Artikel 1 Dit besluit is niet van toepassing op personeelsleden die tijdelijk aangesteld worden ter vervanging van een tijdelijk afwezige directeur.
Art.2 Er zal een wervingsreserve aangelegd worden voor 1 jaar (2x verlengbaar voor de maximumduur van 3 jaar).
Kandidaten blijven in de wervingsreserve opgenomen tot de duur verstrijkt, bij het weigeren van een aanstelling of tenzij zij zelf vroegtijdig verzoeken geschrapt te worden.
Art.3 De aanwervingsvoorwaarden voor het ambt van directeur van (de gemeentelijke kleuter, lagere of basisschool) vast te stellen als volgt:
1° Op de uiterste inschrijvingsdatum is het niet nodig om over een dienstanciënniteit in het stedelijk/gemeentelijk onderwijs als lid van het personeel van het kleuter-, lager of basisonderwijs te beschikken
2° Kandidaten moeten beschikken over een bachelordiploma of masterdiploma aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid. De lijst van geldige diploma’s is terug te vinden in artikel 4 + artikel 6 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs.
3° Kandidaten moeten bereid zijn om de nodige functiegerichte opleiding te volgen en succesvol af te ronden:
4° Kandidaten die in aanmerking willen komen voor een vaste benoeming in het ambt van directeur moeten slagen in het examen dat door Stad Beringen wordt georganiseerd.
Art.4 Bij de aanstelling van een directeur basisonderwijs in een vacante betrekking steeds een proefperiode te voorzien. De maximale duur van deze proefperiode komt overeen met de maximale duur zoals bepaald in artikel 42, §1, c) van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs en kan worden verlengd conform de bepalingen van dit artikel. Voor de begeleiding en beoordeling van deze proefperiode kan het college een beroep doen op externen.
Art.5 Het programma van de selectieproef bestaat uit ten minste een schriftelijk onderdeel en een mondeling onderdeel. Een eventueel psychosociaal-technisch onderdeel wordt afgenomen door een al dan niet extern psychosociaal consulent/psycholoog.
Art.6
§1 Tussen de bekendmaking van een vacature en de uiterste datum voor de indiening van kandidaturen, verlopen minstens (veertien) kalenderdagen. De dag van de bekendmaking van de vacature is niet in de termijn begrepen, de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen wel. Als de uiterste datum op een zaterdag, zondag of feestdag valt, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag.
§2 De datum van (verzending van de kandidatuur/ontvangst van de kandidatuur) wordt beschouwd als de datum waarop de kandidatuur is ingediend.
§3 De datum van de (van de inschrijving via een elektronisch formulier/van het mailbericht) geldt als datum van verzending
§4 De uiterste datum van kandidaatstelling geldt op straffe van onontvankelijkheid.
Art.8
§1 De vacatures worden ten minste in twee verschillende bekendmakingskanalen, waaronder de website van Stad Beringen, bekendgemaakt. De vacature wordt daarnaast intern bekend gemaakt.
§2 Het college van burgemeester en schepenen kiest de wijze van externe bekendmaking uit de volgende mogelijkheden:
1° (natinonaal verschijnende kranten of weekbladen); 2° (regionaal verschijnende kranten of weekbladen);
3° (gespecialiseerde tijdschriften van beroepsgroepen of beroepsorganisaties);
4° (de VDAB);
5° (de gemeentelijke website, de website van OVSG en/of VVSG);
6° (zelf geproduceerde media zoals affiches, folders,...);
7° (de plaatselijke radio of een regionale televisiezender);
8° (het Belgisch Staatsblad).
§3 Het vacaturebericht voor de website van Stad Beringen bevat ten minste:
1° (omschrijving van de vacante betrekking);
2° (de aanwervings-/bevorderingsvoorwaarden);
3° (de wijze waarop men zich kandidaat kan stellen);
4° (de uiterste datum om zich kandidaat te stellen);
5° (al dan niet aanleggen van een wervingsreserve en duur ervan).
Art.9 Bij de vaststelling van de concrete selectieprocedure houdt het college rekening met de kostprijs en met de doeltreffendheid ervan voor de vacante functie.
Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs, de artikelen 19, 37bis§1,40,41,42,;
Gelet op het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs, de artikelen 73§1,1°,2° en 6°, na wijziging;
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, de artikelen 102, na wijziging;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn artikelen 11, 13, 14, 15,16,18, 22 en 26;
Gelet op de gemeentelijke rechtspositie zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van 28-04-2014 en van de raad van 1-09-2014 en latere wijzigingen
Het college is akkoord met het voorgelegd algemeen kader die gebruikt zal worden in kader van de selectieprocedure van directeur stedelijke basisschool.