Jaarlijks worden de resultaten van de preventieve screenings van de overheid in het kader van de bevolkingsonderzoeken naar borstkanker, baarmoederhalskanker en dikkedarmkanker gepubliceerd. Deze bevolkingsonderzoeken zijn ondertussen al tamelijk goed ingeburgerd. Dat is positief want ze zijn o-zo-belangrijk om vroegtijdig deze specifieke vormen van kanker op te sporen wat de kans op genezing aanzienlijk kan verhogen. Naar aanleiding van wereldkankerdag begin deze maand breng ik de laatste cijfers (van 2020) graag onder de aandacht. Het is als lokaal bestuur onze plicht om zoveel mogelijk Beringenaren op te roepen om in te gaan op de uitnodiging en zich te laten screenen. Ik licht graag de cijfers van 2020 voor Beringen toe.
De cijfers van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker: 62,7% van de Beringse vrouwen tussen 50 en 69 jaar (de doelgroep) liet zich preventief onderzoeken aan de hand van een screeningsmammografie de afgelopen 2 jaar. Dat is aanzienlijk minder dan het streefdoel van 75%.
De cijfers wat baarmoederhalskanker betreft kennen dezelfde trend. 61,1% van de meisjes en vrouwen tussen 25 en 54 jaar (de doelgroep) ging langs bij de huisdokter of gynaecoloog voor een uitstrijkje in de afgelopen 3 jaar, ook hier werd het vooropgestelde streefdoel van 65% niet bereikt. In de jongste- (25-29j) en oudste leeftijdscategorie (60-64 jaar) is dit percentage het laagst. De dekkingsgraad bedraagt hier respectievelijk 56,6% en 53,2%.
67,3% van de Beringse 50 tot 74-jarigen (zowel mannen als vrouwen) liet zich preventief screenen op dikkedarmkanker. Dat is boven het streefdoel van 60%. Toch betekent dit dat 32,7% van de doelgroep zich niet preventief laat onderzoeken. Omdat het hier om een screening voor zowel mannen als vrouwen gaat kunnen we naar geslacht vergelijken. Opmerkelijk is dat meer vrouwen dan mannen een onderzoek naar dikkedarmkanker laten afnemen. 70,1 % vrouwen en 64,4% mannen.
Globaal bekeken is het aantal Beringenaren dat zich preventief laat onderzoeken lichtjes gedaald bij baarmoederhalskanker (62,2%-61,1%) en dikkedarmkanker (68,4%-67,3%) en relatief sterk gedaald bij borstkanker (69,6%-62,7%). Daarom stel ik volgende vragen:
Welke inspanningen worden genomen om de Beringenaren behorende tot de specifieke doelgroep te overtuigen om deel te nemen aan deze bevolkingsonderzoeken? Worden er extra inspanningen geleverd voor de leeftijdscategorieën die een lager percentage kennen?
Gezien de sterke daling met betrekking tot de cijfers voor preventieve screening naar borstkanker. Welke extra inspanningen zullen geleverd worden om meer Beringenaren te overtuigen preventief om de 2 jaar een mammografie te laten nemen?
De mondelinge vraag werd beantwoord.