Gelet op de financiële toestand van de stad;
Gelet op de in dit verband geldende onderrichtingen bij de opmaak van budgetten en meerjarenplannen;
Gelet op de lasten die het verwijderen van oud papier tot gevolg hebben;
Overwegende dat het verspreiden van reclamebladen de afvalberg van recyclagepapier aanzienlijk verhoogt;
Overwegende dat het verantwoord is om met de invoering van dit belastingreglement de kosten te financieren en de overlast zoveel mogelijk te beperken;
Overwegende dat de belasting zich richt op de systematische veelverspreiding van niet-geadresseerde drukwerken op het grondgebied van de stad;
Overwegende dat het stadsbestuur ter bevordering van de lokale economie kleine lokale handelaars de mogelijkheid wil bieden om kleine verspreidingen te doen zonder door deze belasting te worden gevat;
Overwegende dat dergelijke kleine verspreidingen slechts een beperkte impact hebben op de papierafvalstroom;
Overwegende dat het derhalve verantwoord is om de verspreiding van drukwerken die niet groter zijn dan een vel papier van A4-formaat vrij te stellen van de belasting;
De kosten voor een invordering in het buitenland kunnen enorm oplopen en kunnen er zelfs toe leiden dat er ultiem geen belasting kan worden geïnd. Dit gaat vooreerst in tegen het financieel hoofddoel van de belasting, maar anderzijds ook tegen het nevendoel om de afvalberg van recyclagepapier te verminderen. Om misbruik te vermijden wordt naar gelang de situatie een andere belastingplichtige aangeduid. Het kan niet worden ontkend dat er eenheid van belang bestaat tussen de schuldenaren die hoofdelijk gehouden zijn tot betaling van de belasting, aangezien deze allen aan de belaste activiteit deelnemen, zodat dit het in het belastingreglement opgenomen solidariteitsmechanisme rechtvaardigt.
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen;
De artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer specifiek de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326 t.e.m. 335;
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
Het Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen van 23 december 2011, en latere wijzigingen;
Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), met latere wijzigingen;
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Deze ontvangst is voorzien in het budget van 2023-2025, op MJP001797.
Met ingang van 1 oktober 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt, ten voordele van de stad Beringen, een belasting geheven op de voor de bestemmelingen kosteloze verspreiding aan huis van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten met handelskarakter.
Onder drukwerk en gelijkgestelde producten wordt onder meer verstaan: publiciteitsbladen en -kaarten, alsook catalogi en kranten, stalen en reclamedragers, die publiciteit bevatten met handelskarakter en erop gericht is een potentieel cliënteel ertoe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder. De opsomming is niet limitatief.
Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd.
Het besluit van 14 december 2020 wordt vanaf 1 oktober 2023 opgeheven.
De belasting is verschuldigd door de verantwoordelijke uitgever. Wanneer de verantwoordelijke uitgever niet gekend is of in staat van onvermogen verkeert, is de belasting in afnemende volgorde verschuldigd door de genieter wiens naam, logo of embleem het niet-geadresseerde drukwerk draagt, de opdrachtgever van de verdeler of de verdeler zelf.
Indien de verantwoordelijke uitgever in het buitenland is gevestigd, is de belasting verschuldigd door de Belgische vestiging van de verantwoordelijke uitgever. Wanneer er geen Belgische vestiging is, is de belasting in afnemende volgorde verschuldigd door de genieter wiens naam, logo of embleem het niet-geadresseerde drukwerk of gelijkgestelde product draagt, de opdrachtgever van de verdeler of de verdeler zelf.
De genieter wiens naam, logo of embleem het niet-geadresseerde drukwerk of gelijkgesteld product draagt, is in ieder geval steeds hoofdelijk gehouden tot betaling van de belasting.
De belasting wordt per verspreid exemplaar vastgesteld op 0,02 euro indien de totale oppervlakte gelijk of groter is dan 1.250 cm².
Het al dan niet volledig bedrukt zijn van een bladzijde geeft geen aanleiding tot een vermindering van de belasting.
Van de belasting zijn vrijgesteld:
- De verspreiding van drukwerken waarvan de bedrukte oppervlakte voor 75% of meer ingenomen wordt door tekst zonder handelskarakter;
- De publiciteitsbladen bedeeld door openbare diensten en onderwijsinstellingen;
- De publiciteitsbladen van sociale, caritieve, culturele of sportieve aard waaruit de uitgever zelf geen commercieel voordeel haalt.
De belasting is verschuldigd telkenmale er een huis-aan-huis verspreiding van reclamedrukwerk plaatsvindt. Een specimen van het reclamedrukwerk zal als basis dienen voor de berekening van de aanslag.
Het verschuldigde bedrag wordt bekomen door vermenigvuldiging van het eenheidstarief met het aantal brievenbussen niet voorzien van een tekst die reclame weert (naar rato van het aantal brievenbussen zoals vastgelegd door B-post op 1 januari van het aanslagjaar). Voor de totaliteit van het verspreide reclamedrukwerk kan rekening gehouden worden met het aantal brievenbussen in één of meerdere deelgemeenten of in gans de gemeente. Wanneer in één brievenbus van een bepaalde deelgemeente reclamedrukwerk gevonden wordt, wordt de ganse deelgemeente geacht bedeeld te zijn.
Ter vereffening van de belasting wordt er een rekening gestuurd aan de belastingplichtigen. Bij deze rekening wordt een omschrijving van de reclamefolder, de week en de plaats van verspreiding gevoegd. Deze rekening dient contant te worden betaald.
Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting.
Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Het reglement zal worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking.