De notulen van de vorige vergadering wordt voor aanvang van de zitting van heden ter goedkeuring voorgelegd.
De notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 10 januari 2022 worden goedgekeurd.
In elke gemeente wordt een lokale adviescommissie opgericht samengesteld uit:
Ingevolge de wissel van mandatarissen in het bijzonder comité sociale dienst, dient er (minstens) één lid van het bijzonder comité sociale dienst aangeduid te worden om te zetelen in de lokale adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water.
Gelet op de kandidaatstelling van Walter Willems voor LAC Water.
Gelet op de kandidaatstelling van Liesbeth Borejko als plaatsvervanger.
Gelet op de kandidaatstelling van Liesbeth Borejko voor LAC Energie.
Gelet op de kandidaatstelling van Walter Willems als plaatsvervanger.
De stemming gebeurt volgens de bepalingen van artikel 34 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Uitslag van de stemming
Besluit Vlaamse Regering 16 november 1997 en latere wijzigingen.
De heer Walter Willems, lid bijzonder comité sociale dienst, wordt aangeduid als afgevaardigd raadslid namens de raad voor maatschappelijk welzijn in de lokale adviescommissie omtrent de minimale levering van water.
Mevrouw Liesbeth Borejko wordt aangeduid als plaatsvervanger van de heer Walter Willems in de lokale adviescommissie omtrent de minimale levering van water.
Mevrouw Liesbeth Borejko, lid bijzonder comité sociale dienst, wordt aangeduid als afgevaardigd raadslid namens de raad voor maatschappelijk welzijn in de lokale adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit en gas.
De heer Walter Willems wordt aangeduid als plaatsvervanger van mevrouw Liesbeth Borejko in de lokale adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit en gas.
De samenwerking met het CGG wordt als een meerwaarde beschouwd door de sociale diensten van de drie OCMW’s (Beringen, Houthalen-Helchteren en Heusden-Zolder) die erbij betrokken zijn. De verlenging biedt de kans dat nog meer inwoners gebruik kunnen maken van het ondersteuningsaanbod van het CGG, dat gekenmerkt wordt door een laagdrempeligheid dankzij een snelle instroom, gratis voor de gebruikers en dichtbij (voor onze inwoners: in onze gemeente). Het CGG staat garant voor een kwalitatief aanbod door hun ruime ervaring en de psycholoog in te bedden in de teamwerking van hun organisatie. Daardoor wordt tevens doorstroom en psychiatrisch consult gefaciliteerd. Bovendien moet er geen bijkomende financiering voorzien worden omdat het maximale bedrag in de overeenkomst nog niet volledig besteed was.
Het KB van 24 december 2020 houdende maatregelen ter bevordering van het psychologisch welzijn van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en ter verbetering van de toepassing van de preventieve gezondheidsmaatregelen, en de bijhorende omzendbrief van 1 februari 2021.
Het besluit van de OCMW-Raad van 19 april 2021 waarbij een samenwerkingsovereenkomst werd afgesloten voor de verbetering van het psychologisch welzijn van de OCMW-gebruikers.
De omzendbrief van 22 december 2021 betreffende de verlenging van verschillende COVID-19-maatregelen.
Het raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met het addendum voor de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst met CGG West Limburg omtrent psychologische welzijn.
Het beleidsmatige luik is voor Beringen vormgegeven op basis van het bestuursakkoord met nadien strategische (en in samenhang financiële) nota en uiteindelijk ook algemene (en schepen-specifieke) beleidsverklaring.
De geïntegreerde doelstellingenboom voor stad en OCMW Beringen is gestructureerd rond acht strategische beleidsdoelstellingen voor wat betreft 'nieuw en vernieuwend beleid' BD 1. tot en met BD 8. ofwel Beringen bereikbaar, Beringen ondernemend en talentgericht, Beringen bruisend en kindvriendelijk, Beringen verbindt, Beringen groeit, Beringen leefbaar en veilig, Beringen toegankelijk en zorgzaam, Beringen excelleert.
Daarnaast is er de 'weerkerende dienstverlening' die geen voorwerp uitmaakt van dit besluit omdat daarover beleidsmatig niet gerapporteerd wordt.
Artikel 263 van het DLB en Besluit Vlaamse Regering 30 maart 2018 BBC.
De raad neemt kennis van opvolgingsrapportering 31.12.2021 met daarin de gedetailleerde status voor wat betreft de voortgang van actieplannen en acties (nieuw en vernieuwend beleid), wijziging financiële risico's, grondslagen en assumpties, thesauriebeheer, debiteurenbeheer, visum.
Dit besluit geeft in het tekstdocument '2021_Beleidsrapportering_Opvolging_Bestuursakkord_Beringen_31december2021' een conforme beleidsrapportering (zo nauw mogelijk ook de structuur uit Mercurius volgend qua nummering zodat de onderliggende opvolgingsrapportering in Mercurius er eenduidig langs te leggen is en details eenvoudig kunnen worden opgezocht). Op niveau van BD en AP is duidelijk dat op 31.12.2021 alle BD en bijna alle AP in uitvoering zijn. Terwijl op 31.12.2020 ongeveer 75% van de BD en AP in uitvoering was, is dit per 31.12.2021 respectievelijk 100% en 92%. De uitvoering lijkt zo meer en meer op kruissnelheid te komen.
De voortgang van de AC is per actie beschreven in het rapport uit Mercurius. Op niveau van AC zijn er per 31.12.2021 in totaal 94 acties met status uitgevoerd (18%), 245 in uitvoering (of 47%) en 181 acties (of 35%) met status in voorbereiding of nog niet opgestart. Per 31.12.2020 was dit: in totaal 48 acties met status uitgevoerd (10%), 175 in uitvoering (of 36%) en 259 acties (of 54%) met status in voorbereiding of nog niet opgestart.
De beleidsopvolging moet steeds in relatie gezien worden tot de financiële realisatie. De jaarcijfers voor 2021 komen pas aan de orde bij de jaarrekening. In het bijgevoegde rapport zijn wel de geraamde uitgaven en ontvangsten (=na aanpassing meerjarenplan) en de (per 26.01.2022) geboekte uitgaven en ontvangsten opgenomen. Op dit moment geeft dat nog geen definitief beeld (daarvoor is het wachten op de laatste boekingen voor 2021 en de afsluiting van het boekjaar).
Op niveau van uitgaven ontstaat volgend beeld:
Nuancering naar extern versus intern beleid
Het proces van beleidsopvolging groeit meer en meer als sturingstool. Focus is het realiseren van de beleidsdoelstellingen, in casu de actieplannen 'werk maken van... ' en de prioritaire acties. Tijdens het Bistro-overleg van 5 oktober 2020 is dit verder onder de aandacht gebracht, zijn tips gegeven en is de (verdere, continue) ondersteuning vanuit de dienst planning en organisatie voor het voetlicht gebracht. In 2021 is hier verder op doorgepakt. Zo is er nu binnen elk van de departementen een regelmatig actieplanoverleg.
Het besluit geeft in de bijlagen ook zicht op wijziging financiële risico's, grondslagen en assumpties, thesauriebeheer, debiteurenbeheer, visum. Zoals al in de rapporten AMJP benoemd zijn de versnelde en opeenvolgende loonindexeringen een risico dat zich nu al realiseert. Zoals het er nu naar uitziet kan dit voor 2022 worden opgevangen in de geraamde loonbudgetten, omdat die voor 2022 op 100% staan (terwijl de realisatie doorgaans rond de 96% ligt).
Voor wat betreft thesauriebeheer wordt getracht een minimale thesauriepositie aan te houden (in bijzonder vanwege nu geldende negatieve rentes). De globale thesauriepositie van stad en OCMW Beringen daalde in de loop van 2021 met 38%.
Voor wat betreft visum behandelde de financieel directeur in 2021 in totaal 144 visums, waarvan 131 conform werden verklaard (sommige met voorwaarden).Momenteel was met betrekking tot de opzeg in artikel 6 van de modelovereenkomst het volgende opgenomen: "Beide partijen kunnen evenwel bij het verstrijken van elk huurjaar een einde stellen aan deze huurovereenkomst mits een opzeg van drie maanden vooraf bij een ter post aangetekende brief. Bij niet-naleving van de bepalingen in deze overeenkomst, kan de verhuurder echter ten alle tijden zonder opzeg de overeenkomst beëindigen."
Voor sommige huurders is deze bepaling niet duidelijk genoeg en ontstaat ten onrechte de veronderstelling dat de huurovereenkomst ten alle tijden kan opgezegd worden, mits een opzegtermijn van 3 maanden gerespecteerd wordt. De opzeg dient echter te gebeuren 3 maanden vóór het verstrijken van het huurjaar. Voorstel is daarom om de clausule om te vormen als volgt: "Beide partijen kunnen evenwel bij het verstrijken van elk huurjaar een einde stellen aan deze huurovereenkomst mits een opzeg vooraf bij een ter post aangetekende brief en dit uiterlijk op (datum X min 3 maanden). Bij niet-naleving van de bepalingen in deze overeenkomst, kan de verhuurder echter ten alle tijden zonder opzeg de overeenkomst beëindigen." De uiterlijke opzegdatum wordt daarbij expliciet genoemd als een datum, niet langer als een termijn. Bijvoorbeeld bij contracten met een jaarlijkse vervaldatum op 1 mei, wordt hierbij vermeld dat de opzegging uiterlijk op 1 februari moet gebeuren.
Voor wat betreft de betaling van de huurprijs wordt opgenomen dat de stad hiervoor een factuur zal sturen.
Voor wat betreft de waarborg wordt voorgesteld deze te bepalen op 25% van het jaarlijkse huurbedrag, maar wel met een minimum van 400 euro. Als blijkt dat een terrein niet in de oorspronkelijke staat hersteld is, kunnen we de waarborg inhouden. Volgende clausule wordt toegevoegd aan de overeenkomst: "Aanvullend op de jaarlijkse huurprijs is de huurder gebonden tot het betalen van een eenmalige waarborgsom van XXX euro. De waarborg is bestemd om de verschillende verplichtingen van de huurder te dekken. Zij mag niet beschouwd worden als een voorschot op het huurgeld en zal pas aan de huurder worden terugbetaald bij einde van de overeenkomst en nadat de huurder al zijn verplichtingen is nagekomen." en "De waarborg dient overgeschreven te worden op hetzelfde rekeningnummer en dit vóór ingang van deze overeenkomst."
Akkoord met de voorgestelde werkwijze voor het afsluiten van nieuwe contracten.
Belangrijke verduidelijking die nodig is en die op correcte wijze werd opgenomen.
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met het invoeren van een waarborgregeling, waarbij de waarborg één vierde van de huurwaarde op jaarbasis zal bedragen, echter met een minimum van 400 euro.
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met de aanpassingen aan de voorwaarden van verhuur van private gronden, volgens nieuw model van huurovereenkomst, opgenomen als bijlage.
De wijzigingen worden ingevoerd voor alle nieuwe huurcontracten die afgesloten worden.
Het vast bureau wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
De raad van maatschappelijk welzijn beslist over de verpachtingsvoorwaarden opgenomen in de 4 documenten opgenomen als bijlage bij dit besluit.
De belangrijkste onderdelen en voorwaarden worden hieronder opgesomd:
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met de voorwaarden en lasten die zijn opgesomd in de jachtverpachtingsvoorwaarden die integraal deel uitmaken van dit besluit.
Het vast bureau wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
In mei vorig jaar zijn de energieprijzen beginnen stijgen. En ze doen dat nog steeds. Dat merken we allemaal aan onze energiefactuur. Begin oktober waarschuwde de federale energieregulator CREG dat gezinnen met een variabel energiecontract rekening moeten houden met een jaarfactuur die op z'n minst 700 euro hoger zal uitvallen.
Sommigen verwachten dat nu de economie weer stabiliseert, de fel gestegen marktprijzen voor gas en elektriciteit vanaf volgend jaar weer langzaam zullen dalen. De CREG is pessimistischer en verwacht een daling niet voor de zomer van volgend jaar. Hoe dan ook zal het dan nog een hele tijd duren vooraleer de gezinnen dat zullen merken in hun energiefactuur. Dat de kosten voor gas en elektriciteit een steeds grotere hap nemen uit het gezinsbudget dreigt voor gezinnen met een lager inkomen uit te draaien op een financiële ramp. Net als elke andere stad of gemeente in Vlaanderen telt onze stad heel wat van die gezinnen.
In zijn communicatie wijst de CREG op de twee belangrijkste wapens van de gezinnen om de energiefactuur te drukken: het vergelijken van de prijzen van energieleveranciers en het verminderen van het energieverbruik. De thermostaat kan zeker met winter voor de deur niet alsmaar lager worden gezet. Het verbruik nog meer verminderen vraagt dan ook al snel investeringen: nieuwe energiezuinige toestellen moeten worden gekocht om oude energieverslinders te vervangen. Voor de gezinnen met een lager inkomen is zo'n investering echter niet vanzelfsprekend.
Geïnspireerd door het West-Vlaamse project 'Papillon' waar gezinnen die niet over de middelen beschikken om een nieuw huishoudtoestel te kopen, een energiezuinig toestel kunnen huren tegen een tarief van 7 euro per maand, stelt het Vlaams Belang voor na te gaan of dit initiatief ook in onze stad kan worden ingevoerd en op die manier ook hier de energiekosten van de gezinnen met een laag inkomen kunnen worden verminderd.
Het Vlaams Belang vraagt dan ook de stemming over onderstaand voorstel van raadsbesluit dat trouwens past in de klimaatdoelstellingen die het stadsbestuur onlangs zelf heeft aangenomen.
Voorstel van beslissing
Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn van Beringen beslist dat de schepen voor Sociale Zaken, lid van het vast bureau, op basis van het voorbeeld 'Papillon' op zoek dient te gaan naar mogelijkheden om ook in onze stad energiezuinige huishoudtoestellen tegen een beperkte maandelijkse huur ter beschikking te stellen van gezinnen met een laag inkomen om op die manier de energiekosten van die gezinnen te helpen verminderen.
Artikel 2
Ten laatste op de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 14 maart 2022 wordt hierover verslag uitgebracht.
Burgemeester, schepenen
De laatste tijd krijgt onze Vooruit-fractie heel wat vragen van burgers die bezorgd zijn over hun energiefactuur. De energieprijzen bevinden zich op ongekende hoogtes en treffen heel wat mensen waar het pijn doet: in de portemonnee. Bovendien is die energiemarkt zeer complex. Daarom wil onze fractie peilen naar wat er momenteel op lokaal vlak reeds ondernomen wordt om een verschil te maken op de energiefactuur van onze inwoners. Daarnaast stellen we graag zelf enkele maatregelen en ingrepen voor. Vooruit Beringen is er immers van overtuigd dat energie niet enkel een bovenlokaal verhaal is, ook op het niveau van onze gemeente kunnen wij iets betekenen.
Daarom de volgende vragen: