Overwegende dat het, uit menselijk standpunt, belangrijk is dat mensen thuis in een vertrouwde omgeving op een humane manier kunnen sterven.
Overwegende dat de verzorging thuis van terminale patiënten een zware financiële last meebrengt;
Overwegende dat er momenteel een financiële discriminatie tussen “thuis sterven“ en “in het ziekenhuis sterven”;
Overwegende dat he daarom aangewezen is een éénmalige financiële tegemoetkoming te verlenen aan palliatieve thuispatiënten;
Overwegende dat hiervoor de nodige kredieten te voorzien in de begroting van 2023:
Artikel 1:
Aan de inwoners van Beringen die ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters en die voldoen aan de definitie van palliatieve thuispatiënt, wordt een éénmalige toelage toegekend.
Artikel 2:
Er wordt verstaan onder palliatieve thuispatiënt die reeds van het Riziv , de financiële tegemoetkoming “voor een patiënt die thuis palliatieve verzorging geniet van het RIZIV” ontvangen heeft (K.B. Van 02/12/1999betreffende de vaststelling van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor geneesmiddelen, verzorgingsmiddelen en hulpmiddelen voor palliatieve thuispatiënten, bedoeld in artikel 34, 14e van de wet betreffende de verplichte verzeker voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli1994)
Artikel 3:
De tegemoetkoming bedraagt 250 euro en wordt uitbetaald na voorlegging van het betalingsbewijs van de mutualiteit van de “financiële tegemoetkoming voor een patiënt die thuis palliatieve verzorging geniet” aan de begunstigde vermeld op dit betalingsbewijs.
Artikel 4:
De financiële draagkracht van de betrokkene heeft geen invloed wat betreft het al dan niet toekennen van de voorziene gemeentelijke tussenkomst.
Artikel 5:
De toelage dient aangevraagd te worden bij het College van Burgemeester en schepenen. De aanvrager dient het bewijs te leveren dat aan de voorwaarden ,voorzien in artikel 2 en 3 voldaan is.
Artikel 6:
De aanvraag kan gebeuren door de betrokkene zelf of door de persoon die de onder artikel 2 en 3 bedoelde toelage van het Riziv ontvangen heeft.
Artikel 7:
Onderhavige beslissing treedt in werking op datum van 01 01 2023. Enkel de attesten van het RIZIV die na 01 01 2023 worden uitgereikt komen in aanmerking.
Artikel 8:
Alle ten onrechte uitbetaalde toelagen zullen teruggevorderd worden na beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen.