Het MJP 2020-2025 voorziet vanaf 2024 in AP00037 113.500 euro voor de financiële ondersteuning van jeugdwerkinitiatieven. Dit is een verhoging van 2000 euro die toegevoegd moet worden aan het budget dat in dit reglement voorbehouden wordt voor de ondersteuning van jongerenfuiven.
Hiervoor is een aanpassing nodig van artikel 13 dat bepaalt welke zaken in aanmerking komen voor subsidiëring + de percentages van het budget zoals vastgelegd in het meerjarenplan.
- Kadervorming (8%)
- Ondersteuning jongerenfuiven (14%)
* Toelage voor het inzetten van professionele security
* Toelage voor het huren van materialen indien deze niet beschikbaar zijn via de stedelijke uitleendienst o.w.v. een stedelijk evenement.
* Toelage voor het huren en reinigen van herbruikbare bekers
- Werkingsmiddelen (78%)
* Jeugdbewegingen
* Jeugdhuizen
* Andere vormen van jeugdwerk
Door het aanpassen van artikel 17 en 18: Subsidies ondersteunen jongerenfuiven wil men tegemoetkomen aan de nood voor extra financiële ondersteuning als gevolg van de wetgeving op cateringmateriaal.
Een aanpassing van artikel 24: Werkingssubsidies jeugdbewegingen waar bij de berekening van de variabele werkingstoelage wordt aangepast aan de noden van de werking van een vereniging die zich richt op kinderen met een beperking.
Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur: Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad
Dit advies is onder voorwaarde dat de aanpassing meerjarenplan wordt goedgekeurd.
Deze uitgave is voorzien in het budget van 2024-2026, op MJP001149.
Reglement nagekeken door juridische zaken.
De gemeenteraad gaat akkoord met het aangepaste reglement zoals opgenomen in bijlage en dat integraal deel uitmaakt van dit besluit.
De gemeenteraad gaat akkoord met een overgangsperiode van 1 jaar. Dit wil zeggen dat de jeugdwerkinitiatieven vanaf de inwerkingtreding één jaar de tijd krijgen om zich in regel te stellen met de specifieke erkenningsvoorwaarden van artikel 8 en artikel 10 van het nieuwe reglement. Tijdens dit overgangsjaar volstaat het te voldoen aan de erkenningsvoorwaarden uit het oude (opgeheven) reglement.