met de kosten van het openbaar onderzoek, de kosten van de in te winnen adviezen en de kosten voor een eventuele projectvergadering.
3) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
4) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een verandering van een ingedeelde inrichting of activiteit die na de verandering ingedeeld blijft als inrichting of activiteit:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
5) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de omzetting van een milieuvergunning die is ingediend vanaf 10 september 2002 en verleend is voor een termijn van 20 jaar, in een omgevingsvergunning van onbepaalde duur:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
6) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het hernieuwen van een milieuvergunning:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
7) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het hernieuwen van een omgevingsvergunning voor een bestaande ingedeelde inrichting of activiteit:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
8) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het hernieuwen van een omgevingsvergunning voor ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst, tenzij de wijziging of aanvulling van de indelingslijst tot gevolg heeft dat een project-MER of een omgevingsveiligheidsrapport moet worden opgesteld, of een passende beoordeling moet worden uitgevoerd:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
9) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een verzoek tot bijstelling of vraag tot afwijking van de milieuvoorwaarden die gelden voor een ingedeelde inrichting of activiteit:
a) Ingediend door de exploitant van de ingedeelde inrichting of activiteit
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
b) Betrokken burger of vereniging
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
c) Andere hoedanigheid:
* De bevoegde dienst van de gemeente, de toezichthouder, leidend ambtenaar van een adviesinstantie, de provinciale en gewestelijke omgevingsvergunningscommissie zijn vrijgesteld.
10) Mededeling met de vraag tot omzetting van een milieuvergunning, die werd ingediend vanaf 10 september 2002 en werd verleend voor een termijn van 20 jaar, naar een omgevingsvergunning van onbepaalde duur:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
Bovenstaande tarieven worden telkens verhoogd met de kosten van het openbaar onderzoek, de kosten van in te winnen adviezen, de kost van een informatievergadering, de kost van een projectvergadering en de kost voor de publicatie in een weekblad.
De overige retributies bedragen:
* Kosten openbaar onderzoek: 10 euro/eigenaar in een straal van 100 meter rond de exploitatie
* Opname in het vergunningenregister: 60 euro
* Digitaliseren van een dossier: 30 euro
* Uittreksel uit het vergunningenregister: 35 euro/perceel
* Uittreksel uit het plannenregister: 35 euro/perceel
* Vragenlijst ivm inlichtingen onroerend goed: 35 euro/perceel
* Aanvraag van een stedenbouwkundig attest: 60 euro
* Projectvergadering: 250 euro
* Informatievergadering: 250 euro
* Planologisch attest: 750 euro
* Publicatie in een weekblad: werkelijke kost + 10 euro (administratiekosten)
Het digitaal ter beschikking stellen van bouwplannen en vergunningen:
* Dossierkost: 15 euro/dossier (voor opzoeken, uit archief halen, inscannen en digitaal bezorgen)
* Vanaf het tweede bouwplan: 5 euro extra/plan
* Vanaf de tweede vergunning: 5 euro extra/vergunning
Voor planafdrukken en afdrukken van vergunningen:
* Dossierkost: 15 euro/dossier (voor opzoeken, uit archief halen en afdrukken)
* 15 euro/plan voor een wit/zwart afdruk
* 30 euro/plan voor een kleurenafdruk
* 15 euro/vergunning voor een wit/zwart afdruk
* 30 euro/vergunning voor een kleurenafdruk
De retributie is verschuldigd bij de aanvraag (o.a. plannen, projectvergadering, opname vergunningen register) of het indienen van de omgevingsvergunning.
De hoogte van de retributie wordt berekend door de gemeente en aan de aanvrager zal een factuur verzonden worden.
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de factuur.
Bij niet-minnelijke regeling van de verschuldigde retributie zal de inning geschieden met alle geëigende rechtsmiddelen.
In geval van laattijdige betaling van de retributie worden de wettelijke nalatigheidsintresten aangerekend vanaf de vervaldag.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op de in dit verband geldende onderrichtingen bij de opmaak van budgetten en meerjarenplannen;
Gelet op het advies van de FOD Economie van 4 september 2009 aangaande het ontwerp van reglement m.b.t. ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein;
Overwegende dat de organisatie van en het toezicht op de markten voor de gemeente aanzienlijke kosten teweegbrengt;
Overwegende dat het redelijk en verantwoord is dat de gemeente met de invoering van dit belastingreglement een deel van deze kosten wenst te financieren;
Om de wekelijkse markten een stimulans te geven, is het evenwel gepast om een vermindering toe te staan aan de marktkramers die onmiddellijk voor een volledig jaar betalen, omdat zij de continuïteit van de wekelijkse markten mee verzekeren;
Op de voordracht van college van burgemeester en schepenen;
De artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer specifiek de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326 t.e.m. 335;
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
De wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, en latere wijzigingen;
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2022-2026 op MJP000845.
Er wordt met ingang van 1 januari 2023 voor een termijn die eindigt op 31 december 2025, ten voordele van de stad Beringen, een belasting geheven op de standplaatsen op de markten, openbare plaatsen, wegen en gemeente-eigendommen, ten laste van de natuurlijke en rechtspersonen die op deze standplaatsen ambulante activiteiten uitoefenen.
Het besluit van 30 december 2019 wordt vanaf 1 januari 2023 opgeheven.
De belasting dient vooraf betaald en wordt vastgesteld als volgt:
- Voor de vaste marktkramers: 1,50 euro per lopende meter ingenomen standplaats met een minimum van 9 euro per standplaats, voor elke ambulante activiteit; dit geldt eveneens voor standwerkers.
- Voor de losse marktkramers: 3 euro per lopende meter ingenomen standplaats met een minimum van 18 euro per standplaats, voor elke ambulante activiteit; dit geldt eveneens voor de losse standwerkers.
- Voor de standplaatsen van ambulante handel langs de openbare weg op openbaar domein: 3 euro per lopende meter ingenomen standplaats met een minimum van 24 euro per standplaats.
Iedere begonnen meter wordt voor een volle meter aangerekend.
De kramen die de normale diepte van 4 meter overschrijden op gelijk welke breedte, betalen een supplement van 50% op de ganse frontlengte.
De betaling dient te gebeuren per kwartaal of per jaar.
Er wordt een vermindering toegestaan van 10% voor de jaarlijkse betaling van 1 januari tot en met 31 december van het aanslagjaar.
De voorafbetaalde belasting wordt in geen geval terugbetaald, behalve in de volgende gevallen:
a. Opschorting van het abonnement door de titularis, om reden van:
- ongeschiktheid om de activiteit uit te oefenen gedurende tenminste één maand, hetzij door ziekte of ongeval en op grond van een medisch attest, hetzij ingeval van overmacht op een verantwoorde wijze bewezen (vb. in afwachting van de herstelling of vervanging van een door brand vernielde verkoopsuitrusting);
- in de andere gevallen door het gemeentelijk marktreglement toegelaten en volgens haar voorziene modaliteiten (vb. om sociale redenen);
b. Beëindiging door de rechthebbenden bij overlijden van de titularis die zijn activiteit voor eigen rekening uitoefende.
De standgelden voor de lokale handelaars en verenigingen voor de bloemenverkoop op de begraafplaatsen tijdens de Allerheiligenperiode wordt als volgt vastgelegd: 6 euro per lopende meter ingenomen standplaats per verkoopdag.
Iedere begonnen meter wordt voor een volle meter aangerekend. Uiterlijk 10 dagen na toewijzing van de standplaats, dient het standgeld overgeschreven te zijn op rekening van de stad Beringen.
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op de in dit verband geldende onderrichtingen bij de opmaak van budgetten en meerjarenplannen;
Overwegende dat het plaatsen van kermisinstallaties op het openbaar domein en op het privaat domein aanvullende prestaties van het gemeentebestuur vergt;
Overwegende dat de kermisinstallaties voordelen inhouden voor de uitbaters die ze opstellen, dat anderzijds de plaatsing er de oorzaak van is dat het openbaar domein niet wordt gebruikt overeenkomstig zijn bestemming;
Overwegende dat de kermisinstallaties bovendien extra kosten voor de gemeente meebrengen, doordat ze gebruik maken van het elektriciteitsnetwerk, via de elektriciteitskasten die door de gemeente ter beschikking worden gesteld;
Overwegende dat het redelijk en verantwoord is dat de gemeente met de invoering van dit belastingreglement een deel van deze kosten wenst te recupereren;
Overwegende dat eet- en drankuitbatingen tijdens kermissen verantwoordelijk zijn voor meer afval en verkeer en daarnaast specifieke organisatie-inplanning van de standplaats veroorzaken;
Overwegende dat de verschillende categorieën van kermisinstallaties onderworpen worden aan een verschillend belastingtarief, rekening houdende met het soort kermisattractie en de graad van hinderlijkheid van de inname van het openbaar domein;
Overwegende dat het passend is om in een vrijstelling te voorzien voor kermisinstallaties geplaatst op het privaat domein, wanneer zij uitsluitend worden ingericht voor een liefdadigheidsdoel, gelet op dit doel en de afwezigheid van enig winstbejag;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
De artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer specifiek de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326 t.e.m. 335;
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Gelet op de wet van 25 juni 1993 en de wijzigingen, betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, en latere wijzigingen;
Gelet op het gemeentelijk reglement mbt kermisactiviteiten op de openbare kermissen van 4 april 2011, en latere wijzigingen.
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2022-2026 op MJP000846.
Er wordt met ingang van 1 januari 2023 voor een termijn die eindigt op 31 december 2025, ten voordele van de stad Beringen, een contantbelasting geheven op het plaatsen van kermisinstallaties.
Het besluit van 30 december 2019 wordt vanaf 1 januari 2023 op geheven.
De belasting, berekend per drie dagen, wordt geheven voor elke kermisinstallatie.
Als basis van de belasting wordt de lengte van de kermisinstallatie genomen waarbij de lengte wordt gedefinieerd als de langste zijde van de kermisinstallatie. Iedere begonnen meter wordt voor een volle meter aangerekend.
De tarieven worden op volgende manier vastgesteld:
- Kinderattracties en wagens (waaronder kindermolen, vliegmolen, buggy, trampoline, … (niet limitatief)): 5,5 euro per meter, met een minimum van 44 euro per standplaats
- Grootvermaak (autoscooter, shaker, rups, lambada, lunapark, … (niet limitatief)): 11 euro per meter, met een minimum van 88 euro per standplaats
- Voeding: 16,50 euro per meter, met een minimum van 93,50 euro per standplaats
De belasting is verschuldigd door diegene die het openbaar of privaat domein inneemt voor het plaatsen van de kermisinstallatie.
De eigenaar van de kermisinstallatie is hoofdelijk gehouden tot betaling van de algehele belasting.
De openbare kermissen op privaat domein uitsluitend ingericht voor een liefdadig doel en zonder enige gedachte van winstbejag, zijn van deze belasting vrijgesteld.
De personen die een van deze openbare kermissen op privaat domein willen inrichten, zijn verplicht er vooraf aangifte van te doen.
Al de regels vervat in het door het college van burgemeester en schepenen opgestelde reglement op de kermissen zijn toepasselijk op de hierboven bedoelde kermissen.
De belasting wordt contant betaald na verzending van de betalingsuitnodiging. De betalingsuitnodiging wordt opgemaakt op basis van de aangevraagde lengte. Als de contante inning niet tijdig wordt uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting.
Bij gebrek aan contante inning wordt de belasting ingevoerd door middel van een kohier. De kohieren worden door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar verklaard. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
De voorafbetaalde belasting wordt in geen geval terugbetaald, behalve in de volgende gevallen:
- ongeschiktheid om de activiteit uit te oefenen, hetzij door ziekte of ongeval en op grond van een medisch attest, hetzij ingeval van overmacht op een verantwoorde wijze bewezen (vb. in afwachting van de herstelling of vervanging van een door brand vernielde uitrusting);
- beëindiging door de rechthebbenden bij overlijden van de titularis die zijn activiteit voor eigen rekening uitoefende.
§1. De door het college van burgemeester en schepenen aangestelde personeelsleden zijn bevoegd om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van het belastingreglement. Deze aangestelde personeelsleden bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
§2. Voor een overtreding van deze bepaling wordt een administratieve geldboete per overtreding opgelegd, deze is gelijk aan de verschuldigde belasting, doch met een maximum van 500 euro. De administratieve geldboete wordt gevestigd en ingevorderd volgens dezelfde regels als die welke van toepassing zijn op de kohierbelastingen.
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van contante betaling. Indien de belasting werd ingekohierd dient het bezwaar te worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op de in dit verband geldende onderrichtingen bij de opmaak van budgetten en meerjarenplannen;
Overwegende dat de gemeente aan de marktkramers de mogelijkheid aanbiedt om gebruik te maken van elektriciteitsvoorziening op de wekelijkse markten, aan de kermiskramers tijdens kermissen en aan de lokale handelaars tijdens overkoepelende evenementen en dat deze dienst gepaard gaat met aanzienlijke kosten;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
De artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer specifiek de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326 t.e.m. 335;
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2022-2026 op MJP000853.
Er wordt met ingang van 1 januari 2023 voor een termijn die eindigt op 31 december 2025, ten voordele van de stad Beringen, een contantbelasting geheven op het gebruik van de elektriciteitsvoorzieningen tijdens de wekelijkse markten, tijdens de kermissen en evenementen.
Het besluit van 30 december 2019 wordt vanaf 1 januari 2023 opgeheven.
De belasting is verschuldigd door de marktkramers, kermiskramers en lokale handelaars, zowel natuurlijke personen als rechtspersonen, die gebruik maken van de elektriciteitsvoorzieningen.
De belasting wordt vastgesteld als volgt:
a. Tijdens de wekelijkse markten (voor marktkramers):
1. Gebruik van een blauwe stekker: 35 euro/kwartaal per stekker
2. Gebruik van een rode stekker: 65 euro/kwartaal per stekker
b. Tijdens de kermissen (voor kermiskramers):
1. Gebruik van een blauwe stekker: 60 euro/kermis per stekker
2. Gebruik van een rode stekker: 110 euro/kermis per stekker
c. Tijdens evenementen (voor lokale handelaars):
1. Administratieve kost en openen/afsluiten van marktkasten: 125 euro
2. Verbruik: 0,25 euro/kW
De belasting wordt contant betaald na verzending van de betalingsuitnodiging. Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting.
De voorafbetaalde belasting wordt in geen geval terugbetaald, behalve in de volgende gevallen voor marktkramers en kermiskramers:
a. Ingeval van materiële vergissingen zoals dubbele aanslag of rekenfouten;
b. Opschorting van het abonnement door de titularis om reden van:
- Ongeschiktheid om de activiteit uit te oefenen gedurende tenminste één maand, hetzij door ziekte of ongeval en op grond van een medisch attest, hetzij ingeval van overmacht op een verantwoorde wijze bewezen (bv. in afwachting van de herstelling of vervanging van een door brand vernielde verkoopsuitrusting;
- In de andere gevallen door het gemeentelijk marktreglement toegelaten en volgens haar voorziene modaliteiten (bv. om sociale redenen);
c. Beëindiging door de rechthebbenden bij overlijden van de titularis die zijn activiteit voor eigen rekening uitoefende;
De marktkramers en kermiskramers die gebruik willen maken van de elektriciteitsvoorziening met de marktkasten tijdens de wekelijkse markt of tijdens de kermis zijn verplicht om het aanvraagformulier hen toegezonden door het gemeentebestuur behoorlijk ingevuld en ondertekend voor de erin vermelde datum terug te zenden.
Zoals voorzien in het Decreet van 30 mei 2008, wordt er in geval van misbruik een administratieve geldboete opgelegd, gelijk aan de verschuldigde belasting, doch met een maximum van 500 euro.
Deze administratieve geldboete wordt mee ingekohierd met de belasting.
Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden aangesteld die bevoegd zijn om controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement.
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Overwegende dat de invordering van fiscale ontvangsten, retributies en andere niet-fiscale ontvangsten gepaard gaat met diverse kosten (personeelskosten en administratiekosten) voor het verzenden van aanmaningen en ingebrekestellingen (aangetekend);
Overwegende dat voor de terugvordering van deze kosten in de belasting- en retributiereglementen niets voorzien is;
Overwegende dat het billijk zou zijn dat deze kosten op de nalatige schuldenaars zouden kunnen verhaald worden;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 173 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40 §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Artikel 1024 van het Gerechtelijk Wetboek;
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2022-2026 op MJP001794.
Met ingang van 1 januari 2023 wordt, ten voordele van de stad Beringen, een retributie aangerekend voor de kosten voor het verzenden van laatste aangetekende aanmaningen (administratie- en aantekenkosten) en kosten voor verdere gedwongen uitvoering aangaande de invordering van fiscale ontvangsten, retributies en andere niet-fiscale ontvangsten.
Het besluit van 30 december 2019 wordt vanaf 1 januari 2023 opgeheven.
De retributie is verschuldigd door de nalatige schuldenaar.
Het tarief van de retributie voor de verzending van de laatste aangetekende aanmaning bedraagt 20 euro.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Gedwongen uitvoering
Indien na betekening van een fiscaal/niet-fiscaal dwangschrift de debiteur nog steeds in gebreke blijft, kan de financieel directeur volgende stappen nemen in gedwongen uitvoering en invordering. Hiervoor wordt telkens de overeenstemmende kost opgegeven. Deze kost wordt aangerekend bovenop de eventuele gerechtskosten en gerechtsdeurwaarderskosten en reële kosten die op grond van de wettelijke regelingen worden doorgerekend aan de debiteur.1) Derdenbeslag: het beslag wordt aangetekend verzonden aan een derde, schuldenaar van de debiteur en tevens aangezegd aan de debiteur zelf: 50 euro
2) Het nemen van een hypothecaire inschrijving indien de debiteur een onroerend goed bezit, hieraan gaan uitgebreide opzoekingen vooraf: de effectief betaalde kost aan het kantoor rechtszekerheid (hypotheekkantoor) wordt doorgerekend, vermeerderd met 50 euro administratieve kosten per hypothecaire inschrijving.
3) Uitvoerend beslag op onroerend goed:
- administratieve en juridische procedurevoorbereiding (per onroerend goed): 1.750 euro. Deze retributie is verschuldigd zodra de door de stad aangestelde deurwaarder aan de debiteur een akte houdende het 'bevel voorafgaand aan het uitvoerend beslag op onroerend goed' heeft betekend.
- administratieve en juridische procedurevoorbereiding aanstelling notaris: 1.250 euro. Deze retributie is verschuldigd zodra de stad de dagvaarding daartoe betekent.
4) Procedure uit onverdeeldheid treden al dan niet in combinatie met uitvoerend onroerend beslag: Ingeval er diverse mede-eigenaars samen met de debiteur zijn, moet een procedure gevoerd worden om uit de onverdeeldheid te treden: 2.000 euro van zodra de stad de dagvaarding daartoe aan de mede-eigenaars betekent, voor zover als gevolg daarvan de effectieve verdeling wordt opgelegd in een vonnis dat kracht van gewijsde heeft.
5) Procedure tot aanstelling van een curator over een onbeheerde nalatenschap wanneer er geen gekende erfgenamen zijn, maar wel een nalatenschap van waaruit een vordering kan voldaan worden: 1.500 euro van zodra het namens de stad opgemaakte verzoekschrift tot aanstelling van een curator werd neergelegd, voor zover dat verzoekschrift uitmondt in de effectieve aanstelling van een curator.
6) Procedure van indeplaatsstelling (per onroerend goed): 1.000 euro. Deze retributie is verschuldigd van zodra het namens de stad opgemaakte verzoekschrift om in de plaats te worden gesteld werd ingediend, voor zover de stad effectief in de plaats wordt gesteld van de beslagleggende schuldeiser die in gebreke bleef.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op de in dit verband geldende onderrichtingen bij de opmaak van budgetten en meerjarenplannen;
Gelet op de omzendbrieven van de FOD Binnenlandse Zaken van 6 september 2016, en wijzigingen;
Overwegende dat de gemeente diverse administratieve stukken aflevert aan de burgers;
Overwegende dat het afleveren van allerlei administratieve stukken voor de gemeente diverse kosten veroorzaakt en dat het niet meer dan billijk is dat hiervoor een redelijk belastingtarief wordt vastgesteld;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
De artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer specifiek de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326 t.e.m. 335;
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
De Wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953;
Het Koninklijk Besluit van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar;
De artikelen 50 tem 67 van het Condulair Wetboek van 21 december 2013;
Artikel 2 van het Ministrieel Besluit van 19 april 2014 aangaande de afgifte van paspoorten;
Het Koninklijk Besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;
Artikel 8 van de Wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers;
Het Koninklijk Besluit van 2 april 2003 tot bepaling van de modaliteiten van indiening van de aanvragen en van aflevering van de arbeidskaart C;
Er wordt met ingang van 1 januari 2023 voor een termijn die eindigt op 31 december 2025, ten voordele van de stad Beringen, een belasting geheven voor het afleveren van administratieve stukken.
Het besluit van 28 juni 2021 wordt vanaf 1 januari 2023 opgeheven.
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen aan wie het stuk wordt afgeleverd.
Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt:
1. Elektronische identiteitskaarten en vreemdelingenkaarten (incl. productiekost en gemeentebelasting)
|
1ste aflevering/ voor iedere vernieuwing/ duplicaat |
Spoedprocedure: Zeer dringende aanvraag |
SpoedprocedureFOD: Zeer dringende aanvraag (1 werkdag) met levering bij FOD Binnenlandse zaken (Brussel) |
eID: Elektronische identiteitskaarten (voor Belgen) |
22 euro |
120 euro |
150 euro |
eVK: Elektronische vreemdelingenkaart |
22 euro |
120 euro |
150 euro |
Bio-eVK: Biometrische elektronische vreemdelingenkaart (A, B, C, D, H) |
22 euro |
120 euro |
150 euro |
Vreemdelingenkaart BREXIT (M, M duurzaam verblijf, N, N duurzaam verblijf) | 22 euro | 120 euro | 150 euro |
Elektronische identiteitskaarten en verblijfskaarten voor kinderen jonger dan 12 jaar (Kids-ID) | 10 euro | 110 euro | 140 euro |
Deze bedragen worden geïnd bij de aanvraag van de eID, kids-ID of verblijfskaart.
2. Identiteitsbewijzen (met foto) voor kinderen van vreemde nationaliteit jonger dan 12 jaar, afgeleverd in uitvoering van het K.B. van 10 december 1996, per identiteitsbewijs en bij iedere vernieuwing ervan: 2 euro.
3. Voor de volgende documenten, verblijfs- en vestigingsvergunningen, afgeleverd in uitvoering van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen:
* attest van immatriculatie mod. A of B: 10 euro;
* attest – bijlage 15 bis: kosteloos;
4. Trouwboekje: 50 euro
5. Huwelijken op andere buitenlocaties: 125 euro (inclusief trouwboekje en gebruik stroomkast)
6. Paspoorten/reispas (incl. productiekost, consulair recht en gemeentebelasting):
Gewone procedure (5 werkdagen) |
Dringende procedure (1 werkdag) |
Superdringende procedure (4,5 uur) met levering in Koloniënlaan in Brussel | |
Paspoort voor meerderjarige Belgen | 85 euro | 250 euro | 310 euro |
Paspoort voor minderjarige Belgen | 45 euro | 220 euro | 280 euro |
Reisdocument voor meerderjarige vreemdelingen | 71 euro | 240 euro | 300 euro |
Reisdocument voor minderjarige vreemdelingen | 51 euro | 220 euro | 280 euro |
7. Voorlopige en definitieve rijbewijzen (bankkaartmodel): 25 euro
Internationale rijbewijzen: 25 euro
8. Legalisatie (gewoon en apostille) van attesten uit de bevolkingsregisters en aktes van de burgerlijke stand bestemd voor het buitenland: 20 euro
9. Afleveren van loketdocumenten op een locatie naar keuze door Dynasure:
* 1ste document: 17 euro
* Extra document op dezelfde locatie: 4 euro
10. Voornaamswijziging: 50 euro
11. Aanvraag pin/pukcode: 5 euro
12. Genealogisch en stamboomonderzoek:
Opzoekingen voor genealogisch en stamboomonderzoek uitgevoerd door een gemeentelijk beambte van de dienst burgerzaken: 10 euro voor ieder begonnen half uur opzoekingen. Het bedrag moet betaald worden door de aanvrager voor hij de inlichtingen ontvangt.
Worden van de belasting vrijgesteld:
De belasting moet bij de aanvraag van het document contant of elektronisch betaald worden, tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting.
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Gelet op het feit dat Limburg.net een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid is, en meer bepaald een opdrachthoudende vereniging zoals bedoeld in artikel 12, §2 ,3° van het decreet van 6 juli 2001 houdende de Intergemeentelijke Samenwerking;
Gelet op het lidmaatschap van de Stad Beringen bij Limburg.net;
Gelet dat Limburg.net ertoe heeft besloten om de financiële aspecten van de ophaling en de verwerking van de huishoudelijke en de daarmee vergelijkbare afvalstoffen te optimaliseren voor het werkgebied van Limburg.net;
Gelet dat Limburg.net hiertoe een uniform stelsel van heffingen voor de ophaling en verwerking voorstelt, met inbegrip van een stelsel dat de inning van deze heffingen centraliseert bij Limburg.net, waarbij voorzien is dat een gemeente/stad kan instappen in het systeem van intergemeentelijke inning van de kohierbelasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen, genaamd de ‘directe inning’ (zie beslissing raad van bestuur van Limburg.net van 28-08-2013);
Overwegende dat Stad Beringen met ingang van 1-1-2014 ingestapt is in het systeem van ‘directe inning’ zoals georganiseerd door Limburg.net;
Overwegende dat er geen contantbelasting geheven wordt op de afvalstromen waarvoor een aanvaardingsplicht bestaat zoals gedefinieerd in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen;
Overwegende dat de contantbelasting voor het selectief ingezameld huishoudelijk verpakkingsafval waarvoor een terugnameplicht bestaat (papier/karton, holglas en pmd wordt vastgesteld rekening houdende met de richtlijnen zoals verstrekt door FOST Plus, erkend organisme voor de selectieve inzameling en financiering van het huishoudelijk verpakkingsafval;
Overwegende dat de verschuldigde contantbelasting alle kosten omvat die nodig zijn voor de inzameling en verwerking van de fractie aan huishoudelijke afvalstoffen die worden aangeboden buiten het kader van de basisdienst en die werden omgeslagen naar een relevante hoeveelheidsparameter per fractie;
Overwegende dat het bedrag van de contantbelasting wordt bepaald ervan uitgaande dat de aangeboden afvalstoffen worden aangeboden conform de bepalingen van het afvalreglement;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 173 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40 §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid op de artikelen 10 en 26;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), inzonderheid op artikel 5.1.1. en volgende;
Met ingang van 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt, ten voordele van de stad Beringen, een contantbelasting geheven voor het beheer van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen. De contantbelasting is verschuldigd voor de inzameling en verwerking door Limburg.net van de huishoudelijke afvalstoffen die aan huis worden opgehaald of worden verzameld in de containerparken.
De contantbelasting wordt vastgelegd rekening houdend met het principe ‘de vervuiler betaalt’. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld rekening houdende met volgende beginselen:
- De minimum- en maximumbedragen zoals vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), bijlage 5.1.4.
- Er wordt geen contantbelasting geheven op de afvalstromen waarvoor een aanvaardingsplicht bestaat zoals gedefinieerd in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
- De contantbelasting voor het selectief ingezameld huishoudelijk verpakkingsafval waarvoor een terugnameplicht bestaat (papier/karton, holglas en pmd) wordt vastgesteld rekening houdende met de richtlijnen zoals verstrekt door FOST Plus, erkend organisme voor de selectieve inzameling en financiering van het huishoudelijk verpakkingsafval.
- Voor alle bedragen van de contantbelasting wordt rekening gehouden met de richtlijnen van Limburg.net, die streeft naar een uniforme prijs voor gelijke dienstverlening binnen het bedieningsgebied.
- De verschuldigde contantbelasting omvat alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de fractie aan huishoudelijke afvalstoffen die worden aangeboden buiten het kader van de basisdienst en die werden omgeslagen naar een relevante hoeveelheidsparameter per fractie. Deze kosten worden berekend door Limburg.net en weergegeven in een overzicht op te geven aan de gemeente.
- Het bedrag van de contantbelasting wordt bepaald ervan uitgaande dat de aangeboden afvalstoffen worden aangeboden conform de bepalingen van het afvalreglement.
- De vergoedingen die op de Limburg.net recyclageparken worden aangerekend betreffen geen contantbelastingen. Zij worden vastgelegd in een tarievenreglement goedgekeurd door de raad van bestuur van Limburg.net en bekrachtigd door de betrokken gemeenteraad.
Het besluit van 20 december 2021 wordt vanaf 1 januari 2023 opgeheven.
Voor zover de aangeboden fractie huishoudelijke afvalstoffen niet valt onder de toepassing van de basisdienst, noch onder het tarievenreglement van toepassing op de recyclageparken, is er een contantbelasting verschuldigd door elke gezin of een onderneming die in de gemeente één van de volgende fracties huishoudelijke afvalstoffen aanbiedt:
* In te zamelen volgens de haalmethode (huis-aan-huisophaling):
- huisvuil (voor zover dit niet begrepen is in de basisdienst) en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval;
- keukenafval
- pmd
- textiel
- tuinafval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval voor zover dit niet begrepen is in de basisdienst.
* In te zamelen volgens de haalmethode (op afroep):
- grofvuil
- snoeihout
Voor de inzameling en verwerking van de aan huis opgehaalde huishoudelijke afvalstoffen, die aan het ophaalpunt worden aangeboden volgens het afvalreglement in het aangepaste recipiënt en voor zover ze niet vallen onder de basisdienst, is de volgende contantbelasting verschuldigd. Wanneer het afval wordt aangeboden in een daartoe bestemde zak, dan is de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop van de afvalzak.
- Huisvuil-, pmd-, tuin-, keuken-, textiel- en lederwarenafvalzakken:
* 1 rol van 10 huisvuilzakken van 44 liter/stuk: 12,50 euro/rol
* 1 rol van 10 huisvuilzakken van 22 liter/stuk: 6,25 euro/rol
* 1 rol van 10 tuinafvalzakken: 2,50 euro/rol
* 1 rol van 20 zakken voor pmd van 60 liter/stuk: 3 euro/rol
* 1 rol van13 keukenafvalzakken van 17 liter/stuk: 2 euro/rol
* 1 rol van 10 textiel- en lederwarenafvalzakken van 50 liter/stuk: 1 euro/rol
- De bedragen voor de inzameling op afroep:
Voor het ophalen van het grofvuil op afroep wordt de contantbelasting vastgesteld op 20 euro per ophaalbeurt van 2 m³.
Voor het ophalen van snoeihout op afroep wordt de contantbelasting vastgesteld op 5 euro per ophaalbeurt van 2 m³.
Voor het grofvuil (ophaling op afroep) is de contantbelasting verschuldigd op het ogenblik dat de grofvuilaanvraag via de website wordt geplaatst en betaald (of de overschrijving wordt betaald in de gevallen dat niet online kan worden besteld).
Voor snoeihout (ophaling op afroep) is de contantbelasting verschuldigd op het ogenblik dat de snoeihoutaanvraag via de website wordt geplaatst en betaald (of de overschrijving wordt betaald in de gevallen dat niet online kan worden besteld).
Indien het afval wordt aangeboden voor een gezin dan is de contantbelasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van het gezin en alle meerderjarige leden van het gezin die in de woongelegenheid van de referentiepersoon verblijven.
Indien het afval wordt aangeboden voor een onderneming of vereniging dan is de contantbelasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon en de onderneming zijnde iedere natuurlijke- of rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft.
De verkoop van afvalzakken:
De afvalzakken waarvoor een contantbelasting verschuldigd is kunnen aangekocht worden op door Limburg.net gecommuniceerde plaatsen.
Limburg.net wordt gemachtigd om een verkoopnet te organiseren voor afvalzakken via de kleinhandelaars. De verplichte verkoopprijs voor de afvalzak is gelijk aan de contantbelasting.
In volgende situaties wordt een aantal huisvuilzakken ter beschikking gesteld:
Categorieën dit toegang hebben tot het containerpark
* Gezinnen: Elk gezin gedomicilieerd in een gemeente van het bedieningsgebied waar het recyclagepark door Limburg.net wordt uitgebaat heeft toegang tot elk Limburg.net recyclagepark. Elk gezinslid vanaf 16 jaar kan zich aanmelden door gebruik te maken van de elektronische identiteitskaart (eID) of van de elektronische vreemdelingenkaart.
Gezinnen die dit wensen kunnen een toegangsbadge aanvragen bij Limburg.net voor een bedrag van 15 euro
* Ondernemingen en gelijkgestelden: Ondernemingen en gelijkgestelde categorieën kunnen een toegangsbadge aanvragen bij Limburg.net voor een bedrag van 15 euro.
- Onder de categorie "ondernemingen" wordt verstaan: zelfstandigen, kmo's, scholen, verenigingen, ocmw's, rusthuizen, gemeenschappen en gemeentelijke diensten gevestigd in een gemeente van het bedieningsgebied waar het recyclagepark door Limburg.net wordt uitgebaat.
- Gelijkgestelde categorieën:
/ Eigenaars van tweede verblijven gelegen in een gemeente van het bedieningsgebied waar het recyclagepark door Limburg.net wordt uitgebaat.
/ Toekomstige inwoners die aan het bouwen/verbouwen zijn in een gemeente met een Limburg.net recyclagepark. De geldigheidsduur van de toegangskaart is beperkt tot aan de vermoedelijke inschrijvingsdatum in de gemeente.
* Specifieke regeling voor nabestaanden van overleden alleenstaanden:
- De nabestaanden van overleden alleenstaanden kunnen een gratis toegangsbadge aanvragen bij Limburg.net. Deze badge is geldig tot 31/12 van het jaar waarin de alleenstaande kwam te overlijden.
- Na deze periode kan de toegangsbadge verlengd worden met 6 maanden na betaling van 15 euro en valt men onder de categorie "gelijkgestelden".
Tarieven op aanvoer op geautomatiseerde recyclageparken
De hieronder vermelde tarieven zijn verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de (inter)gemeentelijke dienstverlening inzake het inzamelen van onderstaande fracties op het recyclagepark.
Voor bepaalde fracties geldt voor de categorie gezinnen een vrijstelling tot aan een bepaald gewicht (quotum). Deze vrijstellingen zijn begrepen in de basisdienst van de kohierbelasting. De vrijgestelde quota gelden per kalenderjaar en zijn niet overdraagbaar op het einde van het kalenderjaar.
De categorie ondernemingen en gelijkgestelden genieten deze quota niet, met uitzondering van de fracties waarvoor het 0-tarief geldt.
De pmd-fractie wordt steeds verplicht aangeleverd in de blauwe pmd-zak.
1) De tarieven, fracties en quotum:
Tarief | Fracties | Quotum (vrijstelling) |
0 euro/kg | alle recycleerbare fracties + fracties met aanvaardingsplicht: papier/karton, glas (vlak + hol), pmd, kga, aeea, autobanden (4 autobanden per gezin/jaar), kunststoffen, kaars- en kurkresten, metalen, textiel, eps, kringloopgoederen, ... | |
0,025 euro/kg | zuiver bouwpuin | 1000 kg/gezin |
0,05 euro/kg | tuinafval | 400 kg/gezin |
0,08 euro/kg | asbest, gemengd bouwpuin, gipsplaten | asbest: 600 kg/gezin geen quotum voor gemengd bouwpuin, gipsplaten |
0,11 euro/kg | houtafval | nihil |
0,18 euro/kg | grofvuil, roofing en treinbielzen (C-hout) | nihil |
2) Tarieven compost en compostrecipiënten
Compostvat | 30 euro/stuk |
Compostbak in kunststof | 60 euro/stuk |
Compost in bulk | 0,01 euro/kg |
Compost 50l zak | 2,50 euro/stuk |
De aankoop van compostvaten en compostbakken is per gezin gelimiteerd tot maximaal 3 compostbakken of 3 compostvaten per periode van 5 jaar.
3) Tarief eps-zakken: 1 euro/zak
Er kunnen maximum 5 eps-zakken per keer worden aangekocht.
4) In de periode van medio juni tot medio september (juiste data worden jaarlijks vastgelegd) mag huisvuil in de officiële huisvuilzak, keukenafval in de officiële keukenafvalzak en tuinafval in de officiële tuinafvalzak worden aangeleverd op het recyclagepark. Voor het aanleveren op de recyclageparken gelden dezelfde aanvoerregels (maxima) als bij de huis-aan-huisinzameling.
5) Asbest wordt steeds verplicht verpakt aangeleverd in een van onderstaande verpakkingen die vooraf moeten worden aangekocht op het recyclagepark:
- buisfolie: 1 euro/stuk buisfolie van +/- 2,5 m (geschikt voor het verpakken van asbestplaten). Er kunnen maximum 15 stuks per aankoop gekocht worden.
- mini-bag: 1 euro/stuk. Er kunnen maximum 15 stuks per aankoop gekocht worden.
- Een set beschermingsmateriaal voor 2 personen kan aangekocht worden aan 10 euro/stuk. Dit kan enkel aangekocht worden ingeval van aankoop buisfolie of mini-bag en er worden maximaal 2 sets beschermingsmateriaal per gezin of onderneming/jaar verkocht.
6) Afwijkende tarieven voor pilootprojecten of acties:
Tijdens pilootprojecten of acties (bv. actiemaand "compost, taxusinzameling voor een goed doel, ...") beslist door de raad van bestuur van Limburg.net kan tijdelijk een afwijkend (lager) tarief gelden. Hierover wordt apart gecommuniceerd.
7) Gratis aanleveren van bladafval afkomstig van laanbomen, uitsluitend voor de categorie gezinnen: In de periode van 1 november tot 31 januari mag het bladafval afkomstig van laanbomen gratis worden aangeleverd op het recyclagepark.
Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting.
De belasting wordt dan ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen de aangerekende contantbelasting bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag vanaf de kennisgeving van een afrekening van een geheven contantbelasting.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Gelet op het feit dat Limburg.net een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid is, en meer bepaald een opdrachthoudende vereniging zoals bedoeld in artikel 12, §2 ,3° van het decreet van 6 juli 2001 houdende de Intergemeentelijke Samenwerking;
Gelet op de beheersoverdracht die de gemeente heeft verleend aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband Limburg.net;
Gelet op het lidmaatschap van de Stad Beringen bij Limburg.net;
Gelet op de subsidies die OVAM voorziet voor de bronophaling van asbest in het kader van een asbestveilig Vlaanderen;
Gelet de overdracht van deze asbestsubsidies zoals beslist door stad Beringen aan Limburg.net;
Gelet dat Limburg.net vanaf 30/03/2020 start met de bronophaling van asbest en dat de raad van bestuur dd. 22/01/2020 het tarievenreglement voor de inzameling aan huis van asbest via platenzakken, bigbags of containers heeft vastgelegd. Gelet dat dit reglement ter bekrachtiging aan de gemeenteraad wordt voorgelegd;
Gelet dat vanaf 30/03/2020 Limburg.net ook voorziet dat op de Limburg.net recyclageparken asbest voortaan verplicht verpakt moet worden aangeleverd;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40 §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
Gelet op het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (hierna het Materialendecreet genoemd), inzonderheid afdeling 3 van hoofdstuk 3 huishoudelijke afvalstoffen, artikel 26 tot en met artikel 28;
Gelet op het besluit van 17 februari 2012 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (hierna het VLAREMA genoemd) en latere wijzigingen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2016 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan Huishoudelijk Afval en Gelijkaardig Bedrijfsafval;
Omschrijving tarief
Met ingang van 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt een tarief geheven voor natuurlijke personen, gemeenten en/of verenigingen die erom verzoeken voor:
- De ophaling aan huis van platenzakken of bigbags, welke door de intercommunale Limburg.net ter beschikking van de bevolking worden gesteld op de Limburg.net recyclageparken of via de verdeelpunten asbest gecommuniceerd via www.limburg.net
- De ophaling aan huis van een container met asbestgebonden materiaal, in eerste instantie asbestplaten
De organisatie van de dienstverlening kadert in het versneld asbestafbouwbeleid zoals uitgewerkt door de OVAM dat streeft naar een versnelling in de afbouw van alle risicovolle asbesthoudende materialen uit onze leefomgeving binnen het Vlaamse Gewest.
De organisatie van de aanvraag en de inzameling van de asbestcontainers - en de platenzakken of bigbags gebeurt door Limburg.net waarbij de aanvraag- en aanbiedingsvoorwaarden zoals vastgelegd door Limburg.net dienen nageleefd te worden.
Bedragen tarieven
- Voor het ophalen op afroep van de asbestcontainer: 170 euro per bestelde container, inclusief beschermingsset (overall, masker, ...) en liner. Er kan één container besteld worden per aanvraag.
- Voor het ophalen op afroep van platenzakken of bigbags: 30 euro voor de eerste platenzak of bigbag, inclusief set beschermingsmateriaal voor 2 personen (2x overall, maskers, ...) en 20 euro voor een tweede en volgende platenzak of bigbag, voor zoverre dit dezelfde ophaling betreft. Het maximaal aantal platenzakken of bigbags per aanvrager bedraagt 7.
- Per ophaaladres en per aanvrager kunnen er maximaal 2 aanvragen geplaatst worden voor een asbest bronophaling aan huis gedurende de projectperiode 2023-2025.
Schuldenaar en moment van betaling
Het tarief is verschuldigd door elke natuurlijke persoon, gemeente of vereniging die gedomicilieerd of gevestigd is in het werkingsgebied van Limburg.net en een bestelling plaatst voor de inzameling aan huis van asbest via platenzak(ken) of bigbags of asbestcontainer.
Het tarief is verschuldigd op het moment van de bestelling op de website van Limburg.net via online betaling op het rekeningnummer van Limburg.net, tenzij artikel 5 van huidig reglement van toepassing is.
Bestel- en afhandelproces voor platenzakken of bigbags en asbestcontainer
4.1 Aanvraag en betaling via website van Limburg.net
Bij aanvraag van (een) platenzak(ken) of bigbag(s) of asbestcontainer is de aanvrager verplicht een opgave te doen van zijn naam, telefoonnummer en adres ingeval hij een natuurlijk persoon is. Hiertoe zal de aanvrager zich registreren op de beveiligde website van Limburg.net.
De vereniging of gemeente geeft minimaal een contactpersoon, telefoonnummer en adres op. Ook de vereniging of gemeente registreert zich op de beveiligde website van Limburg.net door voorafgaandelijk een token aan te vragen.
Bij de elektronische aanvraag van asbestinzameling zal de aanvrager gevraagd worden om de voorwaarden grondig door te lezen. De aanvaarding houdt in dat de aanvrager bevestigt dat hij kennis heeft genomen van de voorwaarden en zich ermee akkoord verklaart.
Op het moment van de bestelling zal het verschuldigde tarief aan de aanvrager aangerekend worden via online betaling op het rekeningnummer van Limburg.net.
De container zal maar geplaatst worden en de ophaling zal maar plaats vinden, op voorwaarde dat de betaling werd uitgevoerd.
De aanvrager ontvangt een bevestiging van de bestelling met onder meer:
- Het aantal bestelde container en het adres en data waarop de container moet(en) geleverd en opgehaald worden
- Het aantal bestelde platenzak(ken) of bigbag(s) en het adres en datum waarop deze moeten opgehaald worden
De gekozen hoeveelheid platenzakken of bigbags of container kan niet meer worden aangepast nadat de bestelling bevestigd werd.
4.2 Afhalen van platenzakken of bigbags
De aanvrager kan na ontvangst van de bevestigingsmail zijn betaalde platenzakken of bigbags afhalen op de verdeelpunten asbest gecommuniceerd via www.limburg.net. Voor de afhaling dient de aanvrager zijn e-ID (voor particulieren) of zijn bevestigingsmail (voor verenigingen of gemeenten) voor te leggen aan het verdeelpunt asbest.
De platenzakken of bigbags moeten uiterlijk 5 dagen voor de geplande ophaaldatum worden opgehaald op het verdeelpunt. Bij niet-afhaling zal de afgesproken plandatum terug vrijgegeven worden en zal de aanvrager initiatief moeten nemen om een nieuwe plandatum af te spreken.
4.3 Levering van de lege asbestcontainer
Vanaf 6:00u 's morgens, op de afgesproken datum waarop de lege asbestcontainer geplaatst wordt zorgt de aanvrager er voor dat er voldoende plaats is, zodat de container op een goed bereikbare en niet hinderlijke plaats met stabiele ondergrond kan achtergelaten worden, aan de voorzijde van het huis.
Indien de container op het openbaar domein moet worden geplaatst, zorgt de aanvrager zelf en tijdig voor de nodige vergunningen en signalisatie bij stad Beringen en draagt eventuele kosten die hiermee gepaard gaan.
Indien de lege asbestcontainer om welke reden dan ook niet kan worden geplaatst op de afgesproken leverdatum, moet de aanvrager een nieuwe bestelling plaatsen. Het oorspronkelijk tarief wordt niet terugbetaald en er zal opnieuw een tarief worden aangerekend voor de nieuwe leverdatum.
4.4 Aanbieden van de platenzakken of bigbags of containers voor ophaling
De correct gevulde én dichtgebonden platenzakken of bigbags moeten uiterlijk om 6:00u 's morgens op de afgesproken datum worden aangeboden. De platenzakken of bigbags bevinden zich steeds samen aan de voorzijde van het huis, op een goed bereikbare plaats voor de ophaalwagen waarbij de voorziene lussen zo gebonden zijn dat de platenzak(ken) door de ophaalwagen kan/kunnen getakeld worden.
De correct gevulde container moet uiterlijk om 6:00u 's morgens op de afgesproken datum op dezelfde plaats van levering worden aangeboden. De liner die met de container geleverd werd, moet correct dichtgebonden zijn. De container wordt zodanig geplaatst dat deze eenvoudig door de ophaalwagen getakeld kan worden.
4.5 Verplaatsen of annuleren van de aanvraag op initiatief van de aanvrager
De aanvrager kan de gekozen ophaaldatum nog kosteloos wijzigen, zolang hij dit tijdig (minimaal 5 dagen van tevoren) aangeeft.
Indien de aanvrager de gekozen ophaaldatum later dan 5 dagen van tevoren wijzigt, blijft het oorspronkelijk tarief integraal verschuldigd. De aanvrager doet desgevallend een nieuwe aanvraag, waarvoor het tarief terug verschuldigd is.
Het is mogelijk om een geplaatste bestelling te annuleren binnen de 14 kalenderdagen na bestelling en meer dan 5 dagen voor de gekozen ophaaldatum of leverdatum. Het tarief blijft in dat geval integraal verschuldigd.
4.6 Verplaatsing op initiatief van Limburg.net
Limburg.net stelt alle mogelijke middelen in het werk om de opgegeven ophaaldatum te respecteren. Indien Limburg.net de ophaling niet kan uitvoeren op de afgesproken ophaaldatum, dan wordt de aanvrager hierover gecontacteerd en wordt een nieuwe ophaling ingepland.
Eventuele kosten die hiermee gepaard gaan, kunnen niet ten laste gelegd worden van Limburg.net.
Afwijkend bestel- en betaalproces
Ingeval in uitzonderlijke omstandigheden de bestelling en betaling niet is gebeurd via het online proces, zal Limburg.net een afrekening asbest per gewone post versturen naar de aanvrager met het verzoek het tarief te betalen binnen de 7 dagen. De betalingen gebeuren op de rekening van Limburg.net onder vermelding van de referte vermeld in de afrekening asbest. Indien de betaling niet tijdig wordt voldaan, zal de afgesproken plandatum terug vrijgegeven worden en zal de aanvrager initiatief moeten nemen om een nieuwe plandatum af te spreken. Het vrijgeven van de plandatum naar aanleiding van laattijdige betaling doet geen afbreuk aan het invorderingsproces.
Indien de afrekening van het tarief niet tijdig en volledig wordt betaald binnen de voorziene betalingstermijn, verzendt Limburg.net per gewone brief of per e-mail een herinnering voor het nog openstaande bedrag. De herinnering kent een betaaltermijn van 14 dagen toe vanaf de verzending van de herinnering.
Indien na de termijn van de eerste herinnering het openstaande bedrag niet tijdig en volledig wordt betaald, verzendt Limburg.net een tweede herinneringsbrief met een betaaltermijn van 31 dagen.
Bijkomend vermeldt de tweede herinnering dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen de voormelde termijn.
De intresten over de niet-betaalde tarief kunnen aangerekend worden vanaf de datum van de tweede herinnering tot de datum van daadwerkelijke betaling.
Niet-conforme aanbiedingen
Elk geval waarbij de platenzakken of bigbags/containers niet kunnen opgehaald worden door toedoen van de aanvrager, wordt als een niet-conforme aanbieding beschouwd:
- De platenzak(ken) of container(s) word(t)(en) niet of te laat aangeboden op de afgesproken datum
- De platenzak is niet correct gevuld, niet correct dichtgebonden of overladen
- De asbestcontainer is niet correct gevuld of de liner is niet (correct) gesloten
- De platenzak of container bevindt zich niet aan de voorzijde van het huis, is niet bereikbaar voor de ophaalwagen of kan omwille van andere reden niet worden opgetakeld door de ophaalwagen
- Alle andere oorzaken die er toe leiden dat de platenzak/container niet kan worden meegenomen.
De aanvrager moet zich ingeval van een niet-conforme aanbieding in orde stellen en een nieuwe aanvraag doen waarvoor het tarief opnieuw verschuldigd is. Het tarief van de oorspronkelijk aanvraag blijft integraal verschuldigd.
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023 en loopt zolang de subsidie-enveloppe het toelaat.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Deze investeringssubsidie is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad. Analoog is de subsidie voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 van de stad, zoals gewijzigd. Deze financieringswijze werd voorzien in de afsprakennota met de kerkbesturen voor deze legislatuur.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.
Aan de kerkfabriek Sint-Jan de Doper Paal wordt een investeringssubsidie van in totaal 30.000 euro toegekend voor de financiering van de renovatie van de torenspits van de kerk. De subsidie is pas betaalbaar na schriftelijke opvraging door het kerkbestuur.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen is integraal van toepassing.
De subsidietrekker is ertoe gehouden de toelage aan te wenden voor het ingediende project.
De aanwending van de toelage dient gestaafd te worden door geldige facturen en betalingsbewijzen voor het betreffende project binnen de drie maanden na oplevering ervan. Eventuele overschotten worden onmiddellijk teruggestort aan de stad.
Deze lening is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek, zoals gewijzigd en goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 10 oktober 2022. Analoog is de toegestane lening voorzien in het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 van de stad, zoals gewijzigd (MJP000756). In plaats van te werken met doorgeefleningen, waarbij de stad zelf een lening aangaat bij een financiële instelling om deze daarna door te geven aan de kerkfabriek, is het aangewezen om een eenzijdig toegestane lening te verlenen aan de kerkfabriek vanuit de aanwezige thesaurie. Dit is zowel voor de kerkfabriek als de stad voordelig, zowel in efficiëntie tijdens het dossierverloop als financieel, vermits de externe kosten vermeden kunnen worden. Het is billijk een vergoeding van 3,14 % te vragen voor deze 15-jarige toegestane lening. De IRS-ask rentevoet op 10 en 20 jaar bedraagt momenteel 2,747 % en 2,634%. Daarenboven wordt normaliter een marge aangerekend afhankelijk van de marktsituatie op dat moment.
Voor de lening werd een aflossingstabel opgemaakt (zie bijlage) op basis van een aflossingstermijn van 15 jaar en een interestvergoeding van 3,14 %.
Deze uitgave is voorzien in het budget van 2022, op MJP000756.
Aan de kerkfabriek Sint-Pietersbanden Beringen wordt een toegestane lening van 42.424,03 euro toegekend voor financiering van de realiasatie van het belichtingsplan voor de Markt en de vernieuwing van de belichting in het kerkgebouw.
Deze lening dient conform de aflossingstabel in bijlage terugbetaald te worden over een termijn van 15 jaar tegen een jaarlijkse intrestvoet van 3,14 %. De terugbetaling gebeurt jaarlijks volgens de op dat ogenblik van toepassing zijnde factuurvoorwaarden.
Gezien de looptijd van de lening kunnen de leningsvoorwaarden herzien worden indien de omstandigheden op de financiële markten materieel wijzigen. Het college van burgemeester en schepenen wordt gemandateerd om de opportuniteit van een herziening te beoordelen en zo nodig aangepaste voorwaarden te bepalen. Het kerkbestuur kan eveneens een herziening aanvragen. Het college van burgemeester en schepenen beoordeelt deze vraag dan binnen een redelijke termijn.
Deze investeringssubsidie is voorzien in het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 10 oktober 2022. Analoog is de subsidie voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 van de stad, zoals gewijzigd. Deze financieringswijze werd voorzien in de afsprakennota met de kerkbesturen voor deze legislatuur.
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.
Aan de kerkfabriek Sint-Pietersbanden Beringen wordt een investeringssubsidie van 59.620 euro toegekend voor de financiering van de realisatie van het belichtingsplan voor de Markt.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen is integraal van toepassing.
De subsidietrekker is ertoe gehouden de toelage aan te wenden voor het ingediende project.
De aanwending van de toelage dient gestaafd te worden door geldige facturen en betalingsbewijzen voor het betreffende project binnen de drie maanden na oplevering ervan. Eventuele overschotten worden onmiddellijk teruggestort aan de stad.
De vergunningsaanvraag omvat wegenis-, inrichtings-, en rioleringswerken waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, zodat de gemeenteraad een beslissing dient te nemen over de zaak der wegen.
De percelen zijn volgens het gewestplan Hasselt-Genk, KB 03-04-1979, gesitueerd binnen een woongebied.
Overwegende dat het gebruik van deze gebieden geregeld wordt in artikels 5.1.0. van het inrichtingsbesluit van 28 december 1972.
Voor het overige zijn er geen specifieke voorschriften van een verkaveling, bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan van toepassing.
Overwegende dat het dossier de aanleg van nieuwe wegenis in het binnenliggend gebied aan de Heerbaan - Orgelwinningstraat omvat zoals blijkt uit het bijgevoegd verkavelingsplan. Er zullen 8 loten in open bouwvorm en 16 loten in halfopen bouwvorm voorzien worden.
De aanvraag voorziet ook in de overdracht van grond, waarop de werken zullen worden uitgevoerd, naar de stad Beringen voor inlijving in het openbaar domein.
Het betreft lot 26 (= 52a73ca) volgens het bijgevoegd verkavelingsplan van Geotec.
De verkavelaar dient een bodemattest, afgeleverd door OVAM voor te leggen, bij de overdracht.
Tijdens het openbaar onderzoek van bovenvermelde aanvraag werden er respectievelijk 21 (= tijdens 1ste openbaar onderzoek) en 6 (= tijdens 2de openbaar onderzoek) bezwaarschriften ingediend door buurtbewoners. Er werd een tweede openbaar onderzoek georganiseerd omwille van het foutief uithangen van de gele affiche door de verkavelaar.
Overwegende dat de gemeenteraad enkel de bezwaren in verband met de zaak der wegen dient te bespreken.
In verband met de zaak der wegen werd in de bezwaarschriften geformuleerd dat er slechts 1 toegangsweg voor autoverkeer naar de verkaveling wordt voorzien i.p.v. 2, wat nadelig zou zijn voor de verkeersveiligheid.
De bezorgdheid van de bewoners omwille van het voorzien van slechts 1 ontsluiting voor autoverkeer in deze verkaveling kan aangenomen worden, maar de argumenten hieromtrent kunnen niet bijgetreden worden. Het voorzien van bijkomende woongelegenheden genereert altijd meer (auto)verkeer, maar door het aantal ontsluitingen voor autoverkeer te beperken, kunnen er ook extra conflictpunten vermeden worden wat juist voordelig is voor de verkeersveiligheid. In de huidige aanvraag wordt er een ontsluiting voor autoverkeer voorzien via een reeds vastgelegde locatie aan de Orgelwinningstraat (= perceel 379C cf. verkaveling V1994/00018 d.d. 14-07-1994) en wordt er een ontsluiting voor zachte weggebruikers voorzien via het bestaande pad van de stad Beringen aan het kerkhof naar de Heerbaan. Door geen tweede ontsluiting voor autoverkeer te voorzien, wordt er geen extra conflictpunt gecreëerd aan de Heerbaan (= de hoofdstraat) wat ook de verkeersveiligheid minder nadelig zal beïnvloeden. Door de ontsluiting voor autoverkeer enkel te voorzien via de Orgelwinningstraat kan er langs een bestaande weg naar de Heerbaan gereden worden wat ook de leesbaarheid ten goed komt.
De overige argumenten uit de bezwaren hebben geen betrekking op de zaak der wegen en zullen besproken worden door het college van burgemeester en schepenen in het kader van de besluitvorming.
Al de externe en interne adviezen werden gunstig of voorwaardelijk gunstig geadviseerd. De afgeleverde adviezen worden bijgetreden. In het besluit zullen door het college van burgemeester en schepenen de nodige voorwaarden opgenomen worden om te voldoen aan deze adviezen.
Overwegende dat de verkavelaar een verzoek tot het afleveren van een verkoopbaarheidsattest en het stellen van een borg in functie van de zaak der wegen heeft aangevraagd.
De verkavelaar wenst over te gaan tot het stellen van een borg voor de volledige wegeniswerken (= geraamde bedrag der werken = 919.944,33 euro excl. Btw). Op basis van deze waarborg wenst de verkavelaar, na het bekomen van de verkavelingsvergunning en de afgeleverde borgstelling, een verkoopbaarheidsattest voor de verkaveling te bekomen zodat er reeds overgegaan kan worden tot de verkoop van kavels vooraleer de wegeniswerken zijn uitgevoerd.
Overwegende dat in soortgelijke verkavelingen (met wegeniswerken) het verkoopbaarheidsattest steeds pas afgeleverd werd door het college van burgemeester en schepenen na de voorlopige oplevering van de werken (al dan niet met opmerkingen en een beperkte borgstelling voor kleine werken).
Overwegende dat een waarborg ook slechts aanvaard werd in functie van nog uit te voeren kleine werken en ook pas na de voorlopige oplevering der werken.
Overwegende dat op basis van het voorgaande wordt voorgesteld om het verzoek tot borgstelling voor de volledige werken niet te aanvaarden en het verkoopbaarheidsattest ook pas af te leveren na de voorlopige oplevering van de werken.Gelet op het omgevingsdecreet, in bijzonder artikel 31 dat het volgende bepaalt:
“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden
opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.”
Gelet op het omgevingsbesluit, in bijzonder artikel 47 dat het volgend bepaalt:
“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”
Gelet op de toelichting bij bovengenoemd omgevingsdecreet en -besluit:
“Art. 47. Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:
· De bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen;
· De regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor het verkavelen van gronden;
· Beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep;
· De gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;
De gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.”
De gemeenteraad keurt de aanleg van de wegenis-, inrichtings-, en rioleringswerken, zoals voorzien in de vergunningsaanvraag goed.
Het rooilijnplan van Geotec gevoegd bij de aanvraag wordt goedgekeurd.
De gemeenteraad keurt de kosteloze grondafstand, namelijk lot 26 (= 52a73ca) volgens het bijgevoegde verkavelingsplan van Geotec, goed.
De kosteloze overdracht dient alleen te gebeuren indien er een omgevingsvergunning wordt bekomen.
Er kan pas overgegaan worden tot de overdracht van eigendom in kader van deze vergunningsaanvraag na oplevering van de werken, die dienen uitgevoerd te worden volgens de modaliteiten bepaald in de vergunning.
De verkavelaar dient een bodemattest voor te leggen dat betrekking heeft op het hierbij af te stane goed, afgeleverd door OVAM.
De afstanddoener verklaart dat hij geen weet heeft van bodemverontreiniging die schade kan berokkenen aan het bestuur of aan derden, of die aanleiding kan geven tot een saneringsverplichting, tot gebruiksbeperkingen of tot andere maatregelen, die de overheid in dit verband kan opleggen.
Alle kosten, rechten en honoraria verbonden aan deze grondafstand zijn ten lasten van de verkavelaar.
De verkavelaar dient een afschrift van de notariële akte te bezorgen aan de stad Beringen om aan te tonen dat deze voorwaarde is nageleefd.
Het verzoek van de verkavelaar tot het afleveren van een verkoopbaarheidsattest en tot het aanvaarden van een borgstelling in functie van de zaak der wegen wordt niet ingewilligd.
De gemeenteraad stelt zijn deel van het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 vast. Er is aan de wettelijke voorwaarden voldaan aangezien het geraamde beschikbaar budgettair resultaat jaarlijks en de autofinancieringsmarge van het laatste financiële boekjaar voor de periode van het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 groter of gelijk zijn aan nul. Het ontwerp van de derde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd toegelicht aan het schepencollege op 1 december 2022 (vaststelling ontwerp) en aan de zevende gemeenteraadscommissie op 12 december 2022.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC) en latere wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC) en latere wijzigingen.
De omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 houdende instructies voor het opstellen van de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 houdende instructies voor het opstellen van de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
De gemeenteraad stelt zijn deel van de derde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, waarvan afschrift van het beleidsrapport als bijlage, vast.
Na vaststelling wordt het laatste budgettaire journaalnummer vastgesteld op 139169.
De gemeenteraad keurt het deel van de derde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld op 19 december 2022.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC) en latere wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC) en latere wijzigingen.
De omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 houdende instructies voor het opstellen van de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 houdende instructies voor het opstellen van de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
De gemeenteraad keurt het deel van de derde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, waarvan afschrift van het beleidsrapport als bijlage, goed.
Na vaststelling wordt het laatste budgettaire journaalnummer vastgesteld op 139169.
Betcenter is reeds vele jaren gevestigd in de Stationsstraat. Het was het allereerste wedkantoor van Betcenter Group NV, dat nu meer dan 60 wedkantoren heeft over heel België, en daarmee één van de grootste spelers is van het land. De firma wordt geleid door de heer Tekin Seydi.
De wetgeving rond vergunningen van wedkantoren is de laatste jaren sterk verstrengd. Vroeger hadden we als gemeente enkel een adviserende rol m.b.t. de vergunning van wedkantoren. Maar vaak werd ons (negatief) advies door de kansspelcommissie naast zich neer gelegd. Met de verplichting tot het afsluiten van een convenant hebben we als stad een sterkere tool in handen om voorwaarden op te leggen aan wedkantoren, en zelfs te weigeren.
Zo is in de wet opgenomen: "Het wedkantoor mag niet gevestigd worden/zijn in de nabijheid van onderwijsinstellingen, ziekenhuizen en plaatsen die vooral door jongeren worden bezocht en dit conform artikel 43/5 5° van de “Wet”, behoudens een met redenen gemotiveerde afwijking die door het college van burgemeester en schepenen wordt toegestaan."
Het schepencollege stelt voor om een convenant af te sluiten met Betcenter Group ondanks de ligging vlakbij school STRAF. Dit op basis van het positief advies van politie en stedelijke diensten, alsook dat de school er pas gekomen is nadat het wedkantoor er zich vestigde, en dat het schepencollege van oordeel is dat een wedkantoor zeer sterk gereguleerd en controleerbaar is, in tegenstelling tot online en in dagbladhandels wedden.
Het convenant in bijlage werd opgesteld op basis van een modelconvenant van vvsg en in samenspraak met Betcenter Group.
In het verleden heeft de stad initiatief genomen om het aantal wedkantoren in Beringen te beperken. Dit omdat er vrees was voor een overaanbod. Zo waren er in de buurt van de stationsstraat 3 wedkantoren gevestigd en kregen we vaak aanvragen van andere wedkantoren. Sinds een aantal jaren heeft de overheid het max aantal wedkantoren in België beperkt tot 600. Omdat er al meer dan 600 wedkantoren waren in België, zijn er de laatste jaren dus ook geen nieuwe aanvragen meer geweest. Integendeel, een ander wedkantoor in de stationsstraat is ondertussen definitief gesloten. Door de strengere regels en de invoering van het convenant is er geen risico meer dat er een overaanbod aan wedkantoren zal zijn in Beringen.
De dienst ondernemen kan tevens akkoord gaan met het argument dat wedkantoren heel sterk gereglementeerd en gecontroleerd worden. Ze zijn zichtbaar in het straatbeeld waardoor er gemakkelijk gecontroleerd kan worden, en er is sprake van sociale controle. Het alternatief is wedden via internet of via (schijn)dagbladhandels. Deze alternatieven zijn moeilijker te controleren.
Naast het convenant heeft de stad ook nog steeds een reglement op wedkantoren waarin strenge voorwaarden worden opgelegd aan nieuwe wedkantoren die zich in Beringen willen vestigen.
De dienst samenleven is van oordeel dat de strenge regelgeving rond wedkantoren, en de manier waarop dit de voorbije jaren werd opgevolgd binnen de stad Beringen, zorgt voor een georganiseerd en regulier aanbod. Het wegnemen van dit regulier aanbod kan tot gevolg hebben dat het minder gestructureerd (on line) gokaanbod meer in beeld komt, wat zeker geen verbetering zal betekenen. Het blijft wel dat onder meer vanuit CAD blijvende aandacht wordt gevraagd voor de preventie van gokverslaving.
De aanwezigheid van een wedkantoor in de Stationsstraat, en dus ook in een schoolomgeving, mag wel niet uitgroeien tot een beeldbepalende partner in de straat. Dit moet eerder gezien worden als een bescheiden aanwezigheid, afgestemd op de schaalgrote van de straat en rekening houdend met de toekomstige invulling van de straat en zijn omgeving.
Ik ben sedert september 2017 wijkagent te Beringen – Mijn en stel vast dat het wedkantoor Betcenter, gelegen Stationsstraat 13 te Beringen, druk bezocht wordt. Ik ontvang geen klachten van overlast. De uitbaters zijn altijd meewerkend naar de Politie toe. Nazicht in meldingen, interventies, afhandeling, enz. is negatief. Er zijn geen overtredingen vastgesteld, geen PV’s noch gas-boetes opgesteld.
Wat betreft de school STRAF -> de school is er sedert januari 2021 terwijl het wedkantoor Betcenter is al vele jaren langer gevestigd is.
De gemeenteraad gaat akkoord met het afsluiten van bijgevoegd convenant met wedkantoor NV Betcenter groep voor hun wedkantoor gelegen te Stationsstraat 13, 3582 Beringen.
Enkel bedrijven waarbij stad Beringen verkoopsvoorwaarden m.b.t. beheeraspecten heeft opgenomen in verkoopaktes zijn verplicht om lid te worden van vzw West-Limburg. Dit zijn de bedrijventerreinen De Weven en Ravenshout-Noord.
Recent heeft stad Beringen een restperceel verkocht ter hoogte van de zijtak Industrieweg waarbij voorwaarden werden opgelegd aan de koper/het bedrijf waaronder de verplichting om lid te worden van de vzw West Limburg.
Het bedrijf merkte terecht op dat strikt volgens de bewoording van de statuten er geen toetreding kon zijn tot de vzw West-Limburg. Dit omdat een restperceel niet altijd een bebouwing kent. Bijgevolg werd artikel 7B nog gewijzigd zodat ook eigenaars van grondkavels (zonder bebouwing) de mogelijkheid hebben om toe te treden.
Artikel 386 decreet lokaal bestuur m.b.t. deelname van de gemeenten in rechtspersonen.
Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen.
De gemeenteraad is akkoord met de aanpassing van artikel 7B van de statuten van vzw West-Limburg
De gemeente Paal verkocht samen met de gemeente Tessenderlo en de Belgische Staat industriegronden aan VAN BROEKHOVEN’S ALGEMENE ONDERNEMINGEN op het bedrijventerrein Ravenshout. De gronden van de gemeente Paal werden via akte d.d. 16 mei 1969 verleden.
De gronden zijn thans gekend op het kadaster als sectie A, nummers 169/B en 169/C, met een gezamenlijke oppervlakte van drieënveertigduizend tweehonderdvijfentachtig vierkante meter (43.285 m²).
Er zijn doorheen de jaren diverse transacties geweest waarbij de stad Beringen niet altijd om toestemming gevraagd werd. Het is evenwel zo dat de oorspronkelijke bijzondere verkoopvoorwaarden van toepassing blijven op deze gronden.
Alle bijzondere bepalingen opgelegd in het gemeenteraadsbesluit d.d. 11 oktober 1968 horende bij de notariële akte d.d. 16 mei 1969 blijven onverminderd van toepassing, dienen nageleefd te worden en dienen opgenomen te worden in de notariële akte waarin tot de fusie wordt besloten.
De gronden zijn belast met bijzondere verkoopvoorwaarden en de stad Beringen dient haar goedkeuring te verlenen over de voorgenomen transactie in het kader van de bepalingen zoals opgenomen in het gemeenteraadsbesluit d.d. 11 oktober 1968 horende bij de notariële akte d.d. 16 mei 1969.
De gemeenteraad is akkoord met de fusie waarbij de NV Tubobel met ondernemingsnummer 0464.183.897 zal overgenomen worden door NV Tubobel Aqua met ondernemingsnummer 0428.352.295. - mits voldoening aan volgende voorwaarden:
De goedkeuring in artikel 1 wordt uitdrukkelijk verleend onder voorbehoud dat de fusie ook daadwerkelijk tot stand komt zoals aangegeven in de aanvraag als bijlage gevoegd bij dit besluit.
Met het oog op o.m. het realiseren van een evenwichtige industriële groei en de valorisatie van de gronden van Ravenshout-Noord, wordt voorgesteld om een (nieuwe) verkoopprocedure m.b.t. de gronden van Ravenshout-Noord in de markt te plaatsen, waarbij wordt rekening gehouden met de (bovenvermelde) gewijzigde context van het bedrijventerrein.
In dat kader werd een ontwerp van verkoopleidraad (“Leidraad inzake de verkoop onder voorwaarden van gronden op het Bedrijventerrein Ravenshout-Noord te Beringen”) voorbereid (Bijlage 1).
De verkoopleidraad voorziet in een marktraadplegingsprocedure tot verkoop van gronden van Ravenshout-Noord, opgedeeld in vier zones (Bijlage 2), waarin wordt beoogd om:
De verkoopleidraad voorziet in de volgende beoogde (chronologie van de) effectieve toewijzing/aanduiding van de Begunstigde(n):
De verkoopleidraad voorziet om de voorstellen van de kandidaat-kopers te beoordelen op de volgende beoordelingscriteria:
De gemeenteraad beslist tot goedkeuring van het voorliggende ontwerp van verkoopleidraad (“Leidraad inzake de verkoop onder voorwaarden van gronden op het Bedrijventerrein Ravenshout-Noord te Beringen”) (incl. bijlagen) (Bijlage 1).
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van 750.000,00 EUR niet).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
Regelgeving: bevoegdheid (bijzonder)
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Deze uitgave is voorzien in het budget van 2023, op MJP004222.
De voorvastlegging wordt gemaakt na kredietopening voor 2023.
Het bestek met nr. W2022rwa105 en de raming voor de opdracht “Sporthal Koersel- Relighting Sporthal + kleedkamers + gevechtsportzaal + turnhal”, opgesteld door de Dienst gebouwen worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 162.350,00 EUR + 34.093,50 EUR (21% btw medecontractant) = 196.443,50 EUR.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Volgens het gewestplan is het perceel gelegen in parkgebied.
Het perceel is bebost en grenst aan andere eigendommen van de stad Beringen.
De verkoper heeft een indicatieve vraagprijs van 12.000 euro aangegeven. Dit ligt in de lijn
van een schattingsverslag van bossen aan het Fonteintje.
De gemeenteraad is principieel akkoord om het perceel grond gelegen aan de Klitsberg, Beringen 3de afdeling, sectie D, nummer 623 aan te kopen aan maximaal de schattingsprijs.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit, meer bepaald met het opvragen van een schattingsverslag, het aanstellen van een notaris en het voeren van onderhandelingen. Zodra er een formeel akkoord bereikt is met de eigenaar dient de gemeenteraad deze aankoop definitief goed te keuren.
Echter bestaat de brug niet meer en heeft dit deel openbaar domein geen enkel nut meer voor stad Beringen. (lot 1 op schets als bijlage)
Een onderhandse verkoop aan de aanpalende valt te motiveren omdat deze strook geen nut heeft voor niet-aanpalenden. Het enige andere aanpalende bedrijf (Gheys ) is niet geïnteresseerd in de aankoop van deze wegzate. Zij kochten het aangrenzende perceel aan de wegzate van de gemeente Tessenderlo. De bedrijven BV L. Lemmens/ Tubobel hebben onderling afgesproken dat Gheys het perceeltje van de gemeente Tessenderlo koopt en Tubobel dat van de stad Beringen. Op 30 juni 2020 kochten zij perceel 172C reeds aan van stad Beringen.
De wegzate dient onttrokken te worden aan het openbaar domein en opgemeten te worden (rekening houdend met de vernieuwing Industrieweg) alvorens een schatting kan aangevraagd worden.
Op basis van de beurtrol kan notariskantoor ‘Mijn Notarissen’ aangesteld worden voor het opstellen van een onderhandse overeenkomst en nadien het verlijden van de akte.
De gemeenteraad wordt gevraagd principieel akkoord te gaan met deze verkoop. Zodra een overeenkomst is afgesloten zal het dossier nog ter definitieve goedkeuring worden voorgelegd.
De gemeenteraad is principieel akkoord om na onttrekking van het deel openbaar domein, gelegen aan de Industrieweg (lot 1), onderhands te verkopen.
De gemeenteraad belast het schepencollege met de verdere uitvoering van dit dossier. Zodra er een formeel akkoord is met de aanpalende eigenaar dient de gemeenteraad deze verkoop definitief goed te keuren.
Bij de andere sportclubs (voetbal, tennis, ...) werd gekozen voor een opstalrecht omdat dit een langdurig zakelijk recht betreft waarbij de eigenaarsverplichtingen voor het gebouw ook ben hen terecht komen. Bovendien biedt een opstalrecht de mogelijkheid om bijkomende constructies op te richten. Omdat het bij de waterskiclub niet de bedoeling is dat hier (omwille van de stedenbouwkundige beperkingen die gelden op het perceel) nog bijkomende constructies worden opgericht, wordt daarom voorgesteld hen het gebouw en terrein in erfpacht geven. Ook bij een erfpacht zijn de eigenaarsverplichtingen ten laste van de erfpachter.
De modaliteiten (looptijd, afbakening, vergoeding, voorwaarden, ...) dienen verder uitgewerkt worden door het schepencollege. De gemeenteraad zal in latere fase beslissen over het definitieve voorstel. In huidige besluit wordt de opstart van het dossier louter principieel goedgekeurd.
In principe is voor het in erfpacht geven van een terrein een marktconsultatie nodig. Echter, naar analogie met de andere sportclubs, wordt hier geconcludeerd dat het niet om een nieuw aanbod gaat maar om het omvormen van een bestaande overeenkomst (met accessoir opstalrecht) naar een zakelijk recht. Bovendien is het wegens de aard van het goed en de typologie van de sport onwaarschijnlijk dat er anderen geïnteresseerd zouden zijn in dit perceel.
De gemeenteraad is principieel akkoord om het gebouw en het perceel grond Zandhoefstraat 200, kadastraal gekend als Beringen, 2de afdeling, sectie A, nr. 358F en een gedeelte van 358E in erfpacht te geven aan vzw Waterski-Tervant voor het uitoefenen van watersportactiviteiten.
De gemeenteraad belast het schepencollege het dossier verder samen te stellen, onder andere het aanstellen van een notaris, het laten opstellen van het opmetingsplan (afbakening van de erfpachtzone), het opvragen van een schattingsverslag, het opmaken van een plaatsbeschrijving en het verder uitwerken van de erfpachtvoorwaarden. Zodra er een akkoord bereikt is met de sportclub dient de gemeenteraad deze erfpacht definitief goed te keuren.
De gemeenteraad wenst niet in te gaan op de vraag om het perceel te verkopen.
Bedoeling is altijd geweest om beide werkingen te integreren op de site van Regina Mundi. Op 17 november 2022 gaf de raad van bestuur vzw Familiehulp (koepelorganisatie) haar goedkeuring om een erfpacht aan te gaan met de stad Beringen en dit voor volgende lokalen:
- de ruimtes die nu reeds in gebruik zijn (sinds begin 2020)
- de twee aanpalende ruimtes die tot voor kort in gebruik waren door vzw Kind&Taal
- het voormalige OCMW vormingscentrum
De modaliteiten (looptijd, afbakening, vergoeding, voorwaarden, ...) dienen verder uitgewerkt worden door het schepencollege. De gemeenteraad zal in latere fase beslissen over het definitieve voorstel. In huidige besluit wordt de opstart van het dossier louter principieel goedgekeurd.
Het schepencollege ging op 1 december 2022 akkoord om de procedure op te starten tot de opmaak van een erfpacht van 27 jaar.
In afwachting tot het verlijden van deze akte zal met ingang van 1 januari 2023 een nieuwe tijdelijke gebruiksovereenkomst opgemaakt worden tot het afsluiten van de erfpachtakte.
In principe moet de stad voor het verlenen van erfpachten een marktconsultatie doen zodat iedereen dezelfde kans heeft om een zakelijk recht op het gebouw te nemen. Er is geen marktbevraging gebeurd specifiek voor deze erfpacht. Echter in 2018 werd een ruime oproep gedaan (infodag) naar verschillende welzijnsactoren om enkele leegstaande gebouwen van de stad invulling te geven. Voor de site Regina Mundi werd heel snel gekozen om er welzijnscampus van te maken (inhoudelijke bestemming van het gebouw) en zich te richten op organisaties die inzetten op het versterken van onze bewoners.
De informatie over de infodag werd vanuit deze visie verspreid enerzijds bij organisaties die in dit kader passen en bij interne diensten (gebouwen, jeugd en sport, samenleven, ...) een vraag tot huisvesting hebben gesteld, en anderzijds binnen de vele netwerken die er zijn binnen de dienst samenleven. De uitnodiging werd dus wel breed verspreid, maar ook wel gericht, via mail en in de vele overlegmomenten. Vervolgens zijn een aantal lokalen toegewezen. Omdat de partner momenteel een gebruiker is van het gebouw (dankzij de oefening uit 2018), die naar een duurzamer contract wil, wordt geen nieuwe bevraging georganiseerd omdat deze van 2018 voldoende ruim was. Bij de oefening van 2018 werd immers ook al duidelijk gemaakt aan de partijen dat erfpacht voor de stad altijd de voorkeur kent boven verhuur of gebruik.
De gemeenteraad is principieel akkoord om een deel van de welzijnscampus Regina Mundi, zoals beschreven in dit besluit, in erfpacht te geven aan kinderdagverblijf De Speelboom.
De gemeenteraad belast het schepencollege het dossier verder samen te stellen, onder andere het aanstellen van een notaris, het laten opstellen van het opmetingsplan (afbakening van de erfpachtzone), het opvragen van een schattingsverslag, het opmaken van een plaatsbeschrijving en het verder uitwerken van de erfpachtvoorwaarden. Zodra er een akkoord bereikt is met kinderdagverblijf De Speelboom dient de gemeenteraad deze erfpacht definitief goed te keuren.
De gemeenteraad is principieel akkoord om een tijdelijke gebruiksovereenkomst op te stellen. Deze loopt tot er een erfpachtakte wordt ondertekend.
De essentie van het Fonds is de betrokkenheid van lokale actoren vergroten. In de nieuwe fondsenwerking zal niet enkel het lokaal bestuur middelen voorzien, maar zullen ook particuliere middelen worden gegenereerd. Actoren in Beringen stimuleren we te doneren. Donateurs kunnen zijn: particulieren, individuele burgers, lokale vrijetijdsactoren, serviceclubs en bedrijven. Horizont VZW zal op zijn beurt zorgen dat de middelen terecht komen bij de eindgebruikers met een beperkt budget op basis van de eerder vooropgestelde criteria gelijkaardig aan die van de UiTPAS en de werking van Rap op stap. Naast het overbruggen van de financiële drempel blijft het toeleiden van de doelgroep in armoede naar vrijetijdsactiviteiten een continue aandachtspunt. De wisselwerking met het bestaande netwerk vrijetijdsparticipatie blijft belangrijk.
Op basis van het principieel akkoord werden, in overleg met vzw Horizont, de krijtlijnen voor de opstart van het Vrijetijdsfonds Beringen concreter gemaakt. De door het bestuur gevraagde voortgangsrapportage werd daarbij besproken. Eerder gemaakte afspraken, vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst, kregen vorm. In de eerste fase van het communicatieplan lanceren we een wedstrijd waarbij Beringenaren de nieuwe naam van het vrijetijdsfonds zullen bepalen.
In het proces tot de uitrol van dit project merken we dat het verdere proces van de UiTPAS, toeleiding van aanbod en specifiek verenigingen, een impact heeft op de aanpak en vooruitgang. We hebben de ambitie om beide systemen in de toekomst te laten samenvloeien. We dienen een strategie te bepalen. Een herkenbare naam zal zorgen voor de nodige bekendheid.
In het Meerjarenplan zijn de nodige budgetten voorzien via het Noodfonds Cultuur, Sport en Jeugd om deze overeenkomst uit te voeren en dit onder 'MJP 4275 SL fondsenwerving via partnerschappen'.
Het reglement voor de wedstrijd om de nieuwe naam te bepalen werd doorgenomen door de juridische dienst.
Deze uitgave is voorzien in het budget van 2022, op MJP004275.
Het gunningsbedrag werd vastgelegd met vastlegging 2022018741.
Er is geen visum vereist.
De gemeenteraad gaat akkoord met het wedstrijdreglement om de nieuwe naam voor het vrijetijdsfonds Beringen.
De verenigingen van het forum: Sint- vincentius, Open Hart, de Draaischijf en het Vonkje (UAV) engageren zich om binnen een werkgroep een nieuw concept tot materiële dienstverlening uit te werken. Uit de evaluatie van de pop-up markt kwam de nood aan meer gelijkaardige initiatieven naar boven. Door de stijgende (energie)prijzen is deze nood gestegen. De markt was mogelijk door éénmalige extra subsidiemiddelen. We zijn daarom op zoek naar een duurzame verderzetting of alternatief. We zien kansen in de grote solidariteit die er vandaag al is bij verenigingen, organisaties en burgers. Deze krachten willen we bundelen.
We willen dit gefaseerd aanpakken en het forum zal hierin een trekkende rol opnemen. Dit initiatief tot vernieuwing willen we bekrachtigen met een toelage. In het meerjarenplan (MJP003175) is er opgenomen dat we verenigingen betoelagen die inzetten op materiële hulpverlening voor mensen in armoede. De toelage willen we geven aan de verenigingen van het armoedeforum die mee hun schouders zetten onder dit initiatief. Zo zal iedere vereniging een bedrag van 625 euro ontvangen.
De middelen die ze ontvangen zetten ze in de eigen werking in ten voordele van de doelgroep, mensen in armoede, zoals: benodigdheden voor de voedselbedeling en verdeling kledij en huisraad, maaltijden,...
Deze uitgave is voorzien in het budget van 2022, op MJP003175.
Er is geen visum vereist.
De gemeenteraad gaat akkoord met de samenwerkingsovereenkomst tussen stad Beringen en de verenigingen met een aanbod materiële dienstverlening voor mensen in armoede en de uitbetaling van de toelage met een bedrag van 625 euro per vereniging.
De nieuwe deskundige buurtwerking en buurtbudgetten (opstart april 2022) is ingewerkt, hetgeen resulteert in een nieuw reglement buurtbudgetten en een voorziene grote kick-off begin 2023. Dit reglement is intern afgetoetst voor juridisch advies.
In het nieuwe reglement worden zowel de maximum financiële toelage voor projecten aangepast, alsook wordt de integratie in het online participatieplatform gerealiseerd. (zie bijlage). Via die weg zetten we in op maximale betrokkenheid van bewoners op een project, alsook op transparantie van de processen die (achterliggend) lopen. Een visuele tijdslijn geeft bijvoorbeeld inzicht in timing en fasering van de procedure. Aangezien alle Beringse inwoners kunnen stemmen via het platform, bestaat de jury voor projecten uit een zeer breed draagvlak. Er is aandacht voor digitale drempels; we bieden ondersteuning vanuit buurtwerking en burgerparticipatie of leiden toe naar digitale projecten in onze stad.
De infoavond buurtbudgetten gaat door op dinsdag 7 februari 2023 om 19u in het stadhuis. Hierbij ligt de focus op het inspireren van inwoners voor dit burgerinitiatief aan de hand van concrete en reeds gerealiseerde voorbeelden. Dit wordt in de B-magazine van januari 2023 bekend gemaakt.
Bij de goedkeuring van deze nieuwe werkwijze moet een aanpassing aan de website te gebeuren; op de pagina's rond buurtbudgetten moet de link naar het digitaal participatieplatform duidelijk gemaakt worden en dient het huidige aanvraagformulier te worden verwijderd.
Deze uitgave is voorzien in het budget van 2023-2026, op MJP003302.
Akkoord met voorgestelde werkwijze voor buurtbudgetten vanaf 2023.
Akkoord met het voorgestelde reglement buurtbudgetten, dat vanaf 2023 in werking treedt.
Akkoord met de intrekking van het reglement buurtbudgetten 2022 en het afwijkend reglement buurtbudgetten.
Voor Beringen werd het overleg met de scholen gevoerd in het LOP Beringen basisonderwijs en in het LOP Beringen-Leopoldsburg secundair onderwijs. Dit overleg werd telkens ook vanuit de stad opgevolgd vanuit een regierol op het vlak van lokaal onderwijsbeleid.
Vanuit het LOP Beringen basisonderwijs werd in consensus volgende aanpak uitgewerkt. Alle basisscholen zullen in Beringen werken binnen één gezamenlijk aanmeldingssysteem. Dit betekent dat ouders via één link digitaal kunnen aanmelden voor alle basisscholen in Beringen. Hierbij kunnen ze vervolgens meerdere scholen opgeven in volgorde van hun voorkeur. Dit gezamenlijk aanmeldingssysteem voor het basisonderwijs wordt mee ondersteund vanuit het LOP en vanuit stad Beringen - dienst onderwijs.
Binnen het aanmeldingssysteem gebeurt de ordening op basis van schoolkeuze en vervolgens op basis van afstand. Vanuit het LOP wordt voorgesteld om bij opstart niet te werken met een voorrang voor ‘ondervertegenwoordigde groepen’. Het LOP vindt het op dit moment te kort dag om zo’n voorrang degelijk en onderbouwd uit te werken voor de aanmeldingen voor het schooljaar 2023-2024. Bovendien zou de impact beperkt zijn aangezien het gaat om maximaal 20% van de beschikbare plaatsen na de inschrijving van de broers en zussen en kinderen van personeel. Tot slot is het niet eenvoudig om een criterium te vinden dat naast relevant, ook aanvaardbaar is voor ouders en controleerbaar voor scholen. Zo was bijvoorbeeld ook het criterium 'diploma van de moeder' in het verleden soms moeilijk aanvaardbaar voor ouders en moeilijk controleerbaar voor scholen.
Binnen het LOP Beringen-Leopoldsburg secundair onderwijs werd in consensus besloten dat alle secundaire scholen in Beringen en Leopoldsburg voor het eerste jaar van de eerste graad in het gewoon onderwijs zullen werken met een aanmeldingssysteem. Er werd echter geen consensus gevonden om te werken binnen één gezamenlijk aanmeldingssysteem. Voor de aanmelding zullen de secundaire scholen in Beringen en Leopoldsburg dus gebruik maken van van verschillende systemen.
De school A-Maze (GO!) in Beverlo zal samen met de scholen in Leopoldsburg aansluiten bij het aanmeldingssysteem aanmelden.school, dat reeds een grote groep scholen omvat in Vlaams Brabant. Ook de ombudsdienst wordt vanuit dit grotere geheel georganiseerd.
Het Spectrumcollege campus Paal en campus Beringen zullen een afzonderlijk aanmeldingssysteem oprichten in samenwerking met het Sint Franciscuscollege in Heusden-Zolder. De betrokken scholen zullen hiervoor een eigen ombudsdienst oprichten.
Beide aanmeldingssystemen werken onafhankelijk van elkaar maar wel binnen dezelfde tijdlijn en voorrangsregels. Binnen het aanmeldingssysteem gebeurt de ordening op basis van schoolkeuze en vervolgens op basis van toeval. Vanuit het LOP secundair wordt ook hier voorgesteld om bij opstart niet te werken met een voorrang voor ‘ondervertegenwoordigde groepen’.
De organisatie van het gezamenlijk aanmeldingssysteem voor het basisonderwijs wordt vanuit Stad Beringen mee ondersteund vanuit de dienst onderwijs en dienst samenleven. Stad Beringen zet hiervoor de bestaande overeenkomst met V-ICT-OR verder voor het gebruik van het online-aanmeldsysteem. Stad Beringen organiseert in samenwerking met het LOP de communicatie en de infomomenten voor de instappers in de kleuterschool. De stad is ook vertegenwoordigd in de ombudsdienst voor de behandeling van vragen en klachten in verband met het aanmeldingssysteem. In samenwerking met de partners uit het Huis van het Kind ondersteunen we (kwetsbare) gezinnen bij de aanmelding van hun kind.
Voor het secundair onderwijs is de rol van de stad beperkter omdat de scholen werken met een afzonderlijk aanmeldingssysteem. De verantwoordelijkheid voor de communicatie en informatie, alsook de organisatie van de ombudsdienst ligt hier bij de scholen. De link naar het aanmeldingssysteem, met de data en tijdlijn, wordt gecommuniceerd via de website van de school. Vanuit stad Beringen maken we wel de data en tijdlijn mee bekend en verwijzen we voor verdere info naar de websites van de scholen op ons grondgebied. Op vraag helpen we ook hier gezinnen bij het aanmelden van hun kind.
Deze uitgave is voorzien in het budget van 2023, op MJP001837.
Het gunningsbedrag werd vastgelegd met vastlegging 2022018776.
Er is geen visum vereist.
De gemeenteraad gaat akkoord met het voorstel vanuit de LOP's om niet te werken met ondervertegenwoordigde groepen bij de aanmeldingen voor schooljaar 2023-2024.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
Regelgeving: bevoegdheid (bijzonder)
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Deze uitgave is voorzien in het budget van 2023, op MJP002655.
De voorvastlegging wordt gemaakt na kredietopening voor 2023.
Het bestek met nr. W2022wsa102 en de raming voor de opdracht “Beveiligen knelpunten schoolroutes 2023”, opgesteld door de Dienst Wegen en Publieke Ruimte worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 485.025,74 EUR + 101.855,41 EUR (21% btw) waarvan 23.047,67 EUR (btw medecontractant) = 586.881,15 EUR.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Paal-Beringen, 13 december 2022
Geachte heer Burgemeester,
Geachte heer Algemeen Directeur,
Geachte heer Voorzitter,
Geachte dames en heren Schepenen,
Geachte dames en heren Raadsleden,
Toegevoegd agendapunt aan de dagorde van de gemeenteraad van
19 december 2022/ Voorstel tot beslissing.
Parkeren tijdens de Zondagsmarkt te Paal.
Geachte heer Burgemeester,
Toen ik nog in de coalitie was met Voluit, heb ik U als hoofd van de Politie gevraagd om deze te verzoeken te stoppen met het verbaliseren van marktbezoekers die hun wagen parkeren in de middenberm van de gewestweg N29, ter plaatse de Paalsesteenweg.
We zaten toen in volle coronaperiode, het leven was niet zo eenvoudig en het handelsgebeuren vroeg om ondersteuning. U hebt toen begrip getoond en de politie heeft gedurende een periode van tenminste 2 jaar geen boetes meer uitgeschreven voor het middenbermparkeren tijdens de Zondagsmarkt in Paal, waarvoor dank.
Een tijd geleden maakten marktkramers en bezoekers er mij op opmerkzaam dat de politie opnieuw is begonnen met de genoemde manier van verbaliseren.
Dikwijls gaat het om oudere mensen en mensen met beperkingen, die dichter bij het marktgebeuren willen uitstappen.
Door het parkeren in de middenberm is in Paal bij mijn weten nog nooit een ongeval gebeurd.
Ik heb ook alle begrip dat door de massale toeloop van bezoekers de Stad als inrichter van markten niet bij machte is om te zorgen voor voldoende parkeerplaatsen in een beperkte perimeter rond de Zondagsmarkt.
Het is ook verwarrend dat in Kermt, waar AWV een identieke situatie heeft ingericht,
parkeren in de middenberm gewoon is toegelaten.
Hierbij wil ik voorstellen om dit ook in Paal-Beringen bij de Zondagsmarkt terug toe te laten vanaf parking De Wissel tot Paal-Dorp, d.w.z. in de zone 30 tot het einde van de Paalsesteenweg.
Met vriendelijke groeten,
Hilaire Poels
Onafhankelijk raadslid.
Het voorstel tot beslissing werd afgekeurd.
di 20/12/2022 - 09:45Op 30 november verscheen in de pers dat de stad Beringen dit jaar niet deelneemt aan de gratis feestbussen van De Lijn die rijden op oudejaarsnacht omdat er volgens de burgemeester te weinig gebruik gemaakt wordt van deze bussen.
Een onbegrijpelijk beslissing, want de gratis bussen zijn op oudejaarsnacht een handige manier voor feestvierders om zich op een veilige, verantwoorde en betaalbare manier te verplaatsen. Zeker in deze tijden van hoge brandstofprijzen is een gratis bus op oudejaarsavond wellicht een aantrekkelijk alternatief voor veel inwoners.
Op basis van het goedgekeurde collegebesluit over de feestbussen van vorig jaar, kunnen we trouwens concluderen dat de impact van deze gratis dienstverlening op de stadsfinanciën minimaal is. Vorig jaar ging het namelijk om een bedrag van maximaal 510 euro per buslijn dat betaald zou moeten worden door het stadsbestuur. Indien er meerdere gemeenten op het traject van de buslijn deelnemen aan dit initiatief wordt de kostprijs van 510 euro gedeeld door alle deelnemende gemeenten. Gezien er vorig jaar voor Beringen twee buslijnen ingezet werden, bedroeg de maximale kostprijs voor de stad toen 1020 euro.
Om aan onze inwoners alsnog de kans te geven om zich op een veilige en betaalbare manier te verplaatsen op oudejaarsnacht, stellen we voor dat de stad zich alsnog aansluit bij het initiatief van De Lijn om dit jaar op oudejaarsnacht gratis feestbussen aan te bieden. Indien dit niet meer mogelijk is omwille van het reeds verstrijken van de deadline om hieraan deel te nemen, stellen we voor dat het engagement genomen wordt om volgend jaar wel terug deel te nemen aan de gratis feestbussen die ingelegd worden door De Lijn.
Voorstel tot beslissing
Artikel 1. De stad sluit zich alsnog aan bij het initiatief van De Lijn om gratis feestbussen aan te bieden op oudejaarsnacht.
Artikel 2. Indien de uitvoering van artikel 1 niet meer mogelijk is omwille van het reeds verstrijken van de deadline, neemt het stadsbestuur het engagement om volgend jaar wel opnieuw deel te nemen aan de gratis feestbussen die ingelegd worden door De Lijn.
Het voorstel tot beslissing werd afgekeurd.
di 20/12/2022 - 09:46Paal-Beringen, 13 december 2022
Geachte heer Burgemeester,
Geachte heer Algemeen Directeur,
Geachte heer Voorzitter,
Geachte dames en heren Schepenen,
Geachte dames en heren Raadsleden,
Toegevoegd agendapunt aan de dagorde van de gemeenteraad van
19 december 2022/ Mondelinge vraag
Probleem Zondagmarkt Paal-Kermis.
Geachte heer Schepen,
Marktkramers waar ik regelmatig klant ben, spraken mij aan over het feit dat Stad Beringen de markt op de 2 zondagen van Paal-kermis, dus eind juni en begin september, zou willen afschaffen.
De Stad zou dit volgens de marktkramers doen uit besparingsoverwegingen omdat bij het verplaatsen van de markt op die 2 data naar de Beverlosesteenweg, er een generator moet gehuurd worden en er verlengkabels moeten worden gelegd.
Dit zou per kermis € 4000,00 dus totaal € 8000,00 kosten.
Nu is een marktkraamster gestart met een digitale belangengroep. Zij groepeert 72 marktkramers en heeft die aangeschreven om hun mening te horen. Er antwoordden 55 marktkramers unaniem met de vraag om de 2 markten op de kermiszondagen te behouden en te verplaatsen naar de Beverlosesteenweg. Van de 17 anderen heeft zij nog geen antwoord ontvangen. De informatie is vrij recent.
De marktkramers zijn vooral bevreesd dat bezoekers op zondag zouden overschakelen naar de markt in Zonhoven.
Bij een persoonlijke bevraging aan bezoekers van de markt, stelde ik vast dat zij, die niet op vakantie gaan, een zondagse uitstap naar de markt in Paal verkiezen, zeker omdat in die periode 6 weken de kans op mooi weer zeer groot is.
Hierbij sluit ik ook mezelf aan.
Graag uw standpunt, beste Werner.
Met vriendelijke groeten,
Hilaire Poels
Onafhankelijk raadslid.
De mondelinge vraag werd behandeld.
di 20/12/2022 - 09:46