Gelet op het decreet omgevingsvergunning dat vanaf 1 juni 2017 van kracht gaat. Vanaf dan dient de gemeente omgevingsvergunningsaanvragen te behandelen ipv stedenbouwkundige vergunningsaanvragen, verkavelingsaanvragen of milieuvergunningsaanvragen
Overwegende dat het beoordelen en het afleveren van de omgevingsvergunningen voor de gemeente een kostelijke aangelegenheid is;
Overwegende de hoge concentratie aan terreinen voor bedrijvigheid die ertoe leidt dat de gemeente bijzondere inspanningen dient te leveren tot de inrichting van milieudiensten;
Overwegende dat er verschillende tarieven worden voorzien omwille van de stijgende impact op de omgeving van de verschillende soorten aanvragen;
Overwegende dat het verantwoord is om een retributiereglement in te voeren, waarbij een aantal billijke tarieven worden vastgelegd om de kosten van de geleverde prestaties te vergoeden;
Overwegende dat de aanvrager hiervan individueel het voordeel geniet en het aldus verantwoord is om van deze aanvrager een billijke vergoeding te vragen;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 173 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40 §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
De gecoördineerde decreten Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en de latere wijzigingen, meer bepaald artikel 4.2.2;
Het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 16 juli 2010 en latere wijzigingen;
Het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014;
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen;
Titels VI en V Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;
Het BVR van 10 februari 2017 tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning;
Het BVR van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst;
Het BVR van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II);
Het BVR van 16 mei 2014 houdende bijkomende algemene en sectorale milieuvoorwaarden voor GPBV-installaties (VLAREM II);
Het BVR van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen.
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2024-2026, op MJP000815.
Met ingang van 1 februari 2024 wordt, ten voordele van de stad Beringen, een retributie aangerekend voor het aanvragen van een omgevingsvergunning.
Het besluit van 19 december 2022 wordt vanaf 1 februari 2024 opgeheven.
De retributie is verschuldigd door de aanvrager die als eerste geregistreerd werd op het (elektronisch) aanvraagformulier van de omgevingsvergunning.
Indien er meerdere aanvragers zijn, is elke aanvrager hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de retributie.
De retributie is eveneens verschuldigd indien de omgevingsvergunning niet gerealiseerd wordt binnen de wettelijke termijn.
1) De retributie bij het indienen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden wordt als volgt vastgesteld:
- Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden: 60 euro
- Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de bijstelling van een verkaveling: 60 euro
Indien het dossier tot in de beslissingsfase geraakt, vervallen de kosten van indiening en worden de kosten voor beslissen toegepast.
2) De retributie voor het beslissen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of voor het bijstellen van een verkaveling
wordt als volgt vastgesteld:
- Met wegenaanleg: 250 euro, verhoogd met 30 euro per lot
- Zonder wegenaanleg: 60 euro, verhoogd met 30 euro per lot
Bovenstaande tarieven worden telkens verhoogd met de kosten van het openbaar onderzoek, de kosten van de in te winnen adviezen en de kosten voor een projectvergadering.
De retributie voor het indienen van een melding:
1) Voor het indienen van een melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit: 20 euro
2) Voor het indienen van een melding van de overdracht van een vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit: 20 euro
1) De retributie bij het indienen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit of kleinhandelsactiviteit of vegetatiewijziging wordt als volgt vastgesteld:
- Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning volgens de vereenvoudigde procedure: 30 euro
- Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning volgens de gewone procedure: 60 euro
Indien het dossier tot in de beslissingsfase geraakt, vervallen de kosten van indiening en worden de kosten voor beslissen toegepast.
2) De retributie voor het beslissen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit of kleinhandelsactiviteit of vegetatiewijziging wordt als volgt vastgesteld:
- Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning volgens de vereenvoudigde procedure: 30 euro
- Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning volgens de gewone procedure: 60 euro waarbij volgende verhogingen dienen toegepast te worden indien relevant:
* Verhoogd met 30 euro per bijkomende woongelegenheid/serviceflat/kamer van een gemeenschapshuis
* Verhoogd met 60 euro per bijkomende volledige schijf van 100 m² te bouwen publiek toegankelijke handels- of horecaruimte boven de 100 m² (bij wijziging van bestemming of verbouwingen worden alleen de bijkomende oppervlakte in aanmerking genomen), of per bijkomende volledige schijf van 500 m² gelijkvloerse bedrijfsoppervlakte boven de 500 m².
Bovenstaande tarieven worden telkens verhoogd met de kosten van het openbaar onderzoek, de kosten van de in te winnen adviezen en de kosten voor een eventuele projectvergadering.
3) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
4) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een verandering van een ingedeelde inrichting of activiteit die na de verandering ingedeeld blijft als inrichting of activiteit:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
5) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de omzetting van een milieuvergunning die is ingediend vanaf 10 september 2002 en verleend is voor een termijn van 20 jaar, in een omgevingsvergunning van onbepaalde duur:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
6) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het hernieuwen van een milieuvergunning:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
7) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het hernieuwen van een omgevingsvergunning voor een bestaande ingedeelde inrichting of activiteit:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
8) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het hernieuwen van een omgevingsvergunning voor ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst, tenzij de wijziging of aanvulling van de indelingslijst tot gevolg heeft dat een project-MER of een omgevingsveiligheidsrapport moet worden opgesteld, of een passende beoordeling moet worden uitgevoerd:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
9) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een verzoek tot bijstelling of vraag tot afwijking van de milieuvoorwaarden die gelden voor een ingedeelde inrichting of activiteit:
a) Ingediend door de exploitant van de ingedeelde inrichting of activiteit
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
b) Betrokken burger of vereniging
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
c) Andere hoedanigheid:
* De bevoegde dienst van de gemeente, de toezichthouder, leidend ambtenaar van een adviesinstantie, de provinciale en gewestelijke omgevingsvergunningscommissie zijn vrijgesteld.
10) Mededeling met de vraag tot omzetting van een milieuvergunning, die werd ingediend vanaf 10 september 2002 en werd verleend voor een termijn van 20 jaar, naar een omgevingsvergunning van onbepaalde duur:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
Bovenstaande tarieven worden telkens verhoogd met de kosten van het openbaar onderzoek, de kosten van in te winnen adviezen, de kost van een informatievergadering, de kost van een projectvergadering en de kost voor de publicatie in een weekblad.
De overige retributies bedragen:
* Kosten openbaar onderzoek: 10 euro/eigenaar in een straal van 100 meter rond de exploitatie
* Opname in het vergunningenregister: 60 euro
* Digitaliseren van een dossier: 30 euro
* Aanvraag van een stedenbouwkundig attest: 60 euro
* Projectvergadering: 250 euro
* Informatievergadering: 250 euro
* Planologisch attest: 750 euro
* Publicatie in een weekblad: werkelijke kost + 10 euro (administratiekosten)
Het digitaal ter beschikking stellen van bouwplannen en vergunningen:
* Dossierkost: 15 euro/dossier (voor opzoeken, uit archief halen, inscannen en digitaal bezorgen)
* Vanaf het tweede bouwplan: 5 euro extra/plan
* Vanaf de tweede vergunning: 5 euro extra/vergunning
Voor planafdrukken en afdrukken van vergunningen:
* Dossierkost: 15 euro/dossier (voor opzoeken, uit archief halen en afdrukken)
* 15 euro/plan voor een wit/zwart afdruk
* 30 euro/plan voor een kleurenafdruk
* 15 euro/vergunning voor een wit/zwart afdruk
* 30 euro/vergunning voor een kleurenafdruk
De retributie is verschuldigd bij de aanvraag (o.a. plannen, projectvergadering, opname vergunningen register) of het indienen van de omgevingsvergunning.
De hoogte van de retributie wordt berekend door de gemeente en aan de aanvrager zal een factuur verzonden worden.
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de factuur.
Bij niet-minnelijke regeling van de verschuldigde retributie zal de inning geschieden met alle geëigende rechtsmiddelen.
In geval van laattijdige betaling van de retributie worden de wettelijke nalatigheidsintresten aangerekend vanaf de vervaldag.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.