Het aandeel van de stad Beringen (57,7647%) voor 2024 werd op basis van het budget van de politiezone vastgelegd op 3.967.120,00 euro. Dit bedrag is voorzien in het budget 2024 en meerjarenplan 2020-2025 (actie 000215, volgnummer MJP004405).
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, in bijzonder artikel 40, derde en zesde lid en artikel 71, eerste lid.
Het koninklijk besluit van 27 december 2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie Limburg in politiezones en waarbij Beringen, Ham en Tessenderlo gedefinieerd wordt als politiezone.
De omzendbrief ZPZ 8 van 18 oktober 2000 bevattende richtlijnen inzake de gemeentebegroting en -boekhouding met betrekking tot de politiehervorming.
Het koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeente politiezone.
Het koninklijk besluit van 7 april 2005 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeente politiezone en latere wijzigingen.
De omzendbrief BA-2002/12 van 27 september 2002 betreffende het administratief toezicht op de gemeenten en politiezones-Wijzigingen aan het decreet van 28 april 1993 door het decreet van 15 juli 2002.
De omzendbrief BB-2015/02 van 10 juli 2015 betreffende de onderrichtingen voor het aanpassen van meerjarenplannen en het opstellen van de budgetten 2016 van de gemeenten van het Vlaams Gewest.
De verdeelsleutel voor de bijdrage van de gemeente in de kosten van de politie voor de zone Beringen-Ham-Tessenderlo voor het jaar 2024 wordt vastgesteld als volgt:
Beringen: 57,7647 %
Ham: 12,8132 %
Tessenderlo: 29,4221 %
De gemeentelijke dotatie 2024 aan de politiezone Beringen-Ham-Tessenderlo wordt vastgelegd op 3.967.120,00 euro.
Een afschrift van deze beslissing te bezorgen aan de politiezone Beringen-Ham-Tessenderlo en de toezichthoudende overheden.
De gemeenteraad stelt zijn deel van het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 vast. Er is aan de wettelijke voorwaarden voldaan aangezien het geraamde beschikbaar budgettair resultaat jaarlijks en de autofinancieringsmarge van het laatste financiële boekjaar voor de periode van het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 groter of gelijk zijn aan nul. Het ontwerp van de vierde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd toegelicht aan het schepencollege op 30 november 2023 (vaststelling ontwerp) en aan de zevende gemeenteraadscommissie op 11 december 2023.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC) en latere wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC) en latere wijzigingen.
De omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 houdende instructies voor het opstellen van de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 houdende instructies voor het opstellen van de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
De gemeenteraad stelt zijn deel van de vierde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, waarvan afschrift van het beleidsrapport als bijlage, vast.
Na vaststelling wordt het laatste budgettaire journaalnummer vastgesteld op 201938.
De gemeenteraad keurt het deel van de vierde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld op 18 december 2023.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC) en latere wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC) en latere wijzigingen.
De omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 houdende instructies voor het opstellen van de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 houdende instructies voor het opstellen van de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
De gemeenteraad keurt het deel van de vierde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, waarvan afschrift van het beleidsrapport als bijlage, goed.
Na vaststelling wordt het laatste budgettaire journaalnummer vastgesteld op 201938.
Artikel 6 van het reglement regelt de financiële ondersteuning. Het bedrag van de ondersteuning bedraagt maximum 10.000 EUR incl. btw per jaar per handelskern.
Met uitzondering voor het jaar 2022 - 2023 waarbij het maximumbedrag voor de handelskernen Beringen-Mijn, Paal en Koersel 15.000 EUR incl. btw bedraagt.
Er wordt voorgesteld om in dit artikel volgende bepaling bij te voegen:
"Voor het jaar 2024 bedraagt het maximumbedrag voor de handelskernen Beringen-Mijn, Paal, Koersel en Beverlo 15.000 EUR incl. btw"
Tevens worden volgende toevoegingen gedaan in artikel 3 en 5:
Aangezien het subsidiereglement werd goedgekeurd door de gemeenteraad, dient een afwijking aan de bepalingen van het reglement goedgekeurd te worden door de gemeenteraad.
Het betreft een gemeentelijk reglement, dat werd opgesteld en geïnspireerd door gelijkaardige reglementen van andere steden. Er zijn geen subsidies of voorwaarden van hogere overheden van toepassing op het reglement.
Dit advies is onder voorwaarde dat de aanpassing meerjarenplan wordt goedgekeurd.
Deze uitgave is voorzien in het budget van 2024, op MJP002779.
De gemeenteraad keurt de wijziging van het "subsidiereglement ter ondersteuning van handelaarsverenigingen in Beringen" goed.
Overwegende dat de parkeerrotatie op plaatsen waar een beperking van de parkeertijd gereglementeerd is, moet bevorderd worden;
Overwegende dat de verhoging van de parkeermogelijkheden ook nieuwe mogelijkheden vereist voor de controle op de beperking van de parkeerduur op de voorgeschreven plaatsen;
Overwegende dat het aanleggen en verbeteren van de parkeermogelijkheden voor de gemeente aanzienlijke kosten met zich meebrengt;
Overwegende dat het aanleggen en onderhouden van een ondergrondse parking aanzienlijke kosten met zich meebrengt;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 173 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40 §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Het decreet van 9 juli 2010 houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven, waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren;
Het ministerieel besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart;
Het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap;
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2024-2026 op MJP001522.
Met ingang van 1 januari 2024 wordt, ten voordele van de stad Beringen, een retributie aangerekend op het parkeren in een blauwe zone en in de ondergrondse parking van het stadhuis.
Deze retributie op het parkeren in een blauwe zone wordt gevestigd voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg waar dat parkeren toegelaten is volgens de blauwe zone reglementering en niet verboden is door de Wegcode (KB 01/12/1975).
Onder openbare weg verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden.
Onder met een openbare weg gelijkgestelde plaats verstaat men de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4, sub 2, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten.
Het besluit van 19 december 2022 wordt vanaf 1 januari 2024 opgeheven.
De retributie op het parkeren in een blauwe zone wordt als volgt vastgesteld:
De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar achter de voorruit van het voertuig of, als er geen voorruit is op het voorste gedeelte van het voertuig, plaatsen van één (1) en slechts één (1) reglementaire parkeerschijf, overeenkomstig artikel 27.1.1 van het Koninklijk Besluit van 01-12-1975. Behalve wanneer bijzondere voorwaarden zijn aangebracht op de signalisatie, is het gebruik van de schijf voorgeschreven van maandag tem zaterdag en dit telkens van 9.00 uur tot 18.00 uur, uitgezonderd op zon- en feestdagen en 11 juli.
De retributie is niet verschuldigd voor de voertuigen waarvoor een bewonerskaart werd afgeleverd (kostprijs 50 euro per jaar, in geval van verlies, gestolen of beschadiging kan er een duplicaat aangevraagd worden voor de kostprijs van 25 euro) en deze zichtbaar is aangebracht achter de voorruit van het voertuig, of indien er geen voorruit aanwezig is op het voorste gedeelte van het voertuig.
De retributie is niet verschuldigd voor de voertuigen waarvoor een digitale bewonerskaart werd afgeleverd (kostprijs 50 euro per jaar).
De retributie is niet verschuldigd tijdens de uitoefening en voor de duur van een opdracht voor de gelegitimeerde voertuigen van:
- de gemeente- en OCMW-diensten van stad Beringen
- de brandweer, ambulance- en m.u.g.-diensten
- de politie
- AWV
- Nutsmaatschappijen oa Fluvius, Proximus, De Watergroep, ...
Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is gratis. Het statuut van "persoon met een handicap" wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het ministrieel besluit van 7 mei 1999.
Het parkeren van auto's van autodelen op de aangeduide parkeerplaatsen van autodelen is gratis.
De retributie op het parkeren in een blauwe zone is verschuldigd door de houder van de nummerplaat van het voertuig.
De retributie is verschuldigd zodra het voertuig de tijd heeft overschreden die gratis is en is betaalbaar door overschrijving overeenkomstig de richtlijnen vermeld op het parkeerticket, dat door de bevoegde parkeerwachter op het voertuig werd aangebracht.
Als de één (1) en slechts één (1) reglementaire parkeerschijf niet of niet voldoende zichtbaar achter de voorruit van het voertuig, of als er geen voorruit is op het voorste gedeelte van het voertuig, is geplaatst of in geval de gebruiker de pijl niet op het streepje plaatst dat volgt op het tijdstip van aankomst of indien de gebruiker de aanduidingen wijzigt zonder dat het voertuig de parkeerplaats heeft verlaten, wordt de gebruiker steeds geacht te kiezen voor de betaling van de in artikel 2 vermelde retributie.
Bij toepassing van het in artikel 2 vermelde forfait, brengt de bevoegde parkeerwachter een parkeerticket aan op de voorruit van het voertuig, of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.
Aanmaningen en invorderingen met betrekking tot onbetaald gebleven retributies gebeuren overeenkomstig de wijze en de tarieven zoals hierna bepaald.
De retributie die niet betaald wordt volgens de richtlijnen vermeld staande op retributieheffing (afgeleverd door de parkeerwachter op de wagen, of toegestuurd per post) volgt de minnelijke aanmaningsprocedure (hetzij B2B, hetzij B2C), met administratieve kosten ten laste van de wanbetaler:
* tav ondernemingen en buitenlandse nummerplaathouders:
- Eerste betaalherinnering: + 10 euro
- Tweede betaalaanmaning: (10 euro) + 10 euro
- Minnelijke aanmaning deurwaarder: tarief burgerlijke en handelszaken K.B. 30-11-1976 (niet limitatief onder andere aanmaning met dreiging - inlichting - postzegel - dossierkost - kostprijs inlichtingen - kwijtings- en inningsrecht)
* tav consumenten en conform de wetgeving consumentenschulden (Boek XIX - W.E.R. art 4.2 ea)
- Eerste betaalherinnering: gratis + wettelijke wachtperiode
- Ingebrekestelling door advocaat of gerechtsdeurwaarder met verhoging forfaitaire vergoeding voor de invorderingskosten volgens wettelijk bepaalde plafonds:
* 20 euro als het verschuldigde saldo lager dan of gelijk is aan 150 euro
* 30 euro vermeerderd met 10% van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 euro en 500 euro als het verschuldigde saldo tussen 150,01 euro en 500 euro is
* 65 euro vermeerderd met 5% van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500 euro met een maximum van 2000 euro als het verschuldigde saldo hoger is dan 500 euro
De gevorderde verwijlintresten worden gerekend vanaf de ingebrekestelling op de nog te betalen som tegen de referentie-intrestvoet vermeerderd met acht procentpunten bedoeld in art 5, lid 2 van de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betaalachterstand bij handelstransacties. (zie ook: Art XIX 4,1° WER)
De retributie voor het parkeren in de de ondergrondse parking van het stadhuis op maandag tot en met zaterdag, telkens van 9.00 uur tot 18.00 uur, wordt als volgt vastgesteld:
De retributie is niet verschuldigd tijdens de uitoefening en voor de duur van een opdracht voor de gelegitimeerde voertuigen van:
- de gemeente- en OCMW-diensten van stad Beringen
- leden van het college van burgemeester en schepenen van stad Beringen
De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar achter de voorruit van het voertuig of, als er geen voorruit is op het voorste gedeelte van het voertuig, een geldig parkeerticket aan te brengen. Dit parkeerticket kan bemachtigd worden aan de parkeerautomaat.
Indien er geen geldig parkeerbewijs aanwezig is, zal er een retributie uitgeschreven worden voor 25 euro per dag voor elke periode die langer is dan deze die gratis is of geldig is op het parkeerticket. De retributie op het parkeren in een betalende zone is verschuldigd door de houder van de nummerplaat van het voertuig. De retributie is verschuldigd zodra het voertuig de tijd heeft overschreden en is betaalbaar door overschrijving overeenkomstig de richtlijnen vermeld op het parkeerticket, dat door de bevoegde parkeerwachter op het voertuig werd aangebracht.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Gelet op het decreet omgevingsvergunning dat vanaf 1 juni 2017 van kracht gaat. Vanaf dan dient de gemeente omgevingsvergunningsaanvragen te behandelen ipv stedenbouwkundige vergunningsaanvragen, verkavelingsaanvragen of milieuvergunningsaanvragen
Overwegende dat het beoordelen en het afleveren van de omgevingsvergunningen voor de gemeente een kostelijke aangelegenheid is;
Overwegende de hoge concentratie aan terreinen voor bedrijvigheid die ertoe leidt dat de gemeente bijzondere inspanningen dient te leveren tot de inrichting van milieudiensten;
Overwegende dat er verschillende tarieven worden voorzien omwille van de stijgende impact op de omgeving van de verschillende soorten aanvragen;
Overwegende dat het verantwoord is om een retributiereglement in te voeren, waarbij een aantal billijke tarieven worden vastgelegd om de kosten van de geleverde prestaties te vergoeden;
Overwegende dat de aanvrager hiervan individueel het voordeel geniet en het aldus verantwoord is om van deze aanvrager een billijke vergoeding te vragen;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 173 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40 §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
De gecoördineerde decreten Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en de latere wijzigingen, meer bepaald artikel 4.2.2;
Het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 16 juli 2010 en latere wijzigingen;
Het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014;
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen;
Titels VI en V Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;
Het BVR van 10 februari 2017 tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning;
Het BVR van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst;
Het BVR van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II);
Het BVR van 16 mei 2014 houdende bijkomende algemene en sectorale milieuvoorwaarden voor GPBV-installaties (VLAREM II);
Het BVR van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen.
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2024-2026, op MJP000815.
Met ingang van 1 februari 2024 wordt, ten voordele van de stad Beringen, een retributie aangerekend voor het aanvragen van een omgevingsvergunning.
Het besluit van 19 december 2022 wordt vanaf 1 februari 2024 opgeheven.
De retributie is verschuldigd door de aanvrager die als eerste geregistreerd werd op het (elektronisch) aanvraagformulier van de omgevingsvergunning.
Indien er meerdere aanvragers zijn, is elke aanvrager hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de retributie.
De retributie is eveneens verschuldigd indien de omgevingsvergunning niet gerealiseerd wordt binnen de wettelijke termijn.
1) De retributie bij het indienen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden wordt als volgt vastgesteld:
- Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden: 60 euro
- Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de bijstelling van een verkaveling: 60 euro
Indien het dossier tot in de beslissingsfase geraakt, vervallen de kosten van indiening en worden de kosten voor beslissen toegepast.
2) De retributie voor het beslissen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of voor het bijstellen van een verkaveling
wordt als volgt vastgesteld:
- Met wegenaanleg: 250 euro, verhoogd met 30 euro per lot
- Zonder wegenaanleg: 60 euro, verhoogd met 30 euro per lot
Bovenstaande tarieven worden telkens verhoogd met de kosten van het openbaar onderzoek, de kosten van de in te winnen adviezen en de kosten voor een projectvergadering.
De retributie voor het indienen van een melding:
1) Voor het indienen van een melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit: 20 euro
2) Voor het indienen van een melding van de overdracht van een vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit: 20 euro
1) De retributie bij het indienen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit of kleinhandelsactiviteit of vegetatiewijziging wordt als volgt vastgesteld:
- Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning volgens de vereenvoudigde procedure: 30 euro
- Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning volgens de gewone procedure: 60 euro
Indien het dossier tot in de beslissingsfase geraakt, vervallen de kosten van indiening en worden de kosten voor beslissen toegepast.
2) De retributie voor het beslissen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit of kleinhandelsactiviteit of vegetatiewijziging wordt als volgt vastgesteld:
- Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning volgens de vereenvoudigde procedure: 30 euro
- Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning volgens de gewone procedure: 60 euro waarbij volgende verhogingen dienen toegepast te worden indien relevant:
* Verhoogd met 30 euro per bijkomende woongelegenheid/serviceflat/kamer van een gemeenschapshuis
* Verhoogd met 60 euro per bijkomende volledige schijf van 100 m² te bouwen publiek toegankelijke handels- of horecaruimte boven de 100 m² (bij wijziging van bestemming of verbouwingen worden alleen de bijkomende oppervlakte in aanmerking genomen), of per bijkomende volledige schijf van 500 m² gelijkvloerse bedrijfsoppervlakte boven de 500 m².
Bovenstaande tarieven worden telkens verhoogd met de kosten van het openbaar onderzoek, de kosten van de in te winnen adviezen en de kosten voor een eventuele projectvergadering.
3) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
4) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een verandering van een ingedeelde inrichting of activiteit die na de verandering ingedeeld blijft als inrichting of activiteit:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
5) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de omzetting van een milieuvergunning die is ingediend vanaf 10 september 2002 en verleend is voor een termijn van 20 jaar, in een omgevingsvergunning van onbepaalde duur:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
6) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het hernieuwen van een milieuvergunning:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
7) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het hernieuwen van een omgevingsvergunning voor een bestaande ingedeelde inrichting of activiteit:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
8) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het hernieuwen van een omgevingsvergunning voor ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst, tenzij de wijziging of aanvulling van de indelingslijst tot gevolg heeft dat een project-MER of een omgevingsveiligheidsrapport moet worden opgesteld, of een passende beoordeling moet worden uitgevoerd:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
9) Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een verzoek tot bijstelling of vraag tot afwijking van de milieuvoorwaarden die gelden voor een ingedeelde inrichting of activiteit:
a) Ingediend door de exploitant van de ingedeelde inrichting of activiteit
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
b) Betrokken burger of vereniging
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
c) Andere hoedanigheid:
* De bevoegde dienst van de gemeente, de toezichthouder, leidend ambtenaar van een adviesinstantie, de provinciale en gewestelijke omgevingsvergunningscommissie zijn vrijgesteld.
10) Mededeling met de vraag tot omzetting van een milieuvergunning, die werd ingediend vanaf 10 september 2002 en werd verleend voor een termijn van 20 jaar, naar een omgevingsvergunning van onbepaalde duur:
* Klasse 1: 120 euro
* Klasse 2: 60 euro
Bovenstaande tarieven worden telkens verhoogd met de kosten van het openbaar onderzoek, de kosten van in te winnen adviezen, de kost van een informatievergadering, de kost van een projectvergadering en de kost voor de publicatie in een weekblad.
De overige retributies bedragen:
* Kosten openbaar onderzoek: 10 euro/eigenaar in een straal van 100 meter rond de exploitatie
* Opname in het vergunningenregister: 60 euro
* Digitaliseren van een dossier: 30 euro
* Aanvraag van een stedenbouwkundig attest: 60 euro
* Projectvergadering: 250 euro
* Informatievergadering: 250 euro
* Planologisch attest: 750 euro
* Publicatie in een weekblad: werkelijke kost + 10 euro (administratiekosten)
Het digitaal ter beschikking stellen van bouwplannen en vergunningen:
* Dossierkost: 15 euro/dossier (voor opzoeken, uit archief halen, inscannen en digitaal bezorgen)
* Vanaf het tweede bouwplan: 5 euro extra/plan
* Vanaf de tweede vergunning: 5 euro extra/vergunning
Voor planafdrukken en afdrukken van vergunningen:
* Dossierkost: 15 euro/dossier (voor opzoeken, uit archief halen en afdrukken)
* 15 euro/plan voor een wit/zwart afdruk
* 30 euro/plan voor een kleurenafdruk
* 15 euro/vergunning voor een wit/zwart afdruk
* 30 euro/vergunning voor een kleurenafdruk
De retributie is verschuldigd bij de aanvraag (o.a. plannen, projectvergadering, opname vergunningen register) of het indienen van de omgevingsvergunning.
De hoogte van de retributie wordt berekend door de gemeente en aan de aanvrager zal een factuur verzonden worden.
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de factuur.
Bij niet-minnelijke regeling van de verschuldigde retributie zal de inning geschieden met alle geëigende rechtsmiddelen.
In geval van laattijdige betaling van de retributie worden de wettelijke nalatigheidsintresten aangerekend vanaf de vervaldag.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Overwegende dat het uitlenen van materieel, het uitvoeren van werken en het leveren van diensten voor de gemeente een dure aangelegenheid is;
Overwegende dat het verantwoord is om een retributiereglement in te voeren, waarbij een aantal billijke tarieven worden vastgelegd om de kosten van de geleverde prestaties te vergoeden;
Overwegende dat de gebruiker hiervan individueel het voordeel geniet en het aldus verantwoord is om van deze gebruiker een billijke vergoeding te vragen;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 173 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40 §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Gelet op het huishoudelijk reglement van de uitleendienst van 30 december 2019, en latere wijzigingen;
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2024-2026 op MJP000698.
Met ingang van 1 januari 2024 wordt, ten voordele van de stad Beringen, een retributie aangerekend voor het ontlenen van materiaal en het uitvoeren van werken door de stedelijke werkplaatsen.
Het besluit van 25 april 2022 wordt vanaf 1 januari 2024 opgeheven
De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de dienst.
Ingeval van een sluikstort is de retributie verschuldigd door degene die het misdrijf beging. Deze wordt aangeduid aan de hand van een proces-verbaal opgemaakt door de bevoegde verbaliserende instantie.
De retributie bedraagt:
Omschrijving |
Huur |
Nadar (per bak van 50 m) |
25 euro |
Nadar (per slede van 250 m) | 125 euro |
Mobiel podium (10 m x 6,3 m) |
500 euro (250 euro huur en 250 euro vervoer/plaatsing) |
Toiletwagen/toiletwagen andersvaliden |
225 euro |
Sleutel toiletwagen (gelijk welke toiletwagen) |
gratis |
Toegang tot de stedelijke gebouwen door externe gebruikers (badge of gewone binnensleutel) |
gratis |
Toegang tot de stedelijke gebouwen door externe gebruikers (veiligheidssleutel) |
gratis |
Podiumelementen (per 6 op kar) |
12 euro |
Podiumbakken (per 4 op kar) |
8 euro |
Beschermmatten 200x100cm (per bak = 100 matten) |
30 euro |
LED floodlight (50 W), per lamp |
7 euro |
Gesloten container, enkel opberging van materialen |
40 euro |
Voortoogplank met houders (lengte 2 m) |
3 euro |
Vlag, per stuk |
4 euro |
Vlaggenmast telescopisch, per stuk |
2 euro |
Beachflag |
gratis |
Spandoek |
gratis |
Verlengkabel (enkel 380V) |
12 euro |
Afvaleiland (paal met 4 zakhouders) |
7 euro |
Vuilniszakring |
1 euro |
Zwarte tentoonstellingspanelen (per 20 stuks op kar) |
25 euro |
Witte tentoonstellingspanelen (per 16 stuks in kist) |
15 euro |
Plooitafels, grote (8 stuks in transportkar) |
16 euro |
Plooitafels, kleine (10 stuks in transportkar) |
10 euro |
Receptietafels (12 stuks in transportkar) |
24 euro |
Beamer |
30 euro |
Projectiescherm (203 cm x 153 cm) | 10 euro |
Geel hek (inclusief borden en lampen) |
75 euro/hek per dag |
Omschrijving |
Prijs per uur |
Asfaltzaag |
55 euro |
Drilplaat |
55 euro |
Kleine wals |
55 euro |
Grasmachine |
45 euro |
Zitmaaier |
65 euro |
Haagschaar |
45 euro |
Graaflaadcombinatie |
70 euro |
Bosmaaier |
45 euro |
Kettingzaag |
45 euro |
Vrachtwagen/containervrachtwagen |
70 euro |
Tractor |
65 euro |
Tractor met bladzuigwagen |
85 euro |
Bandenkraan |
85 euro |
Lichte bestelwagen |
60 euro |
Grote straatveger |
85 euro |
Kleine straatveger |
65 euro |
Kolkenzuiger |
100 euro |
Vrachtwagen met kraan |
75 euro |
Wiellader |
75 euro |
Hoogtewerker |
65 euro |
Hakselaar |
60 euro |
Frees |
45 euro |
Onkruidbrander handmatig |
40 euro |
Onkruidbrander 2 as machinaal |
45 euro |
Onkruidbrander zelfrijdend |
60 euro |
Werktuigdrager |
65 euro |
Minigraver klein |
55 euro |
Minigraver middelmaat | 65 euro |
Reinigen toiletwagen | 100 euro |
Personeelslid zonder machine of werkmateriaal |
35 euro |
/ Bestrijding eikenprocessierupsen op privédomein (de eigenaar, op wiens perceel de eik staat die de problemen veroorzaakt, dient in te staan voor de kosten van de bestrijding).
De tarieven zijn vastgesteld als volgt:
- Preventieve bestrijding: gratis
- Curatieve bestrijding:
* Bomen in een straal van 20 meter rond de woning: 35 euro voor de eerste boom, 20 euro voor elke bijkomende boom
* Bomen verder dan 20 meter van de woning: 35 euro per boom
* Bomen op moeilijk bereikbare plaatsen (oa klimmen of moeilijk bereikbaar met hoogtewerker): 80 euro per boom
/ Indien er geen standpijp bij de Watergroep beschikbaar is, kan er bij stad Beringen een standpijp ontleend worden tegen volgende tarieven:
* 400 euro waarborg
* 80 euro vaste vergoeding
* 2 euro huur/dag
* 6 euro/m³ voor waterverbruik
/ Voor het printen en ophangen van MESH doeken aan de staketsels worden volgende tarieven aangerekend:
* 1/2 staketseldoek H271: 170 euro
* 1/1 staketseldoek H571: 340 euro
/ Voor het opruimen van een sluikstort zullen bovenop de administratieve geldboete opgelegd door de gemeentelijke administratieve sanctie (GAS-boete) de opruimkosten zoals loonkosten, vervoerkosten, gebruikte materialen en alle andere kosten die worden aangerekend door externe firma's die worden ingeschakeld voor het verwijderen en eventueel verwerken van het afval worden doorgerekend aan degene die het misdrijf beging.
De betaling dient te gebeuren:
- Voor het uitlenen van materiaal:
De retributie dient betaald te worden voor de afhaling of levering van de materialen.
- Voor de uitvoering van werken of het leveren van diensten:
* indien onmiddellijk berekenbaar: bij de aanvraag
* indien niet onmiddellijk berekenbaar: bij de beëindiging van de werken of het leveren van de diensten, na ontvangst van de desbetreffende factuur
Eventuele schade van het materiaal zal verhaald worden op de ontlener en dit overeenkomstig een door het college van burgemeester en schepenen opgestelde onkostennota.
Indien de materialen niet tijdig teruggebracht zijn, zoals in het huishoudelijk reglement opgenomen, zullen volgende boetes aangerekend worden:
* huur < 50 euro: 100 euro boete
* huur 50 - 100 euro: 200 euro boete
* huur >100 euro: 500 euro boete
Daarnaast zal de huurprijs verder aangerekend worden per dag dat de goederen niet tijdig zijn teruggebracht.
Indien de goederen nog niet zijn teruggebracht na 1 maand, zal de werkelijke kost van de goederen aangerekend worden.
Indien de goederen nog teruggebracht worden binnen de 3 maanden na verzending van de factuur, wordt slechts de helft van de factuur terugbetaald mits toepassing van volgende grensbedragen: er wordt per factuur een minimum van 50 euro en een maximum van 250 euro aangerekend indien de goederen teruggebracht worden.
In het kader van de openbare veiligheid kan stad Beringen materialen ter beschikking stellen voor het afschermen van privédomein in functie van de beschikbare materialen. In dit geval worden de materialen opgevorderd door de burgemeester, politie of brandweer. Deze materialen worden gedurende 30 kalenderdagen gratis ter beschikking gesteld. Na deze 30 kalenderdagen staat de eigenaar zelf in voor de afscherming van zijn eigendom en dient hij hiervoor zelf de nodige materialen te huren op de privémarkt. Indien dit niet gebeurt, rekent de stad een retributie aan voor de ter beschikking gestelde materialen.
Voor werfhekken zal er in deze situatie 4 euro per lopende meter per week aangerekend worden waarbij elke begonnen week als een volledige week aangerekend wordt.
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de factuur.
Bij niet-minnelijke regeling van de verschuldigde retributie zal de inning geschieden met alle geëigende rechtsmiddelen.
In geval van laattijdige betaling van de retributie worden de wettelijke nalatigheidsintresten aangerekend vanaf de vervaldag.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op de in dit verband geldende onderrichtingen bij de opmaak van budgetten en meerjarenplannen;
Gelet op de omzendbrieven van de FOD Binnenlandse Zaken van 6 september 2016, en wijzigingen;
Overwegende dat de gemeente diverse administratieve stukken aflevert aan de burgers;
Overwegende dat het afleveren van allerlei administratieve stukken voor de gemeente diverse kosten veroorzaakt en dat het niet meer dan billijk is dat hiervoor een redelijk belastingtarief wordt vastgesteld;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
De artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer specifiek de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326 t.e.m. 335;
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
De Wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953;
Het Koninklijk Besluit van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar;
De artikelen 50 tem 67 van het Condulair Wetboek van 21 december 2013;
Artikel 2 van het Ministrieel Besluit van 19 april 2014 aangaande de afgifte van paspoorten;
Het Koninklijk Besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;
Artikel 8 van de Wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers;
Het Koninklijk Besluit van 2 april 2003 tot bepaling van de modaliteiten van indiening van de aanvragen en van aflevering van de arbeidskaart C;
Deze ontvangst is voorzien in de budgetten van 2024-2026 op MJP001695.
Er wordt met ingang van 15 januari 2024 voor een termijn die eindigt op 31 december 2025, ten voordele van de stad Beringen, een belasting geheven voor het afleveren van administratieve stukken.
Het besluit van 19 december 2022 wordt vanaf 15 januari 2024 opgeheven.
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen aan wie het stuk wordt afgeleverd.
Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt:
1. Elektronische identiteitskaarten en vreemdelingenkaarten (incl. productiekost en gemeentebelasting)
|
1ste aflevering/ voor iedere vernieuwing/ duplicaat |
Spoedprocedure: Zeer dringende aanvraag |
SpoedprocedureFOD: Zeer dringende aanvraag (1 werkdag) met levering bij FOD Binnenlandse zaken (Brussel) |
eID: Elektronische identiteitskaarten (voor Belgen) |
22 euro |
120 euro |
150 euro |
eVK: Elektronische vreemdelingenkaart |
22 euro |
120 euro |
150 euro |
Bio-eVK: Biometrische elektronische vreemdelingenkaart (A, B, C, D, H) |
22 euro |
120 euro |
150 euro |
Vreemdelingenkaart BREXIT (M, M duurzaam verblijf, N, N duurzaam verblijf) | 22 euro | 120 euro | 150 euro |
Elektronische identiteitskaarten en verblijfskaarten voor kinderen (Belgen) jonger dan 12 jaar (Kids-ID) |
10 euro | 110 euro | 140 euro |
Elektronische identiteitskaarten en verblijfskaarten voor vreemdelingen jonger dan 12 jaar die legaal in België verblijven | 10 euro | 110 euro | Niet van toepassing |
Deze bedragen worden geïnd bij de aanvraag van de eID, kids-ID of verblijfskaart.
2. Identiteitsbewijzen (met foto) voor kinderen van vreemde nationaliteit jonger dan 12 jaar, afgeleverd in uitvoering van het K.B. van 10 december 1996, per identiteitsbewijs en bij iedere vernieuwing ervan: 2 euro.
3. Voor de volgende documenten, verblijfs- en vestigingsvergunningen, afgeleverd in uitvoering van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen:
* attest van immatriculatie mod. A of B: 10 euro;
* attest – bijlage 15 bis: kosteloos;
4. Trouwboekje: 50 euro
5. Huwelijken op andere buitenlocaties: 125 euro (inclusief trouwboekje en gebruik stroomkast)
6. Paspoorten/reispas (incl. productiekost, consulair recht en gemeentebelasting):
Gewone procedure (5 werkdagen) |
Dringende procedure (1 werkdag) |
Superdringende procedure (4,5 uur) met levering in Koloniënlaan in Brussel | |
Paspoort voor meerderjarige Belgen | 85 euro | 250 euro | 310 euro |
Paspoort voor minderjarige Belgen | 45 euro | 220 euro | 280 euro |
Reisdocument voor meerderjarige vreemdelingen | 71 euro | 240 euro | 300 euro |
Reisdocument voor minderjarige vreemdelingen | 51 euro | 220 euro | 280 euro |
7. Voorlopige en definitieve rijbewijzen (bankkaartmodel): 25 euro
Internationale rijbewijzen: 25 euro
8. Legalisatie (gewoon en apostille) van attesten uit de bevolkingsregisters en aktes van de burgerlijke stand bestemd voor het buitenland: 20 euro
9. Afleveren van loketdocumenten op een locatie naar keuze door Dynasure:
* 1ste document: 17 euro
* Extra document op dezelfde locatie: 4 euro
10. Voornaamswijziging: 50 euro
11. Aanvraag pin/pukcode: 5 euro
12. Genealogisch en stamboomonderzoek:
Opzoekingen voor genealogisch en stamboomonderzoek uitgevoerd door een gemeentelijk beambte van de dienst burgerzaken: 10 euro voor ieder begonnen half uur opzoekingen. Het bedrag moet betaald worden door de aanvrager voor hij de inlichtingen ontvangt.
Worden van de belasting vrijgesteld:
De belasting moet bij de aanvraag van het document contant of elektronisch betaald worden, tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting.
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op de in dit verband geldende onderrichtingen bij de opmaak van budgetten en meerjarenplannen;
Overwegende dat door de inname van het openbaar domein, het openbaar domein niet wordt gebruikt overeenkomstig zijn bestemming;
Overwegende dat een inname van het openbaar domein op verschillende wijzen kan gebeuren en het daarom noodzakelijk is om deze onder te verdelen in verschillende categorieën;
Overwegende dat de verschillende categorieën van privatieve inname onderworpen worden aan een verschillend belastingtarief, rekening houdende met de wijze waarop en de graad van hinderlijkheid van de inname van het openbaar domein;
Overwegende dat de ingebruikneming van het openbaar domein beperkingen oplegt aan het normale doorgaand verkeer, hinder veroorzaakt en bijkomende kosten met zich meebrengt voor de gemeente;
Overwegende dat de inname op het openbaar domein daarenboven vereist dat er een verhoogd toezicht plaatsvindt;
Overwegende dat de gemeente bovendien ook inkomstenderving ondervindt door de inname van het openbaar domein, wanneer constructies worden geplaatst op de betalende parkeerplaatsen of op parkeerplaatsen gelegen in de blauwe zone;
Overwegend dat het passend is om bepaalde innames van het openbaar domein (oa voor werkzaamheden) vrij te stellen van belasting, gelet op het maatschappelijk doel van de instellingen die het openbaar domein innemen;
Overwegende dat de stad Beringen de samenwerking tussen ondernemers in de verschillende handelskernen wenst te stimuleren. Hiervoor wordt een financiële ondersteuning voorzien aan representatieve (startende) handelaarsverenigingen voor initiatieven die de samenwerking verbeteren, of voor initiatieven die de handelskernen versterken/promoten. Teneinde deze stimulans niet te doorkruisen is het gepast om te voorzien in een vrijstelling wanneer deze gesubsidieerde handelsverenigingen een evenement organiseren.
Overwegende dat het passend is een vrijstelling in te voeren voor de permanente installaties en aanhorigheden op het openbaar domein dienstig voor nutsvoorzieningen, die niet op basis van andere regelgeving zijn vrijgesteld. Deze vrijstelling kadert in het algemeen belang om de burgers te kunnen voorzien van de noodzakelijke basisinfrastructuur. Voor het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan deze nutsvoorzieningen wordt een afzonderlijke retributie gevraagd;
Overwegende dat het evident is om evenementen die worden ondersteund door de stad niet te belasten;
Overwegende dat het passend is om een vrijstelling in te voeren voor de ingebruikname van het openbaar domein voor containers die exclusief bedoeld zijn voor asbestophaling vermits het een positief element is dat het asbest verwijderd wordt en dit aansluit op het Vlaams beleid om de verwijdering van asbest te ondersteunen;
Overwegende dat het verantwoord is om met de invoering van dit belastingreglement de kosten te financieren en de overlast zoveel mogelijk te beperken;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
De artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;
Artikel 98, sub 2, lid 1 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer specifiek de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326 t.e.m. 335;
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Het politiereglement: privatieve ingebruikneming van het openbaar domein van 12 maart 2012, en latere wijzigingen;
Het reglement voor ondersteuning voor initiatieven van handelaarsverenigingen in Beringen goedgekeurd door de gemeenteraad op 12 september 2022;
Deze ontvangst is voorzien in de budgetten van 2024-2026, op MJP001812.
Er wordt met ingang van 1 januari 2024 voor een termijn die eindigt op 31 december 2025, ten voordele van de stad Beringen, een belasting geheven op de ingebruikneming van het openbaar domein.
Het besluit van 19 december 2022 wordt vanaf 1 januari 2024 opgeheven.
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die het openbaar domein in gebruik neemt.
De tarieven worden vastgesteld als volgt:
1. Terrassen en/of uitstallen van koopwaar:
a) met scheidingswanden die dagelijks worden verwijderd en zonder vaste constructie: 4 euro/m²/jaar met een minimum van 20 euro
b) met scheidingswanden die niet dagelijks worden verwijderd en/of met een vaste constructie: 8 euro/m²/jaar met een minimum van 40 euro
2. Permanente ingebruiknemingen van het openbaar domein voor automaten, publiciteitsmateriaal, fietsenstallingen, kledingcontainers, ... : 4 euro/m²/jaar met een minimum van 40 euro
3. Tijdelijke ingebruiknemingen van het openbaar domein voor bouwwerven, containers, bouwkranen, hoogtewerkers, materialen, tenten, voertuigen, aanhangwagens, evenementen, ... waarbij de doorgang voor gemotoriseerd verkeer in minstens één richting gevrijwaard wordt:
a) ingebruiknemingen voor een periode van minder dan of gelijk aan 6 maanden: 0,40 euro/m²/dag met een minimum van 25 euro
b) ingebruiknemingen vanaf de 7de maand: 0,80 euro/m²/dag
4. Huurprijs van een verkeersbord om de ingebruikneming te signaliseren: 25 euro/bord/maand. Iedere begonnen maand wordt als een volledige maand gerekend.
5. Afsluiten van (een deel van) de straat: 100 euro/dag. Hiermee worden de situaties beoogd waarbij de doorgang voor gemotoriseerd verkeer in de betrokken straat onderbroken wordt.
6. Voor het organiseren van evenementen worden volgende tarieven toegepast:
a) locaties kleiner of gelijk aan 500 m²: 75 euro per dag
b) locaties tussen 500m² en 2.000m²: 125 euro per dag
c) locaties gelijk aan of groter dan 2.000m²: 250 euro per dag
Voor de opbouw- en afbraakdagen wordt hetzelfde tarief gehanteerd.
De oppervlakte van inneming zal berekend worden op de meest uitspringende gedeelten van de betreffende inneming van op de grond tot op een hoogte van 2,50 meter. Voor de berekening van de belasting zal elk gedeelte van een vierkante meter als een volledige vierkante meter worden gerekend.
Zijn vrijgesteld van de belasting:
- Werken uitgevoerd voor rekening of in opdracht van openbare besturen
- Het oprichten of verbouwen van woongelegenheden door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of door haar gewestelijke en/of plaatselijke bouwmaatschappijen voor de duur verbonden aan de normale en redelijke vooruitgang der werken
- De éénmalige inneming die beperkt is in duur en binnen de 24 uren wordt opgeruimd. Indien de ingebruikname van het openbaar domein verschillende dagen na mekaar plaats vindt (met tussendoor ontruiming van het openbaar domein), zal dit als een aaneengesloten periode beschouwd worden en is de belasting op ingebruikname openbaar domein verschuldigd. Situaties zoals bedoeld in artikel 3.5 vallen niet onder deze vrijstelling.
- Permanente ingebruiknemingen van het openbaar domein voor nutsvoorzieningen. Permanente nutsvoorzieningen omvatten: alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen, ...) inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten-, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten ...) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof, alsook alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg.
- Ingebruiknemingen van het openbaar domein of afsluitingen van (een deel van) de straat door onderwijsinstellingen, zorginstellingen en verenigingen zonder winstoogmerk, die aangesloten zijn bij een stedelijk adviesorgaan en in aanmerking komen voor stedelijke subsidies
- Ingebruiknemingen van het openbaar domein of afsluitingen van (een deel van) de straat voor activiteiten van en in samenwerking met de stad (bv. speelstraten, schoolstraten, buurt- en straatfeesten, activiteiten jeugdverenigingen) en voor activiteiten van verenigingen waarbij de opbrengst van het evenement integraal naar een goed doel gaat
- Ingebruiknemingen van het openbaar domein door middenstandsverenigingen die ofwel een subsidieovereenkomst hebben met de stad ofwel gesubsidieerd worden ikv het subsidiereglement ter ondersteuning van handelaarsverenigingen
- Ingebruiknemingen van het openbaar domein die exclusief voor asbestophaling bedoeld zijn
§ 1. Elke belastingplichtige moet per afzonderlijke ingebruikname van het openbaar domein zoals bedoeld in artikel 3 van onderhavig reglement een aangifte doen. Het stadsbestuur stelt daartoe aangifteformulieren ter beschikking. De correct ingevulde, gedag- en gehandtekende aangiften moeten voor de in artikel 3.3 bedoelde ingebruiknames uiterlijk op 1 week voor de inname toekomen bij de dienst verkeer van het stadsbestuur en voor de in artikel 3.1 en 3.2 bedoelde ingebruiknames uiterlijk op 30 juni van het aanslagjaar toekomen bij de dienst belastingen en invordering van het stadsbestuur.
§ 2. Wanneer alle aangiftegegevens van een inname gekend zijn door de dienst belastingen en invordering van het stadsbestuur, kan aan de belastingplichtige daarvoor een voorstel van aangifte worden bezorgd, waarop de aangiftegegevens reeds staan ingevuld.
Een belastingplichtige is vrijgesteld van de in § 1 voorgeschreven aangifteplicht op voorwaarde dat hij/zij een voorstel van aangifte ontving. Deze vrijstelling van aangifteplicht geldt slechts indien de voorgedrukte gegevens op het voorstel van aangifte overeenstemmen met de werkelijkheid.
Indien de belastingplichtige vaststelt dat de voorgedrukte gegevens onjuist en/of onvolledig zijn moet hij/zij het voorstel van aangifte verbeterd terugzenden. De terugzending moet tijdig gebeuren zoals beschreven in § 1.
Het teruggezonden voorstel van aangifte moet duidelijk en volledig alle correcte gegevens vermelden en de nodige verbeteringen moeten worden aangebracht.
§ 3. Het is de belastingplichtige die moet bewijzen dat hij/zij het verbeterde voorstel van aangifte of de aangifte tijdig en correct indiende.
§ 4. Voor elke belaste inname waarvoor een belastingplichtige geen aangifteformulier of voorstel van aangifte heeft ontvangen is hij/zij verplicht, binnen de in § 1 gestelde termijn, aan de dienst verkeer of belastingen en invordering van het stadsbestuur de voor aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen, eventueel op het formulier dat daartoe op verzoek zal worden toegezonden.
Bij gebreke aan aangifte, bij niet-tijdige of onnauwkeurige aangifte door de belastingplichtige, wordt de aanslag van ambtswege gevestigd op grond van de beschikbare gegevens en op de wijze bepaald in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Op het bedrag van de ambtshalve ingekohierde belastingen wordt een verhoging toegepast van 20%.
Het bedrag van deze verhoging wordt eveneens ingekohierd.
Een administratieve geldboete van 250 euro wordt opgelegd in geval van:
- De weigering om mee te werken aan een fiscale controle;
- De weigering om boeken of bescheiden voor te leggen.
Deze boete kan ook opgelegd worden aan een derde, niet-belastingplichtige.
De administratieve geldboete wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
De administratieve geldboete moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Gelet op het feit dat de stad en de burgers voortdurend geconfronteerd worden met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied;
Gelet op het feit dat deze nutsvoorzieningen werkzaamheden vergen langs de gemeentelijke wegen en aldus een impact hebben op het openbaar domein;
Gelet op de goedkeuring door de stad van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden;
Gelet op het feit dat deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten;
Gelet op het feit dat er op het vlak van het onderhoud en de herstellingen ook geregeld dringende werken moeten worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat er daarnaast een aantal werken zijn zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein;
Gelet op de actualisatie van de code naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP, ...;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 173 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40 §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2024-2026, op MJP001725 en MJP001726.
Algemeen
Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening (elektriciteit en gas) een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen omvatten:
- alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen, ...), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten-, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten ...) dienstig voor het transport van elektriciteit en gas;
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de stad of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de stad.
Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing, of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.
Het besluit van 19 december 2022 wordt vanaf 1 januari 2024 opgeheven.
Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2024 voor een termijn eindigend op 31 december 2025.
Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte voor werken in rijwegen 10,24 euro, voor werken in voetpaden 7,88 euro en voor werken in aardewegen 4,73 euro.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de stad aanwezig aansluitingspunt.
Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als zijn werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,5 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de stad.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Deze retributies zijn verschuldigd voor het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij voor 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de stad.
Inning
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.
Definitief karakter
Dit retributiereglement wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid.
Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
Gelet op het feit dat de stad en de burgers voortdurend geconfronteerd worden met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen en infrastructuur op gemeentelijk grondgebied;
Gelet op het feit dat deze nutsvoorzieningen en infrastructuur werkzaamheden vergen langs de gemeentelijke wegen en aldus een impact hebben op het openbaar domein;
Gelet op het feit dat de lengte van de sleuf en de uitvoeringstermijn van het werk een maat zijn voor de hoeveelheid hinder die het werk veroorzaakt en dus voor de opvolging die nodig is om die hinder te beheersen;
Gelet op het feit dat er op het vlak van het onderhoud en de herstellingen ook geregeld dringende werken moeten worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat er daarnaast een aantal werken zijn zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein;
Gelet op de goedkeuring door de gemeenteraad van stad Beringen van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden;
Gelet op het feit dat deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten;
Gelet op de actualisatie van de code naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaalconcept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP, ...;
Gelet op de specifieke dienstverlening die de gemeente levert voor de administratieve en technische opvolging van de opdrachtgevers van deze werken zodat zij de hinder beperken en het openbaar domein kwalitatief herstellen;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur, artikel 40 sub 3 en artikel 41, lid 2, 14°;
Gelet op het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen (elektriciteit en gas) op gemeentelijk openbaar domein goedgekeurd door de gemeenteraad van 18 december 2023;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 173 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40 §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Het MJP001727 is voorzien voor deze ontvangst.
De budgetten voor deze ontvangst dienen opgenomen te worden bij de eerstvolgende aanpassing meerjarenplan.
Algemeen
Er wordt aan de eigenaar van elke permanente nutsvoorziening (andere dan elektriciteit en gas) en infrastructuur een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening om de hinder naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen/infrastructuur op het gemeentelijk openbaar domein, te beheersen, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen omvatten:
- alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen, ...), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten-, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten ...) dienstig voor het transport van gasachtige producten, stoom, drinkwater, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof;
- Telecommunicatie
- Radiodistributie en kabeltelevisie
- de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden
- alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg.
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de stad of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de stad.
De sectoren die onder dit reglement vallen zijn uitgesloten van het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen (elektriciteit en gas) op gemeentelijk openbaar domein goedgekeurd door de gemeenteraad op 18 december 2023.
Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag uitvoeringstermijn en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt:
* 2,36 euro/dag/meter voor werken in rijwegen
* 1,82 euro/dag/meter voor werken in voetpaden
* 1,09 euro/dag/meter voor werken in aardewegen
Wanneer in dezelfde sleuf gelijktijdig werken uitgevoerd worden voor twee of meer nutsvoorzieningen/infrastructuur bedraagt voormelde retributie voor de eigenaar van elke nutsvoorziening/infrastructuur 60% van hoger vermelde bedrag(en).
Bovenstaande basisbedragen worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de evolutie van het indexcijfer van consumptieprijzen in januari ten opzichte van het indexcijfer van consumptieprijzen van januari van het jaar voordien.
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag. Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht.
Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de stad uitgevoerd grondwerk van categorie 3 (zoals gedefinieerd in het Besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 4 april 2014 houdende de uitwisseling van informatie over een inname van het openbaar domein in het Vlaamse Gewest [en van het decreet van 10 november 2017 inzake maatregelen ter verlaging van de kosten voor de aanleg van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid en tot wijziging van diverse decreten]) en uitgevoerd dringend grondwerk (zoals gedefinieerd in het GIPOD decreet van 4 april 2014).
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, zoals bepaald in artikel 2.
Inning
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.
Bekendmaking
Dit retributiereglement wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid.
Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
Inwerkingtreding en opheffingsbepaling
Dit retributiereglement geldt vanaf de dag van bekendmaking.
Overwegende dat aanvragers informatie over onroerende goederen van verschillende overheidsinstanties, waaronder gemeenten, centraal en gebundeld wensen te ontvangen;
Overwegende dat de stad het belangrijk vindt dat potentiële kopers met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen over een onroerend goed;
Overwegende dat gemeenten op zoek zijn naar mogelijkheden om informatie over onroerende goederen efficiënter en veiliger te delen;
Overwegende dat het Vastgoedinformatieplatform een elektronisch informatiesysteem is om vastgoedinformatie te ontsluiten, samen te voegen en ter beschikking te stellen, en uit te wisselen tussen aanleverende entiteiten en aanvragers;
Overwegende dat het Vastgoedinformatieplatform beheerd wordt door het Vlaams Datanutsbedrijf (ook "athumi" genoemd) zoals geregeld in het Decreet over het Vastgoedinformatieplatform (bij inwerkingtreding van het decreet);
Overwegende dat de stad via het Vastgoedinformatieplatform de door de aanvragers aangevraagde vastgoedinformatie kan verzamelen in een product en dit product met vastgoedinformatie kan ontsluiten;
Overwegende dat het verzamelen en ontsluiten, via het Vastgoedinformatieplatform, van vastgoedinformatie en het samenvoegen van deze vastgoedinformatie in een product, op verzoek van aanvragers voor de stad een administratieve last en bijhorende kost met zich meebrengt;
Overwegende dat de stad Beringen de kost voor het ontsluiten, samenvoegen en ter beschikking stellen van vastgoedinformatie via producten op de aanvrager ervan wenst te verhalen;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Gelet artikel 173 van de Grondwet;
Gelet op artikel 40 §3, van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Gelet op artikel 21, eerste lid, van het Decreet over het Vastgoedinformatieplatform (bij inwerkingtreding van het decreet);
Gelet op de artikelen 5.2.1, 5.2.5, 5.2.6 en 5.2.7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente en de noodzaak om het budget in evenwicht te houden;
Deze ontvangst is niet voorzien in het budget van 2024, deze opbrengst dient opgenomen te worden bij de eerstvolgende aanpassing meerjarenplan.
Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1° vastgoedinformatie: gebouw-, grond- of omgevingsgebonden gegevens inzake een onroerend goed, inclusief informatie met betrekking tot het juridische, administratieve of fysieke statuut van dit onroerend goed;
2° lokale gegevensbron: vastgoedinformatie die een gemeente of de rechtspersonen die ervan afhangen, beheert;
3° centrale gegevensbron: vastgoedinformatie die een Vlaamse instantie of een externe overheid beheert;
4° Vastgoedinformatieplatform of VIP: elektronisch informatiesysteem om vastgoedinformatie te ontsluiten, samen te voegen of ter beschikking te stellen;
5° product: een welbepaalde combinatie van vastgoedinformatie over één perceel, of een onderdeel ervan, die vooraf door het Vlaams Datanutsbedrijf is vastgelegd, die op aanvraag wordt ontsloten door de aanleverende entiteiten, vermeld in het VIP-decreet in artikel 10, eerste tot en met derde lid, die wordt samengevoegd via het VIP, en die ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager via het VIP;
6° externe overheid: overheidsinstanties, vermeld in artikel I.3, 8° van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
7° Vlaamse instantie: een Vlaamse instantie als vermeld in artikel 2, 14°, van het decreet van 2 december 2022 houdende machtiging tot oprichting van het privaatrechtelijk vormgeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Datanutsbedrijf in de vorm van een naamloze vennootschap;
8° aanvrager: een professionele aanvrager (zoals vermeld in artikel 2, 18° van het VIP-decreet) of een burger (zoals vermeld in artikel 2, 7° van het VIP-decreet) of zijn vertegenwoordiger die een aanvraag indient via het VIP;
9° algemene verordening gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;
10° persoonsgegevens: de gegevens, vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;
11° verwerking: een verwerking als vermeld in artikel 4, 2), van de algemene verordening gegevensbescherming;
12° verwerkingsverantwoordelijke: een verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming;
13° betrokkene: een betrokkene als vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;
14° VIP-decreet: decreet over het Vastgoedinformatieplatform (bij inwerkingtreding van het decreet);
15° gemeentelijke bronretributie: de retributie die de aanvrager verschuldigd is aan een lokaal bestuur voor het ontsluiten, samenvoegen en ter beschikking stellen van vastgoedinformatie in een product;
De aanvrager dient elektronisch een aanvraag in bij athumi om een product via het Vastgoedinformatieplatform te ontvangen. Athumi ontvangt op elektronische wijze de vastgoedinformatie van de aanleverende entiteiten (de lokale gegevensbronnen en de centrale gegevensbronnen). De relevante vastgoedinformatie per perceel, of een onderdeel daarvan, wordt automatische opgeladen in een product in het VIP of wordt door de aanleverende entiteiten aan het VIP bezorgd. Athumi en de gemeente stellen het product via het VIP ter beschikking aan de aanvrager.
In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van een product, verwerkt de gemeente die persoonsgegevens met als doeleinde om het product ter beschikking te kunnen stellen aan de aanvragers in het kader van hun beroepsactiviteiten of in het kader van één van de de doelstellingen opgesomd in artikel 6 van het VIP-decreet.
Voor alle aanvragen die via het VIP verlopen, wordt ten voordele van stad Beringen een gemeentelijk bronretributie geheven op aanvragen tot het verkrijgen van een product met vastgoedinformatie uit een lokale gegevensbron.
Aanvrager van vastgoedinformatie
Alle aanvragen van producten, zoals vermeld in artikel 7 van het VIP-decreet, worden geacht via het VIP te verlopen. Het verplicht gebruik van het Vastgoedinformatieplatform wordt voor producten met vastgoedinformatie uit een lokale gegevensbron geregeld in het VIP-decreet.
Een oplijsting van alle organisaties die als aanvrager toegang krijgen tot het Vastgoedinformatieplatform voor aanvragen van producten wordt door athumi ter beschikking gesteld op de website van athumi (https://www.vlaanderen.be/digitaal-vlaanderen/athumi-het-vlaams-datanutsbedrijf/vastgoedinformatieplatform/gebruikersomgeving-vastgoedinformatieplatform).
De gemeentelijke bronretributie is, overeenkomstig artikel 21 van het VIP-decreet, verschuldigd door de aanvrager. Van zodra het VIP-decreet in werking treedt is eveneens de platformretributie in de zin van artikel 2, 15°, en 19, eerste lid, 1°, van het VIP-decreet verschuldigd door de aanvrager.
Dezelfde instanties die overeenkomstig artikel 23, § 3, van het VIP-decreet zijn vrijgesteld van de platformretributie in de zin van artikel 2, 15°, en 19, eerste lid, 1°, van het VIP-decreet worden vrijgesteld van de betaling van gemeentelijke bronretributie. Het gaat in concreto over deze organisaties:
* externe overheden; een overheidsinstantie als vermeld in artikel I.3, 8°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
* Vlaamse instanties, als vermeld in artikel 2, 14° van het decreet van 2 december 2022;
* lokale overheden, als vermeld in artikel I.3, 5°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
* gerechtelijke overheden;
* hulpverleningszones als vermeld in het koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones;
* politiezones als vermeld in artikel 9 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
Bedrag
Het bedrag van de gemeentelijke bronretributie wordt vastgelegd als volgt:
Voorwerp aanvraag | Retributiebedrag per kadastraal perceel |
Product Vastgoedinlichtingen, zoals vermeld in hoofdstuk 8 van het VIP-decreet | 105 euro |
Daarbovenop komt het bedrag van de platformretributie of platformvergoeding zoals vastgelegd in het VIP-decreet.
Athumi int de gemeentelijke bronretributie conform artikel 21 van het VIP-decreet via het VIP in naam en voor rekening van de lokale overheden. De bronretributie wordt periodiek (maandelijks) integraal doorgestort aan de gemeente voor alle aangevraagde producten.
Verwerking van persoonsgegevens
§1. In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van de ontsluiting, samenvoeging en ter beschikkingstelling van vastgoedinformatie in een product, treden de stad Beringen en athumi voor de doeleinden omschreven in artikel 2 op als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken.
Athumi treedt op als verwerker voor de stad Beringen wat betreft de verwerkingsactiviteiten die plaatsvinden in het kader van de heffing en de inning van de gemeentelijke bronretributie via het Vastgoedinformatieplatform.
De afspraken rond en de modaliteiten van de werkingen die de stad Beringen en athumi uitvoeren als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken respectievelijk als verwerkingsverantwoordelijke en verwerker zijn geregeld in de Toetredingsovereenkomst.
Ondertekening
De vastgoedinformatie in het product die de stad Beringen via het Vastgoedinformatieplatform ter beschikking stelt, wordt niet ondertekend aangezien het product een louter informatief document betreft dat geen beleidsmatige stellingname inhoudt en niet kwalificeert als stuk of briefwisseling in de zin van artikel 279 van het Decreet lokaal bestuur.
Bekendmaking
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van het VIP-decreet.
Overwegende dat het leveren van diensten voor de gemeente een kostelijke aangelegenheid is;
Overwegende dat het uitlenen van materieel en het leveren van diensten voor de gemeente een kostelijke aangelegenheid is;
Overwegende dat het verantwoord is om een retributiereglement in te voeren, waarbij een aantal billijke tarieven worden vastgelegd om de kosten van de geleverde prestaties te vergoeden;
Overwegende dat de gebruiker hiervan individueel het voordeel geniet en het aldus verantwoord is om van deze gebruiker een billijke vergoeding te vragen;
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 173 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40 §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2024-2026, op diverse meerjarenplannen.
Met ingang van 8 januari 2024 wordt, ten voordele van de stad Beringen, een retributie aangerekend voor het aanbieden van diensten en het uitlenen van materiaal door Beleidsdomein Mens (jeugd en kinderopvang, sport, bibliotheek, academie voor muziek, woord en dans, toerisme, recreatie en evenementen, dienst samenleven) en dienst verkeer.
De besluiten (retributie voor het aanbieden van diensten door het departement Mens (kinderopvang, woningen voor noodopvang en verhuur infrastructuur door de dienst samenleven) en retributie voor het aanbieden van diensten en het uitlenen van materiaal door Beleidsdomein Mens (jeugd en sport, bibliotheek, academie voor muziek, woord en dans, toerisme) van 19 december 2022 worden vanaf 8 januari 2024 opgeheven.
De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de dienst.
Dienst Jeugd en Kinderopvang
De retributie bedraagt:
A. Vrije tijd jeugd en kinderopvang
De activiteiten voor kinderen vermeld onder A.1 Vakantieaanbod (met uitzondering van een uitstap als losse activiteit), A.2 en A.3 zijn UiTPAS-activiteiten. Dit houdt enerzijds in dat participanten door deel te nemen UiTPAS-punten kunnen sparen. Anderzijds wordt het kansentarief toegepast.
Het kansentarief is 80% korting op de hier vermelde retributie, met een minimum van 1 euro per deelname. Hierbij worden de principes van de UiTPAS toegepast, waardoor inwoners van Beringen met een UiTPAS kansenpas, waar noodzakelijk gekoppeld aan hun dossier in het online inschrijvingssysteem, recht hebben op het kansentarief.
A.1 Vakantieaanbod
* Weekformule kleuters (ganse dag met uitstap): 55 euro voor 5 dagen of 11 euro per dag
* Weekformule lager onderwijs: 55 euro voor 5 dagen of 11 euro per dag
* Uitstap als losse activiteit (in kader van KIA of speelpleinwerking): kostprijs
* Speelpleinwerking (1/2 dag): 2 euro
* Speelpleinfeest: 4 euro
* Kerstfun (-14 jarigen): 4 euro
A.2 Sinterklaasshow
* Kinderen tot 12 jaar gedomicilieerd in Beringen ontvangen een code: 3 euro
* Kinderen ouder dan 12 jaar en volwassenen gedomicilieerd in Beringen: 5 euro
* Niet-inwoner (kind en volwassene): 8 euro
A.3 Jeugdwelzijnswerk
Wijkoverschrijdende activiteit ism externe partner: 2 euro
B. Busvervoer jeugd
* Binnen Beringen: gratis
* Buiten Beringen: 6 euro per persoon
C. Kinderopvang: Buitenschoolse kinderopvang
De prijs die je betaalt voor buitenschoolse opvang is gekoppeld aan de verblijfsduur van je kind in de opvang:
|
1 kind in het IBO* |
A: Opvang vóór en na schooltijd en flexibele opvang |
1,10 euro per begonnen half uur |
B: Opvang op schoolvrije dagen (ook vakantiedagen) |
|
- Voor een verblijfsduur meer dan 6u |
11 euro |
- Voor een verblijfsduur tussen 3u en 6u |
6,60 euro |
- Voor een verblijfsduur minder dan 3u |
4,40 euro |
Op woensdagnamiddag betaal je het tarief (A of B), dat voor jou het meest voordelig is. |
*Indien er 2 of meer kinderen van eenzelfde gezin gelijktijdig worden opgevangen, is er een vermindering van 25% op het standaard tarief van toepassing.
Supplementaire kosten:
Vervoersonkosten voor een extra (enkele) rit |
0,75 euro |
Uitstap |
kostprijs |
Warme maaltijd in de flexibele opvang |
7 euro |
In bepaalde situaties wordt een boete aangerekend:
Je administratief dossier is niet in orde |
5 euro per gereserveerde dag per gezin |
Geen reservatie flexibele opvang (na 18u30) |
5 euro per kwartier per kind |
Je kind is niet aanwezig op de gereserveerde opvangdag |
Je betaalt de gereserveerde verblijfsduur van je kind |
Je hebt flexibele opvang gereserveerd en je kind is niet aanwezig in de flexibele opvang (na 18u30) |
Je betaalt de verblijfsduur van je kind + de gereserveerde verblijfsduur in de flexibele opvang + de eventueel voorziene warme maaltijd |
Je kind komt naar de opvang zonder reservatie op schooldagen |
De verblijfsduur van je kind + 5 euro per kind per dag |
Je kind komt naar de opvang zonder reservatie op vakantiedagen |
De verblijfsduur van je kind + 10 euro per kind per dag |
Sociaal tarief buitenschoolse kinderopvang:
Elke inwoner van de Stad Beringen heeft het recht om sociaal tarief aan te vragen, zoals bepaald in artikel 30 §2, van het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de subsidievoorwaarden voor buitenschoolse gezinsopvang en groepsopvang. Het sociaal tarief betekent een vermindering van de opvangprijs en de prijs van de warme maaltijd in de flexibele opvang. Het college van burgemeester en schepenen beslist over het al dan niet toekennen van het sociaal tarief op basis van een dossier dat alle relevante aspecten voor een gemotiveerde beslissing bevat.
Het sociaal tarief bedraagt 50% van de vastgelegde opvangprijs en de prijs van de warme maaltijd in de flexibele opvang. In zeer uitzonderlijke gevallen kan gratis opvang toegestaan worden of een gratis warme maaltijd in de flexibele opvang. Een toegekend sociaal tarief wordt periodiek geëvalueerd door het college van burgemeester en schepenen. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het op de hoogte brengen van wijzigingen in de financiële toestand van het gezin of gezinssamenstelling.
Dienst Sport
De retributie bedraagt:
A. Vrije tijd sport
De activiteiten vermeld onder A.1 zijn UiTPAS-activiteiten. Dit houdt enerzijds in dat participanten door deel te nemen UiTPAS-punten kunnen sparen. Anderzijds wordt het kansentarief toegepast.
Het kansentarief is 80% korting op de hier vermelde retributie, met een minimum van €1 per deelname. Hierbij worden de principes van de UiTPAS toegepast, waardoor inwoners van Beringen met een UiTPAS kansenpas, waar noodzakelijk gekoppeld aan hun dossier in het online inschrijvingssysteem, recht hebben op het kansentarief.
A.1 Sportaanbod kinderen, jongeren en volwassenen
* Bewegingsschool: 2,5 euro
* Kijk Ik Fiets: Afhankelijk van bovenlokale afspraken
* Start to-lessenreeksen: Afhankelijk van bovenlokale afspraken
* Beweeg Je Fit (per beurt): 3 euro
* Beweeg Je Fit (12-beurtenkaart): 30 euro
* Jogging (Bosloop): Afhankelijk van bovenlokale afspraken
* Summer Kicks Off (secundair onderwijs): Afhankelijk van bovenlokale afspraken
B. Schoolaanbod
* Kleutersportdagen (1/2 dag): 2 euro
* Schoolsportdagen lager onderwijs en funrun (1/2 dag): 2 euro
* Schoolsportdagen secundair onderwijs (ganse dag): 15 euro
* KIA-D-MAX (ganse dag): 4 euro
* Busvervoer schoolzwemmen: 0,75 euro (H/T)
C. Bikewash
1 euro per beurt
D. Consumptieprijzen Mijnstadion en Korspel
Soort drank | Tarief |
Zware Bieren en wijnen | 3,50 euro |
Lichte bieren/frisdrank/soep/warme dranken | 2,20 euro |
Sportdranken | 3 euro |
Snoep | 2 euro |
Dienst Bibliotheek
De retributie bedraagt:
A. Lidmaatschap en activiteiten
De activiteiten vermeld onder A.1 en A.2 van de bibliotheek zijn UiTPAS-activiteiten. Dit houdt enerzijds in dat participanten door deel te nemen UiTPAS-punten kunnen sparen. Anderzijds wordt het kansentarief toegepast op lidmaatschap en bepaalde activiteiten.
Het kansentarief is 80% korting op de hier vermelde retributie, met een minimum van €1 per deelname. Hierbij worden de principes van de UiTPAS toegepast, waardoor inwoners van Beringen met een UiTPAS kansenpas, waar noodzakelijk gekoppeld aan hun dossier in het online inschrijvingssysteem, recht hebben op het kansentarief.
A.1 Jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage
Personen jonger dan 18 jaar | gratis |
Personen vanaf 18 jaar | 5 euro |
Personen vanaf 18 jaar, mits voorlegging van persoonlijke UiTPAS met kansentarief | 1 euro |
Lenen van materialen, van welke aard ook | gratis |
A.2 Activiteiten
Deelname aan activiteiten georganiseerd door de bib | Prijs wordt bepaald per activiteit |
B. Comfortdiensten
Reserveren van materialen (incl. verwittigingsbericht) | 1 euro per materiaal |
Lenen bij andere bibliotheken (IBL): | |
| 5 euro |
| 8 euro |
| 3 euro |
| prijs aangerekend door de uitlenende instelling |
Fotokopiëren en printen per bladzijde: |
|
| 0,10 euro |
| 0,20 euro |
| 0,50 euro |
| 1 euro |
Raadpleging internet | gratis |
Verkoop bibtas | 3 euro |
C. Retributiegeld
Het laattijdig terugbrengen van materialen:
|
0,10 euro |
Bij beschadiging, verlies, diefstal van het materiaal of bij het niet inleveren na ontvangst van de herinneringsnota | kostprijs materiaal + 2 euro |
Academie voor Muziek, Woord en Dans
De retributie bedraagt:
A. Werkingskosten
Tarieven, opgelegd door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs, verhoogd met de algemene kosten voor de gemeente:
B. Uitleengeld voor instrumenten per jaar
Instrument | Lagere graad |
Dwarsfluit | 50 euro |
Saxofoon | 50 euro |
Trompet | 50 euro |
Cello | 50 euro |
Hobo | 50 euro |
Hoorn | 50 euro |
Viool | 40 euro |
Bugel | 50 euro |
Klarinet | 50 euro |
Gitaar | 40 euro |
Xylofoon | 50 euro |
Contrabas | 50 euro |
Fagot | 50 euro |
Trombone | 50 euro |
Piccolo | 50 euro |
Voor leerlingen uit de middelbare graad wordt het huurgeld bepaald op het huurgeld van de lagere graad, vermeerderd met:
Het uitleengeld voor instrumenten aan kinderen van éénzelfde gezin bedraagt vanaf het tweede kind voor de lagere, middelbare en hogere graad: 25 euro.
In alle hogere graden en aan leerlingen die een 2de instrument volgen wordt het huurgeld gebracht op het normale huurgeld vermeerderd met 60 euro.
C. Activiteiten
De activiteiten van de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans zijn UiTPAS-activiteiten. Dit houdt enerzijds in dat participanten door deel te nemen UiTPAS-punten kunnen sparen. Anderzijds wordt het kansentarief toegepast. Het kansentarief is 80% korting op de hier vermelde retributie, met een minimum van €1 per deelname. Hierbij worden de principes van de UiTPAS toegepast, waardoor inwoners van Beringen met een UiTPAS kansenpas, waar noodzakelijk gekoppeld aan hun dossier in het online inschrijvingssysteem, recht hebben op het kansentarief.
Podiumkampen (kennismaking met muziek, theater en dans - ganse dag): 55 euro per kamp voor 5 dagen of 11 euro per dag.
Dienst Toerisme, recreatie en evenementen
De retributie bedraagt:
A. Paalse Plas
Omschrijving | Prijs |
Toegangsbadge slagboom van de vissersweg Paalse Plas | 10 euro |
Toegangsbadge slagboom van de vissersweg Paalse Plas voor personen met een parkeerkaart voor mindervalide | gratis |
Gemeentelijke vergunning visserij Paalse Plas, inwoner van Beringen | gratis |
Gemeentelijke vergunning visserij Paalse Plas, kinderen tot en met 17 jaar (1 hengel) | gratis |
Gemeentelijke vergunning visserij Paalse Plas, niet-inwoner van Beringen (per jaar) | 30 euro |
Registratie niet-leden organiserende clubs en inwoner van Beringen voor deelname aan groepstrainingen zwemmen Paalse Plas | gratis |
Registratie niet-leden organiserende clubs en niet-inwoner van Beringen voor deelname aan groepstrainingen zwemmen Paalse Plas | 30 euro |
Registratie van een vaartuig van een inwoner van Beringen om zich met dit vaartuig op de Paalse Plas te begeven | gratis |
Registratie van een vaartuig van een niet-inwoner van Beringen om zich met dit vaartuig op de Paalse Plas te begeven | 30 euro per vaartuig |
B. Speeltuin 't Fonteintje
Niet-Beringse scholen die buiten de openingsuren van Speeltuin 't Fonteintje gebruik wensen te maken moeten vooraf een aanvraag indienen, het bezoek is enkel mogelijk indien dit past in de planning van de domeinbeheerder. De toegangsprijs bedraagt 1 euro per bezoeker (begeleiders niet meegeteld) met een minimum van 50 euro per groep, bij de aanvraag wordt een richtaantal doorgegeven dat zo goed mogelijk de realiteit benadert. De groep kan tot 3 werkdagen vooraf annuleren, bij laattijdige annulatie zal het volledig verschuldigd bedrag gefactureerd worden op basis van het aantal dat doorgegeven werd bij de aanvraag.
Dienst Verkeer
De retributie bedraagt:
Omschrijving | Huur | Waarborg |
Materiaal wegkapitein (armbandje, C3-bord, hesje) | gratis | 25 euro |
Dienst Samenleven
De retributie bedraagt:
A. Verhuur infrastructuur
Onderstaande tarieven worden toegepast voor de verhuring van lokalen in het Melkhuisje en de infrastructuur in Regina Mundi (vergaderlokaal, sportzaal en instuifruimte):
Categorie | 1 | 2 | 3 | 4 |
Tarief | 4 euro | 6 euro | 8 euro | 12 euro |
Verschillende categorieën:
1= verenigingen, lid van een Beringse stedelijke adviesraad, en organisaties gehuisvest in Regina Mundi; dit geldt niet voor de stedelijke diensten;
2= verenigingen, niet-lid van een Beringse stedelijke adviesraad;
3= verenigingen van buiten de gemeente;
4= particulieren
Boete bij niet-naleving van het gebruiksreglement:
Overtreding rookverbod, niet opruimen van de ruimte, niet afwassen bestek en glazen, niet-sorteren van afval, overtreding inzake gebruik meubilair, ter beschikking gesteld materiaal en technische uitrusting | 15 euro per vastgestelde overtreding vermeerderd met de door de stad gemaakte onkosten |
Niet terugbrengen van sleutels op afgesproken tijdstip | 7,50 euro |
Verlies sleutel | 50 euro |
Beschadiging gebouw en herstelling | Kostprijs herstelling |
Tarieven voor gebruik koffie en thee:
B. Vrije tijd
Deze activiteiten zijn UiTPAS-activiteiten. Dit houdt enerzijds in dat participanten door deel te nemen UiTPAS-punten kunnen sparen. Anderzijds wordt het kansentarief toegepast. Het kansentarief is 80% korting op de hier vermelde retributie, met een minimum van €1 per deelname.. Hierbij worden de principes van de UiTPAS toegepast, waardoor inwoners van Beringen met een UiTPAS kansenpas, waar noodzakelijk gekoppeld aan hun dossier in het online inschrijvingssysteem, recht hebben op het kansentarief.
B.1 Rekentaalbad
2 euro per dag
UiTPAS
De retributie bedraagt:
De betaling dient te gebeuren voor het leveren van diensten:
* indien onmiddellijk berekenbaar: bij het verstrekken van de dienst;
* in het andere geval: na ontvangst van de desbetreffende factuur.
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de factuur.
Bij niet-minnelijke regeling van de verschuldigde retributie zal de inning geschieden met alle geëigende rechtsmiddelen.
In geval van laattijdige betaling van de retributie worden de wettelijke nalatigheidsintresten aangerekend vanaf de vervaldag.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.
Belangrijkste wijzigingen:
zijnde gratis ter beschikking stellen van de materialen voor 1 uitleenperiode (d.w.z. van donderdag t.e.m. dinsdag), uitgezonderd toiletwagens en mobiel podium, voor de organisatie van activiteiten die niet tot de reguliere werking van de aanvrager behoren.
De gemeenteraad gaat akkoord met de aanpassing van het uitleenreglement stedelijke werkplaatsen zoals voorgesteld.
Het nieuw uitleenreglement stedelijke werkplaatsen gaat in werking op 01/01/2024.
In praktijk bestaan de aanvragen binnen het reglement dienstencheques voor de scholen hoofdzakelijk uit:
Door aanpassing van het uitleenreglement stedelijke werkplaatsen kunnen scholen gratis materialen ontlenen (uitgezonderd mobiel podium en toiletwagen) voor hun activiteiten. Deze uitzondering vormt geen probleem aangezien deze materialen niet ontleend worden door de scholen.
Voor het borstelen van de speelplaatsen wordt voorgesteld dat alle scholen in Beringen hier maximaal 4 keer per jaar een aanvraag voor kunnen indienen bij de stedelijke werkplaatsen. Dit onder de voorwaarden zoals goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 09 november 2017. D.w.z. dat voor elke school een overeenkomst ondertekend wordt tussen stad en school rond het borstelen van de speelplaats. Voor de meeste scholen is dit in orde.
Door bovenstaande wijzigingen vervalt de bestaansreden van het reglement dienstencheques voor de scholen en kan dit bijgevolg opgeheven worden.
De gemeenteraad gaat akkoord met opheffing van het reglement dienstencheques voor de scholen zoals goedgekeurd op 16/06/2014.
De gemeenteraad gaat akkoord dat elke school in Beringen maximaal 4 keer per jaar een aanvraag kan doen bij de stedelijke werkplaatsen voor het borstelen van de speelplaats na afsluiting van de overeenkomst tussen stad en school.