2022_GEM_00137 - [OMV/2021/00776] Aanleggen van een publieke ruimte (trage verbinding), wijzigen van de rooilijn en gratis grondafstand ter hoogte van percelen 71005_C_0975_W_002_00 en 71005_C_1091_D_000_00 en 71005_C_1105_N_000_00 in het kader van de oprichting van 40 ééngezinswoningen en het invulling geven aan het binnengebied. - Goedkeuring

De gemeenteraad gaat in kader van de omgevingsvergunningsaanvraag met dossiernummer OMV/2021/00776, op 30 december 2021 ingediend voor de oprichting van 40 ééngezinswoningen en het invulling geven aan het binnengebied over tot het wijzigen van het gemeentelijk rooilijnplan ter hoogte van de percelen kadastraal gekend als 71005_C_0975_W_002_00 en 71005_C_1091_D_000_00 en 71005_C_1105_N_000_00.

De gemeenteraad keurt voorliggende zaak van de wegen en bijhorend gemeentelijk rooilijnplan voor de omgevingsvergunningsaanvraag met dossiernummer OMV/2021/00776, op 30 december 2021 ingediend voor de oprichting van 40 ééngezinswoningen en het invulling geven aan het binnengebied ter hoogte van de percelen kadastraal gekend als 71005_C_0975_W_002_00 en 71005_C_1091_D_000_00 en 71005_C_1105_N_000_00 definitief goed.

De gemeenteraad gaat akkoord met de gratis grondafstand van Lot A zoals weergegeven op het bijgevoegde rooilijnplan voor een oppervlakte van 77a 65ca.

Volgende voorwaarden van de dienst Wegen en Publieke Ruimte van stad Beringen dienen gevolgd en nageleefd te worden:

• De centrale groene as die in het openbaar domein is gelegen, moet dienst doen als extra buffer ter vrijwaring van de private woningen bij extreme regenval. In de praktijk komt het erop neer dat de delen die zich ten Westen en Oosten van de centrale groene as bevinden, op een hoger niveau moeten aangelegd worden dan de centrale groene as.  Verder moeten hierbij volgende randvoorwaarden gerespecteerd worden:
  • Het maaiveldniveau van toezichtsput R13 moet hoger liggen dan het maaiveldniveau van toezichtsput R5 waarop wordt aangesloten (nl MV 33,92). 
  • De parkings die gelegen zijn onder de rioleringsstreng D6-D7 moeten afwateren naar de centrale groene as ipv naar de groene zijberm die zich tegen privaat domein bevindt.
  • Het maaiveldniveau van toezichtsput R9 moet verlaagd worden tot MV 33,80 à 33, 85.
  • Wadi nr 2 (verlaagd trapveld) moet met een diepte van 30 cm worden uitgevoerd ipv met een diepte van 10 cm.
  • De vloerpas van de loten G1 tem G3 én van de loten F1 tem F3 kunnen best 10 cm hoger worden gelegd (34,05 ipv 33,95).
• Er moet een terugslagklep geplaatst worden op toezichtsput D1 of D0 om te vermijden dat er terugslag is van de gemengde stroomafwaartse riolering in het geval van intense regenbuien.
• De groene berm die zich bevindt tussen de loten 11 tem 15 en K2 enerzijds en de bestaande straat Klaverweide anderzijds moet uitgevoerd met een struikbeplanting (dit om parkeren in de berm/voetpad te vermijden).
• Bij het aanplanten van de bomen moet er voldoende rijke grond (+/- 4 m³ afhankelijk van de boom) worden voorzien in het plantgat ter ondersteuning van de boom.  Deze rijke grond kan bekomen worden door het toevoegen van compost aan de bestaande grond of door het voorzien van kwalitatieve teelaarde.
• De boomsoorten (variëteiten) zijn niet gedetailleerd weergegeven op de plannen: er mogen enkel klimaatbestendige bomen worden aangeplant (oa mbt de ‘cornus kousa’ is dit niet het geval). 
• De alchemilla mollis mag niet gebruikt worden in de prairiebeplanting en moet vervangen worden door een andere soort.
• De samenstelling van de graszaden van de bloemenweide is niet op de plannen vermeld.
• Bovenstaande opmerkingen inzake de groenaanleg moeten in overleg met de groenambtenaar verder besproken en opgenomen worden.  Het beplantingsplan moet voorafgaandelijk nog door de groenambtenaar worden goedgekeurd vooraleer tot uitvoering te mogen overgaan. Dit goedgekeurde beplantingsplan dient overgemaakt te worden aan de dienst Ruimtelijke Ordening voorafgaand aan de uitvoering ervan.
• Voor de infrastructuur mag er enkel worden gehandeld conform de plannen van Geotec (de plannen van Geotec hebben voorrang op de architectuurplannen in geval van tegenstrijdigheden).
• Aangezien de loten F1 tem F3 én de loten G1 tem G3 niet aan een bestaande wegenis liggen, is het noodzakelijk dat de private woningen van deze loten eerst worden gefinaliseerd vooraleer de bovenbouw van de infrastructuuraanleg (cfr openbaar domein) wordt afgewerkt (de aanleg van de riolering + fundering van de weg mag wel uitgevoerd worden vóóraleer de loten F1 tem F3 én de loten G1 tem G3 gerealiseerd zijn). 

Volgende voorwaarden van de dienst Mobiliteit van stad Beringen dienen gevolgd en nageleefd te worden bij de inrichting van het publiek domein voordat de overdracht kan plaatsvinden:

• Er moet vermeden worden dat men met de auto op de paden kan, zodat ze met de auto tot aan hun woning gaan rijden over de groenzones. Bijvoorbeeld aan de aansluiting op de Klaverweide. Deze moet toegankelijk blijven voor de brandweer, maar is voldoende breed om op te parkeren of om over te rijden. Er dient gewerkt te worden met wegneembare paaltjes (doorgang brandweer) op deze aansluitingen. Dit geldt ook zeker voor de doorgang naar de parkeerpocket tegenover loten F1, F2 en F3.
• Het principe van het parkeren in de pockets moet zeer duidelijk gemaakt worden aan de toekomstige bewoners, zodat zij het principe op voorhand kennen.
• Voor de fietsenstallingen op het openbaar domein moet er minstens 2m worden voorzien, met daarachter een voetpad van 1,75m à 2m.

Tegen dit besluit van de gemeenteraad kan binnen de 30 dagen in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering. De procedure van dit beroep verloopt volgens art. 31/1 van het Omgevingsdecreet.